[DOOR MICHELLE] ‘Ik heb een ballon.
Hij giechelt het uit,
maakt, als ik hem loslaat,
een windjesgeluid.’
– Het lijkt wel een feestje –
Dit boek is geschikt om zelf te lezen vanaf groep 3.
Het verhaal
In Het lijkt wel een feestje staan 150 versjes over allerlei onderwerpen die kinderen aanspreken. Ze sluiten aan bij de seizoenen, gaan over beestjes, spelen, de natuur in gaan en feestjes. Dagelijkse gebeurtenissen zoals slapen en naar school gaan komen ook aan bod. Over bijna elke belevenis die een kind kan meemaken staat een versje in dit boek.
Benieuwd naar dit boek? Bekijk het inkijkexemplaar.
Recensie
De verwondering waarmee kinderen naar dingen kijken en gebeurtenissen beleven komt mooi terug in de versjes in Het lijkt wel een feestje.
‘Als ik in bed lig, dan duurt het maar even of plots komt beneden van alles tot leven. Chipszakken ploffen. Doppen die springen. En de tv die plots hardop gaat zingen. Als ik voorzichtig in bed ben gelegd, dan start beneden het feestje pas echt.‘
De versje zijn echt van deze tijd en worden ondersteund door grappige kleurrijke illustraties.
‘Ik wil buiten achter papa hollen. Papa zit te surfen en te scrollen.’
Naast dat de versjes uit Het lijkt wel een een feestje geschikt zijn om voor te lezen, zijn ze ook bruikbaar in groep 3 als leestekst voor zowel het reguliere aanbod als de extra ondersteuning.
Wil je na het lezen van dit boek nog verder lezen over feestjes dan zijn Het magische wereldfeestenboek, Het spookje en de vleermuisjes, Lichtjes voor Sint-Maarten en Mineke wordt sneeuwpop aan te raden.
Met dank aan Uitgeverij Lannoo voor het toezenden van dit recensie-exemplaar.
Ideeën mini leeslessen Het lijkt wel een feestje
Om kinderen te enthousiasmeren om het boek te lezen en hen te stimuleren om erover na te denken kun je het boek koppelen aan mini leeslessen. Dit zijn tevens manieren om met kinderen in gesprek te raken over boeken en hun interesses te ontdekken. Enkele mini leeslessen voor het boek Het lijkt wel een feestje zijn:
- In dit versje wordt vertelt over de bijzondere eigenschappen van de bizon. Lees op bladzijde 14 ‘Bizon‘ voor.
Leesvraag: Welk dier komt in jouw boek voor en welke bijzondere eigenschappen heeft dit dier? - Hier wordt beschreven hoe je eruit ziet als je net wakker bent en je jezelf ziet in de badkamerspiegel. Lees op bladzijde 42 ‘Doesj’ voor.
Leesvraag: Hoe zien de personages in jouw boek eruit? - Hoe iemand tijd ervaart is verschillend, daar gaat dit versje over. Lees op bladzijde 54 ‘Tijd’ voor.
Leesvraag: Hoeveel tijd is in jouw boek voorbij gegaan terwijl jij aan het lezen was? - Dit versje gaat over bang zijn voor enge dingen. Lees op bladzijde 81 ‘Dromen’ voor.
Leesvraag: Zijn er enge dingen in jouw verhaal? Nee, wat zou jij er dan bij kunnen verzinnen?
Open denkvraag: Waar ben jij bang voor? - Getsie derrie, wat zitten er vieze dingen in de heksensoep. Zou jij dat echt opeten? Lees op bladzijde 99 ‘Heksensoep’ voor.
Leesvraag: Is jouw verhaal fantasie of werkelijkheid? Hoe weet je dat? - Op een kaart kun je ontdekken hoe de wereld eruit ziet en je kunt hem gebruiken om de weg te weten. Lees op bladzijde 163 ‘Een kaart‘ voor.
Leesvraag: Op elke plek op de wereld zijn ze in jouw boek?
Overige ideeën
- Creatief schrijven: In dit versje wordt vertelt over de bijzondere eigenschappen van de bizon. Lees op bladzijde 14 ‘Bizon‘ voor. Teken een bijzonder dier en schrijf zijn bijzondere eigenschappen erbij.
- Creatief schrijven: Waar zou jij een gedicht over schrijven? Het kan over van alles gaan. Lees op bladzijde 197 Een gedicht” voor. Schrijf zelf een gedichtje.