[DOOR MICHELLE] ‘Een giraf heeft geen stembanden,
en hij heeft net zo veel nekwervels als jij.
– Springende pinguïns en lachende hyena’s –
Dit boek is geschikt om zelf te lezen vanaf groep 4.
Het verhaal
In Springende pinguïns en lachende hyena’s staan 50 verhaaltjes met allerlei grappige, bijzondere en ongelooflijke weetjes over verschillende dieren. Deze verhaaltjes van Jesse Goossens worden ondersteund door de prachtige, kleurrijke illustraties van Marije Tolman. Of misschien is het wel andersom en worden de illustraties ondersteund door de tekst. In ieder geval kunnen ze niet zonder elkaar!
Recensie
Springende pinguïns en lachende hyena’s bevat aantrekkelijke illustraties die de lezer naar het boek toe lokken. Bij het lezen worden verrassende feitjes over de dieren ontdekt, die op een grappige manier in de illustraties terug komen.
‘Wist je dat zeepaardjesmannetjes baby’s krijgen en krokodil wel 3000 tanden verslijt?’
Het boek is ideaal voor korte voorleesmomentjes of als introductie voor een biologieles. In De eik was hier laat Marije Tolman zien dat ze ook in zwart-wit in staat is om prachtige tekeningen te maken van de natuur.
Met dank aan Uitgeverij Lemniscaat voor het toezenden van dit recensie-exemplaar.
Ideeën mini leeslessen Springende pinguïns en lachende hyena’s
Om kinderen te enthousiasmeren om het boek te lezen en hen te stimuleren om erover na te denken kun je het boek koppelen aan mini leeslessen. Dit zijn tevens manieren om met kinderen in gesprek te raken over boeken en hun interesses te ontdekken. Enkele mini leeslessen voor het boek Springende pinguïns en lachende hyena’s zijn:
- Een kameel kan cactussen eten. Lees bladzijde 92 voor.
Leesvraag: Wat eten de personages in jouw boek? Lust jij dit? - Sommige soorten rupsen kunnen geweldig goed met poep gooien. Ze smijten hun uitwerpselen zo ver mogelijk weg, zodat de wespen die de rupsen willen opeten niet ruiken waar ze zitten. Lees bladzijde 61 voor.
Leesvraag: Welke geur zou jij ruiken als je in de omgeving waarin jouw boek zich afspeelt was? - Koppel een fictie en non-fictie boek aan elkaar en zoek naar wat fantasie en werkelijkheid is. Voorbeeld 1: Lees bladzijde 28 over de bever voor en koppel deze aan Welkom thuis bever. 2: Lees bladzijde 54 over de Morpho vlinder en bladzijde 61 over de rups en koppel deze aan Rupsje nooitgenoeg of Was ik maar. 3: Lees bladzijde 96 over de krokodil en koppel dit aan De krokodil die niet van water hield of Ik zou wel een kindje lusten.
Leesvraag: Wat is werkelijkheid en wat is fantasie in jouw boek? - Rekenen en lezen. Een Afrikaanse termietenkoningin kan zelfs 30.000 eieren per dag leggen. Lees bladzijde 58.
Leesvraag: Welke getallen komen ervoor in jouw boek en wat betekenen ze? Kan je er een rekensom mee maken? - Springende pinguïns en lachende hyena’s bevat allerlei dierenweetjes. Lees een willekeurig verhaal voor.
Leesvraag: Welke feitje wat je vandaag hebt gelezen was nieuw voor je?
Overige ideeën
- Leesplein op bezoek bij Marije Tolman, de illustrator van Springende pinguïns en lachende hyena’s.