[DOOR BIANCA] ‘Zelfs Koko begreep dat Pedro in gevaar was.
Hoewel hij geen idee had waarom.
Toch jammerde hij: ‘Oh nee, wat een ellende!’’
– De Dolle Dierenbende – Cavia in nood! –
Dit boek is geschikt voor kinderen vanaf groep 5 om zelf te lezen.
Het verhaal
Pedro de cavia wordt verkocht. Mitzi, Nelson, Bongo, Koko en Gertrude weten zeker dat Pedro opgegeten gaat worden en willen hem redden. Maar hoe moeten ze dat doen? Ze gaan hem met zijn allen zoeken. Hier begint het grote avontuur, want behalve Bongo zijn ze eigenlijk nog nooit verder gekomen dan Tommy’s dierenparadijs. Wat een drukte in de stad, hoe vinden ze Pedro en hoe komen ze aan eten en waar moeten ze slapen?
Ze denken dat ze Pedro hebben gevonden. Oeps dit is hem niet. Eigenlijk wil de dierenbende nog maar één ding. Weer terug naar Tommy’s dierenparadijs. Gaan ze terug of toch nog verder zoeken naar hun vriend Pedro?
Benieuwd naar dit boek? Bekijk hier het inkijkexemplaar.
Recensie
Er staat dat het boek geschikt is voor kinderen van 8-11 jaar. Zelf zou ik dit boek niet aanraden voor de bovenbouw, tenzij je graag boeken leest over dieren die avonturen beleven. Het boek zou je al in groep 3 kunnen voorlezen, misschien moet je dan sommige woorden uitleggen zoals; terrarium, bastaardhond, een baardagaam of een gekko.
Wat ik fijn vond, was dat elk dier zijn eigen lettertype heeft wanneer het iets zegt. Het verhaal wordt ondersteund door mooie gekleurde tekeningen soms over 2 bladzijdes.
De dieren beleven grappige en spannende dingen in de stad. Bijvoorbeeld wanneer Gertude (een schildpad) er op een elektrische speelgoedauto vandoor gaat en ze achterna worden gezeten door kinderen. Bongo de aap is de enige die mensentaal verstaat, hij vertaalt het voor de andere dieren. Het boek loopt toch nog anders af als dat ik verwacht had.
Wanneer je het leuk vindt om boeken te lezen over dieren die grappige en spannende avonturen beleven zou ik dit boek zeker gaan lezen.
Met dank aan Uitgeverij Deltas voor het toezenden van dit recensie-exemplaar.
Zelf dit boek aanschaffen? Dat kan in de plaatselijke boekhandel of hieronder:
Ideeën mini leeslessen De Dolle Dierenbende – Cavia in nood!
Om kinderen te enthousiasmeren om het boek te lezen en hen te stimuleren om erover na te denken kun je het boek koppelen aan mini leeslessen. Dit zijn tevens manieren om met kinderen in gesprek te raken over boeken en hun interesses te ontdekken. Enkele mini leeslessen voor het boek De Dolle Dierenbende – Cavia in nood! zijn:
- Lees bladzijde 32 ‘Voor de verkoopbalie stond…’ t/m ‘…houden van cavia’s!’’ voor. Mitzi had het gevoel dat er iets ergs gebeurden en ook Nelson had opeens een vreemd gevoel in zijn buik.
Leesvraag: Voelen ze het in jouw boek ook als er iets gaat gebeuren? En waar voelen ze dat dan? - Bongo is de enige van de dieren die de mensentaal verstaat. Lees bladzijde 34 ‘Tot Nelson er op zeker…’ t/m bladzijde 36 ‘…wel de taal van de mensen.’ voor.
Leesvraag: Is er in jouw boek iemand die als enige een taal verstaat of spreekt? - De dieren waren nu vrij, maar eigenlijk vonden ze het niet leuk meer. Lees bladzijde 64 ‘De dieren stonden hier…’ t/m bladzijde 65 ‘…heel, heel veel eten.’ voor.
Leesvraag: Komt het in jouw boek ook voor dat ze iets doen, maar wat eigenlijk niet zo leuk is als dat ze dachten? - Elk dier heeft zijn eigen lettertype wanneer het iets zegt. Lees bladzijde 85 voor met de juiste intonatie.
Leesvraag: Zoek een stukje in je boek waar verschillende dieren/personen aan het woord zijn. Lees dit zo voor dat we kunnen horen dat het om verschillende dieren/personen gaat.
DOWNLOAD hier de Mini leesles leskaart Cavia in nood!.
Overige ideeën
- Voorspellen: Lees hoofdstuk 12 ‘Vermomde dieren‘ voor. Bongo heeft een idee. Bedenk welk idee Bongo kan hebben en deel dit in je groepje.
- Lees bladzijde 117 ‘’En wat doen… t/m bladzijde 117 ‘…Hoe verbazingwekkend!’ voor. Vraag de kinderen wat er hier gebeurt. (Ze ziet haar spiegelbeeld.)
Spiegelspel: Maak tweetallen. Leerling A beweegt zich op een bepaalde manier, en leerling B zijn of haar spiegelbeeld: doet precies na wat A doet. Op een teken van de leerkracht neemt B het initiatief over en volgt A de bewegingen van B. - Maak een stad aan het water, zie tekenenenzo ter inspiratie. In plaats van een stad, kan je de kinderen in een tijdschrift ook een plaatje van een dier laten uitknippen en opplakken en deze spiegelen.