[DOOR LINDA] ‘Mijn naam is Peer en ik ben een kriep. Op dit moment staar ik voor me uit over de nagel van haar grote teen. Daar ben ik nu. Maar daar hoor ik niet. Ik hoor op haar hoofd te zijn. Daar woon ik in een van de duizenden haarzakjes. Samen met mijn ouders, mama Bof en papa Beter. En mijn zusje Kip. Ik ben gevallen. Van haar hoofd dus. Niet van Kips hoofd. Maar van de mens op wie wij wonen.’
– De krieps – Van onder naar boven –
Dit boek is geschikt om zelf te lezen vanaf groep 4.
Het verhaal
Peer is een kriep. Krieps zijn hele kleine beestjes. Zo klein dat je ze niet kunt zien. Peer woont samen met zijn ouders en zijn zusje op het hoofd van Jet. Jet is een meisje.
Krieps kunnen niet vallen en toch is Peer van het hoofd van Jet gevallen. Hij zit op haar teen en wil graag terug naar het hoofd van Jet. Als hij net aan de tocht naar boven is begonnen komt hij zijn zusje tegen. Iets later ontmoeten ze Tarrel. Hij is een klimkriep. Kan Tarrel Peer en zijn zusje helpen om weer op het hoofd van Jet te komen?
Benieuwd naar dit boek? Bekijk het inkijkexemplaar.
Recensie
Tijdens het lezen van dit boek betrapte ik mezelf er een aantal keer op dat ik zat te krabben omdat ik ergens kriebel had. Had ik echt kriebel of was er niks aan de hand, maar dacht ik dat alleen doordat ik over die kriebelige beestjes aan het lezen was? Ik mag toch hopen dat al deze krieps niet echt op mij wonen. Dat idee vind ik zeer onsmakelijk. Zeker als ze Tarrel zijn snelle manier om te reizen gebruiken.
Kevin Hassing heeft verschillende gebeurtenissen zo geschreven dat je het heel levendig voor je kunt zien. Op een gegeven moment moet Peer overgeven door iets wat Tarrel verteld. Ik moet eerlijk zeggen dat ik er ook wel een beetje misselijk van werd:
‘Tarrel graait in zijn heuptas. ‘
We graven een gat in haar huidlagen.
We trekken een ader open.
Dan springen we in een van haar bloedbanen.’
Ik denk dat ik moet overgeven. ‘
Dan drijven we met de stroom mee tot we in haar hoofd zijn.
Daar prikken we de ader open en verlaten de bloedbaan.’
Ik geef bijna over. ‘
We werken ons door de huidlagen naar buiten.
En dan zijn jullie weer netjes thuis.
Als het goed is.’
Ik geef over.
Hoewel ik heel hard hoop dat het er op en in mijn lichaam niet echt zo aan toe gaat, was het een heerlijk boek om te lezen. Het boek eindigt met een soort nieuwe gebeurtenis. Hier wordt duidelijk dat het verhaal verder zal gaan in een tweede deel. Ik ben benieuwd!
Kinderen die dol zijn op boeken over bijzondere figuren zouden ook Blitz!, Tuf en Dwars & co kunnen lezen.
Met dank aan Uitgeverij Luitingh-Sijthoff voor het toezenden van dit recensie-exemplaar.
Ideeën mini leeslessen De krieps – Van onder naar boven
Om kinderen te enthousiasmeren om het boek te lezen en hen te stimuleren om erover na te denken kun je het boek koppelen aan mini leeslessen. Dit zijn tevens manieren om met kinderen in gesprek te raken over boeken en hun interesses te ontdekken. Enkele mini leeslessen voor het boek De krieps – Van onder naar boven zijn:
- De hoofdpersoon, Peer, legt zelf uit wie hij is en wat hij is. Lees bladzijde 6 ‘Mijn naam is…’ t/m bladzijde 7 ‘…mijn beste vriend.’ voor.
Leesvraag: Hoe worden de hoofdpersonen uit je boek geïntroduceerd? - Sommige zinnen staan in hoofdletters. Dat is omdat deze woorden worden geschreeuwd. Lees bladzijde 16 ‘Kip, wat doe…’ t/m bladzijde 17 ‘…wijst langs me.’ voor.
Leesvraag: Zijn er in jouw boek woorden die anders worden geschreven dan de rest van de tekst? Waarom is dat? - Kip praat af en toe een beetje Engels. Lees bladzijde 18 ‘Ik kijk naar…’ t/m bladzijde 19 ‘…de onderkant van.’ voor.
Leesvraag: Komen er in jouw boek woorden uit een andere taal voor? - Krieps eten huidschilfers. Lees bladzijde 28 ‘Ik ben een…’ t/m bladzijde 29 ‘…klaar met eten.’ voor.
Leesvraag: Wat wordt er in jouw boek gegeten? - Tarrel legt een plan uit en Peer vindt dat zo smerig dat hij ervan moet spugen. Lees bladzijde 35 ‘We zitten op…’ t/m bladzijde 37 ”…boven’, zegt Tarrel.’ voor.
Leesvraag: Komt er in jouw boek iets smerigs voor?
DOWNLOAD hier de Mini leesles leskaart De krieps – Van onder naar boven.
Overige ideeën
- In het boek maak je kennis met een aantal verschillende soorten krieps. Lees bladzijde 28 ‘Tarrel rekt hard…’ t/m bladzijde 31 ‘…doet hij niet.’ voor. Stel je voor dat er nog een andere soort kriep bestaat. Waar op je lichaam zou die dan wonen? Maak een tekening van hoe deze kriep eruit ziet, schrijf op waar hij woont en wat hij voor eigenschappen heeft. Bedenk ook een passende naam voor deze Kriep.
