”Wie ben jij?’ vroegen de mensen van de haven.
‘De kapitein,’ antwoordde het jongetje.
‘Zo, kleine kapitein,’ vroeg de grijze schipper van de haven, ‘waar kom je vandaan?’
‘Van mijn boot,’ antwoordde de kleine kapitein.
‘En waar komt je boot vandaan?’
Maar de kleine kapitein haalde zijn schouders op en klom zijn kajuit weer binnen.’
– De kleine kapitein –
Dit boek is geschikt om voor te lezen vanaf groep 3.
Het verhaal

De kleine kapitein is aangespoeld door een huilende storm die zijn boot bovenop het duin gooide. Met hulp van de kinderen uit het dorp maakt hij zijn boot, de Nooitlek, klaar voor vertrek naar het eiland Groot en Groei.
‘Het wachten was alleen op de grote golf, de omgekeerde golf die het schip van de duintop zou optillen en terugdragen naar de zee. ‘Zul je ons roepen?’ vroegen de kinderen.
‘Ja,’ zei de kleine kapitein.’
Als uiteindelijk die golf komt, roept de kleine kapitein de kinderen met zijn trompet. Dikke Druif en Marinka lukt het om net op tijd de reling vast te grijpen om met hem mee te varen. En zo begint een groots avontuur met z’n drietjes! Of toch niet…
‘Toen werd er op het luik gebonkt. Een klagend stemmetje galmde uit het ruim: ‘Ik wil naar huis.”
Zou de kleine kapitein omkeren of zou hij de zeeën opvaren en op zoek gaan naar het eiland van Groot en Groei?
Benieuwd naar dit boek? Bekijk het inkijkexemplaar.
Recensie
De kleine kapitein bestaat uit drie verhalen in één lekker dik boek van 382 bladzijden. De verhalen lopen duidelijk in elkaar over, daarom is het fijn dat ze samen één boek vormen.
Als de kleine kapitein met Dikke Druif, Marinka en Bange Toontje op pad gaat naar het eiland van Groot en Groei wordt je meegezogen in het avontuur. En dat avontuur, dat stopt pas op de laatste bladzijde! Al die tijd blijft het boek avontuurlijk spannend. Het zijn drie delen in één, maar dat voelt niet zo. De verhalen lopen naadloos in elkaar over en de steeds maar voortdurende reis blijft logisch en spannend. Als lezer wil je weten hoe het afloopt.
Ik las het voor aan mijn 4-jarige en die vroeg elke avond weer hoe het verder ging. Sommige stukken zal hij qua taal niet helemaal mee gekregen hebben, andere woorden vertelde ik in makkelijkere woorden erbij en soms stelde ik vragen over het verhaal. Maar in grote lijnen heeft hij het verhaal heel goed mee gekregen, dat bleek wel toen hij zijn eerste echte verhaal tekende (ik schreef)!
Wellicht las je eerder een boek van Paul Biegel, voor mij was dit mijn eerste. Ik had al zo’n vermoeden, maar de taal in dit boek is echt om te smullen. Ik genoot met voorlezen echt van de prachtige zinnen.
‘Toen ging de kleine kapitein het grote zeemannenhuis binnen om de weg te vragen naar het eiland Groot en Groei. Er zaten vijf bonken in baaien broeken, en alle vijf lachten ze hem uit. Hun gebulder klonk tot in de bovenste verdieping waar de oude vuurtorenwachter zat. Hij kwam naar beneden en lachte niet om het eiland van Groot en Groei, maar nam de kleine kapitein mee naar boven en wees over de wijde zee. ‘Daarginds,’ zei hij, ‘waar mijn vuur ’s nachts schijnt, drie dagen ver, ligt de stenen drakenpoort. Als je daardoorheen vaart, kom je aan het eiland. Keer maar gauw om, want je kunt er niet doorheen.”
Verder vind ik het echt bijzonder hoe allerlei kleine details ertoe doen in dit boek. Zoals pannenkoeken die in het water vallen en opgegeten worden door kabeljauwen waar later iets mee is, personages die wat met elkaar te maken hebben. Lees dit boek!
Ik kan dit boek aanraden als voorleesboek aan groep 3-8. Zelf lezen vanaf groep 5/6. En ook aan leerkrachten die dit boek nog niet gelezen hebben. Het laat je beseffen hoe rijke boeken, rijke taal, rijke verhalen eruit mogen zien.
Met dank aan Uitgeverij Gottmer voor het toezenden van dit recensie-exemplaar.
Ideeën mini leeslessen De kleine kapitein
Om kinderen te enthousiasmeren om het boek te lezen en hen te stimuleren om erover na te denken kun je het boek koppelen aan mini leeslessen. Dit zijn tevens manieren om met kinderen in gesprek te raken over boeken en hun interesses te ontdekken. Enkele mini leeslessen voor het boek De kleine kapitein zijn:
- Bestudeer samen de voorkant. Wat zie je, welke informatie geeft dit jou over het boek.
Leesvraag: bekijk nu in tweetallen de voorkant van jouw boek. In hoeverre past die al bij wat je tot nu toe gelezen hebt? - Op bladzijde 4/5 en bladzijde 132/133 zie je een soort routekaart.
Leesvraag: wat voor route kaart zou er bij jouw boek horen? - Lees bladzijde 7 ‘De kleine kapitein…’ t/m de illustratie op bladzijde 17 voor. Wie zou nu dit boek willen lezen? Of willen weten hoe het verder gaat?
Leesvraag: lees je eerste hoofdstuk voor. Wie wil nou je boek na jou lezen?
DOWNLOAD hier de Mini leesles leskaart De kleine kapitein.