Julius Zebra Rollebollen met de Romeinen

[DOOR MICHELLE] ‘‘Laat me eruit! Jullie kunnen me hier niet laten zitten!’ Maar Dodevogelhoedman luisterde niet naar Julius’ gesmeek. Hij galoppeerde simpelweg naar de karavaan en schreeuwde: ‘Vooruit met die beesten! Als we de boot missen, gooi ik jullie ALLEMAAL in de arena!’‘
– Julius Zebra Rollebollen met de Romeinen –

Het verhaal

Je leest over de grappige belevenissen van Julius Zebra, zijn broer Brutus en allerlei andere dieren op de Savanne. Julius is een eigenzinnige zebra en wil niet net als alle andere dieren drinken uit de waterpoel. Zijn moeder zegt: “Als je niet doordrinkt wordt je nooit zo groot en sterk als je broer”, waarop Julius zegt: “Hou je poepwater maar, ik ga naar huis.” Plotseling worden de bladzijden zwart in het boek en blijkt het dat Julius in een ‘Stinkgat’ is gevallen. Hij wordt bevrijd en meegenomen door een Centurion, een Romeinse soldaat, maar heeft geen idee wat voor man dit is en noemt hem de Dodevogelhoedman. De Dodevogelhoedman en de leeuw hebben op hun beurt weer geen idee wat een zebra is en noemen hem een gestreept paard en Debra tot grote frustratie van Julius.

Samen met Lucia, Felix, Cornelius, Rufus, Milus wordt hij naar de gevaarlijkste arena ter wereld gebracht. Waar ze na een korte training het op moeten nemen tegen echte gladiatoren. Hoe zal dit gaan aflopen…

Winnen, verliezen, opgeven of doorgaan! Lees het boek en het zal je verbazen hoe Julius met zijn vrienden uit de strijd komt.

Bekijk hier een boektrailer van Boekenfilmpjes.nl.

Recensie

Een zebra en Romeinen, wat hebben die nu met elkaar te maken… Dat was mijn eerste gedachte toen ik dit boek zag staan in de boekhandel. Julius is een Zebra met een hoop grappige uitspraken in stripvorm. De strips en het verhaal wisselen elkaar af en het is noodzakelijk beiden goed te lezen om het verhaal te begrijpen. Ook de andere dieren hebben steeds een grappige uitroep in een tekstwolkje staan, waardoor je leest met non-stop een glimlach op je gezicht. Zelf in de verdrietige of actiescenes zorgen de sprekende en komische tekeningen ervoor dat je lach blijft.

Ik ben erg benieuwd naar het volgende deel van Julius Zebra. Daarin heeft hij Bonje met de Britten. Blijft hij de heldhaftige zebra die hij in dit boek is? Het boek is nu te verkrijgen in de winkel en je kan er op stemmen voor de Kinderjury van 2018. Ik kan het boek aanraden voor groep 5, 6 en 7.

Zelf dit boek aanschaffen?

Ideeën mini leeslessen Julius Zebra – Rollebollen met de Romeinen

• Lees de proloog voor en een stukje uit een informatieboek over zebra’s. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen een ‘echte’ zebra en Julius Zebra?
  Leesopdracht: Komt er een dier in je boek voor?
  – Ja! Gedraagt dit dier zich zoals in de werkelijkheid? Waarom niet of wel?
  – Nee! Gedraagt je hoofdpersoon zich dan zoals je zou verwachten? Deze vraag is extra om kinderen die balen dat ze de leesopdracht niet kunnen vervullen toch actief deel te laten nemen.
  Terugkoppeling: Probeer iedereen actief te laten reflecteren door coöperatieve werkvorm stijgen en dalen toe te passen. Wie heeft er een dier? Ga staan! Wie heeft er geen dier? Ga staan! Gedraagt zich zoals in de werkelijk? Gedraag zich niet zoals in het echt? Na elke vraag laat je 1 maximaal 2 kinderen kort de bevindingen van hun boek verwoorden.

• Lees bladzijde XLII ‘‘Maak je maar…‘ t/m bladzijde XLIII ‘…hij de baas is.‘ voor. Dit stuk gaat over de Romeinen.
  Probeer je mini leesles aan te laten sluiten bij je andere vakgebieden. Dit boek past uitstekend bij de geschiedenislessen over de Romeinen. In de eerste twee hoofdstukken denk je nog waar blijven die Romeinen, maar vanaf hoofdstuk 3 bladzijde XXXVII begint het.
  Zo even tussendoor worden de woorden centurion, aquaduct, colosseum, gladiator en nog veel meer moeilijke woorden uitgelegd. Als de kinderen het even niet meer weten kunnen ze achterin het boek de verklarende woordenlijst gebruiken.
  Mogelijke leesopdrachten:
  – Heb je ook moeilijke woorden in je boek? Nee! Kan je verklaren hoe dat komt? Ja !Weet je door het boek wat ze betekenen? Worden ze uitgelegd in de context of omschreven?
  – In welke tijd speelt jouw boek zich af? Verleden/Heden/Toekomst
  – Koppeling informatieboek Romeinen: Wat is fantasie en wat is werkelijkheid? Een vechtende zebra kan natuurlijk nooit, maar klopt het wat ze zeggen over gladiators en hun luiers?  Wat is er in jouw boek fantasie en werkelijkheid?
  – Leren van een boek. Door dit boek kan je Romeinse cijfers leren en allerlei feitjes over de Romeinen. Wat kan of heb jij geleerd van jouw boek?

