[DOOR MARIE-JOSE] ‘Hoe leuk is het als de hele klas een herhalende zin hardop meeleest met de juf!’
Centrale zin uit het boek, woord uit de zin, letter uit het woord
– Geletterdheid met prentenboeken –
Centrale zin uit het boek
Wanneer je geletterde activiteiten op een betekenisvolle manier wil aanbieden vanuit een rijk prentenboek dat centraal staat binnen je thema, dan kun je dat op verschillende manieren doen. Binnen de methodiek van LIST houden we steeds een vaste volgorde aan. We starten uiteraard met het voorlezen van het verhaal.
Nadat het verhaal voorgelezen is en getoond op het digibord ga je na of alle kinderen het verhaal goed begrijpen. Daarna kun je starten met de tweede stap en een centrale zin kiezen. Dit kan een zin zijn die je samen met de kinderen bedenkt, het kan een herhalende zin zijn uit het boek of je bedenkt zelf een zin die de essentie van het verhaal weergeeft.
Vervolgens kies je een woord uit de zin en tenslotte kun je uit het woord een letter kiezen. De kinderen begrijpen op deze manier dat verhalen bestaan uit zinnen, woorden en letters. Het hoort bij elkaar en het heeft betekenis.
De leerkracht doet elke stap voor. We noemen dat scaffolding. Scaffolding betekent dat de leerkracht ondersteuning biedt die de taak vergemakkelijkt voor de leerlingen.
Op deze manier geef je maximale ondersteuning en werk je met betekenisvolle activiteiten aan luisterbegrip, woordenschat, klankbewustzijn, taalbewustzijn, aandacht voor begrippen, letters en letterkennis. De kinderen genieten van het verhaal, onthouden allerlei details en zijn bezig met een volgende stap in hun ontwikkeling.
Zin centraal
Na de eerste of tweede keer voorlezen stel je een zin centraal.
Doelen bij de zin centraal:
- Een zin kunnen verdelen in woorden of zinsdelen.
- Woorden/zinsdelen van elkaar kunnen onderscheiden.
- De leesrichting begrijpen vanuit de begrippen welke woorden staan vooraan en achteraan in de zin.
Enkele activiteiten om met deze doelen aan de slag te gaan:
- Schrijf de zin op een strook papier zodat je de woorden of zinsdelen los kunt knippen.
- Tijdens het schrijven van de zin spreek je gelijktijdig de letters die je schrijft hardop uit.
- Samen lees je de zin terwijl je de zin aanwijst.
- Geef enkele kinderen stukjes uit de zin, kunnen ze goed naast elkaar gaan staan zodat de zin weer klopt?
- Als ze zomaar ergens gaan staan, klopt de zin dan ook nog? Hussel de zin een paar keer.
- Hoeveel woorden tel je in de zin?
- Welk woord staat vooraan/achteraan de zin?
Centrale woord uit de zin
Op een ander moment, bijvoorbeeld na de derde keer voorlezen stel je een woord uit de zin centraal. Liefst een klankzuiver woord.
Doelen bij het woord centraal:
- Het kunnen isoleren van letters en klanken in woorden.
- Het kunnen samenvoegen van letters en klanken tot woorden.
- Het manipuleren van letters en klanken in woorden.
- Klanken in een woord herkennen.
Enkele activiteiten om met deze doelen aan de slag te gaan:
- Start met het voorschrijven van het woord terwijl je de klanken uitspreekt van de letters die je schrijft. Laat de kinderen nadoen wat jij doet. Ze kunnen dat op een wisbordje schrijven of op papier. Het gaat hier niet om het goed schrijven van de letter maar om het visueel na kunnen maken/tekenen van de letter. Als ze nog niet willen schrijven laat ze dan het woordje tekenen.
- Knip het woord in stukjes (tweeklanken en lange klanken bij elkaar houden). Hoe maak je er weer een woord van?
- Je kunt een letter weglaten, een letter veranderen, een rijmwoordje opschrijven en het verschil laten ontdekken.
Letter uit het woord centraal
Tot slot kun je uit het woord een letter isoleren en die centraal stellen. Met deze letter doe je de komende weken allerlei activiteiten.
Doel bij de letter centraal:
- De klank-teken koppeling leren.
Enkele activiteiten met de letter:
- Maak een kijktafel met materialen uit het thema, leg er woordkaartjes bij en als de letter erin voorkomt geef je die een andere kleur.
- Zet alfabetboeken met de doelletter open op de kijktafel. Lees van enkele alfabetboeken de bladzijde van de doelletter voor.
- Letterspelletjes zoals:
- Ik zie, ik zie iets in de klas en het begint met een…(doelletter). Laat de letter die je bedoelt altijd zien.
- Lettermemory in de kring. Van elke geleerde letter zijn er twee. De letters liggen omgedraaid op de grond. Wie vindt twee dezelfde letters?
- Ping pong. Laat een letter zien en de kinderen vertellen in tweetallen om de beurt een woord waar de letter in zit.