• Lees bladzijde XXVIII ‘Toen denderde er…‘ t/m XXIX ‘…een leeuw rond!’‘ voor. Er dendert een panische kudde gnoes langs. Waar zijn ze bang voor?
  Leesopdracht: Waar is jouw hoofdpersoon bang voor? Kan jij je hierin verplaatsen?

• Op bladzijde XLII zie je dat Julius gevanen zit. Laat de tekstwolk zien. Past bij een mini leesles over gevangenschap/vrijheid.
  Leesopdracht: Zijn de personen/dieren in jouw boek vrij om te doen wat ze willen? Wat is jouw mening over deze situatie?

• Julius denkt dat hij naar het circus mag gaan kijken, maar hij blijkt zelf de circusact te zijn. Lees bladzijde XLVI ‘Julius begreep er…‘ t/m bladzijde XLVII ‘…blij om zijn!‘ voor. Is jouw boek voorspelbaar?
  Leesopdracht: Voorspel wat er vandaag in je boek zal gaan gebeuren en schrijf het op een kladbriefje?
  Terugkoppeling: De situatie is ander als Julius had verwacht. Lees daarvoor bladzijde XLIX ‘‘Luister, dit is…‘ t/m ‘…op de vloer.‘ voor. Klopt het wat jij voorspelt had? Valt het mee of tegen?

• Lees bladzijde LX ‘Julius liet het…‘ t/m bladzijde LXI ‘…die andere zes zijn!’‘ voor. Kolossus van Rhodos is één van de 7 wereld wonderen.
  Leesopdracht: Wat is een wonder? Komen deze in jouw boek ook voor?

• Het boek gaat over in dagboekstijl. Lees een stukje van het dagboek op bladzijde CXLIII voor. Merk je verschil in schrijfstijl? Wat vind je prettig lezen?
  Leesopdracht: In welke stijl is jouw boek geschreven?

• Julius is beledigd, hij is een Zebra en géén Paard, géén Debra en ook géén Barbara.
  Leesopdracht: Wordt in jouw boek voor een personage altijd dezelfde naam gebruikt of hebben ze ook bijnamen? Is de bijnaam positief of negatief?

• Winnen of verliezen? Kan jij tegen je verlies?
  Leesopdracht: Is er in jouw boek sprake van winnen en verliezen? Dit kan ook zonder wedstrijdelement, maar b.v. in een ruzie.

• Op bladzijde XXXIV valt Julius Zebra in een gat! De kleur van het papier verandert naar zwart en de letters worden wit. Door deze verandering probeert de schrijver de sfeer van het boek over te brengen.
  Leesopdracht: Zijn er in jouw boek illustraties of andere bijzonderheden in vormgeving waardoor de sfeer van het boek versterkt wordt?

Overige ideeën:

• Teken een zelfgekozen dier als gladiator. Achterin het boek staat een stappenplan om Julius Zebra te tekenen.
• Geef een rekenles over Romeinse cijfers. Wat betekent een C, en een L, en een V en een X en een I? Maak 10 sommen met Romeinse cijfers en laat je buurman of vrouw ze oplossen. Achterin het boek staat hier een speciale uitleg voor. Bekijk hier de Lesvoorbereiding Romeinse cijfers.
  
• Zoek de verschillen en overeenkomsten tussen een paard, zebra, ezel en pony. Gebruik hiervoor eventueel een coöperatieve werkvorm: Maak een placemat met een groepje van drie of vier. Draai rond tot iedereen bij elk dier wat heeft geschreven. Wat weet je nu allemaal? Wat wil je nog weten? Zoek het antwoord in boeken, internet of filmpjes!
• Wie is sterker de mens of het beest? Onderzoek de verschillen. Hoe zou je dit kunnen meten? Zie bladzijde CLXXI.
• Stelopdracht: Lees bladzijde L ‘De zon scheen…‘ t/m bladzijde LI ‘…deed zijn ogen dicht.‘ voor. Wat zou Julius op moeten schrijven? Schrijf in dagboekstijl een brief die Julius Zebra uit zijn kooi gooit als hij vervoerd wordt.
  
• Stelopdracht: Hoofdstuk 11 eindigt met: Je hebt verloren, Zebra. Wat zou hierna kunnen gebeuren? Schrijf het verhaal af. Je mag hierbij ook striptekeningen tussendoor maken. Download Schrijf het verhaal af hier.
  
• Op de website van de uitgever staan nog andere leuke ideeën. Bekijk die hier.

Andere delen