De bromvliegzwaan

[DOOR LINDA] ‘Taal is ook een vorm van samenwerking. Taal heeft begrip nodig.
Daarom rekenen we het blaffen van een hond of het napraten van een papegaai ook niet tot taal.
Die hond en die papegaai denken niet na over de geluiden die ze maken.
Taal is nadenken. Is nadenken ook taal? Als je denkt, denk je dan in beelden of in woorden?

– De bromvliegzwaan –

Dit boek is geschikt voor kinderen vanaf groep 6 om zelf te lezen.

Het verhaal

De bromvliegzwaanIn dit boek lees je over het ontstaan van de Nederlandse taal, over de boekdrukkunst en over het ontstaan van het woordenboek dat we nu kennen als ‘De dikke van Dale’. Ook komen er in dit boek andere talen voorbij. Talen waaruit er woorden in het Nederlands terecht zijn gekomen, maar ook talen waarbij woorden uit het Nederlands gebruiken. Duidelijk wordt dat dit voor een groot  deel te maken heeft met de bezettingen in verschillende landen, want: ‘Wie de baas is, bepaalt de taal’.

Je leert over de spelling en de werkwoordspelling. Wist je dat je hiervoor ook ‘de bromvliegzwaan’ als ezelsbruggetje kunt gebruiken? En dat de Nederlandse taal steeds een beetje anders wordt?

Benieuwd naar De bromvliegzwaan? Bekijk hier het inkijkexemplaar.

Recensie

Als liefhebber van de Nederlandse taal en heb ik ervan genoten dit boek met feiten en weetjes over de Nederlandse taal te lezen. Leuk om te lezen waar bepaalde woorden en regels vandaan komen.

Aan het eind van het boek wordt ingegaan op het veranderen van de taal en de spellingregels. De meest recente verandering was in 2006 en ging over het met een hoofdletter schrijven van volkeren en het gebruik van een tussen-n bij paardenbloem en paddenstoel. Dit stuk zet je aan het denken over de huidige ontwikkelingen binnen de Nederlandse taal en ik ben erg benieuwd wanneer er inderdaad weer in de krant zal verschijnen dat de regels zijn veranderd.

Een boek bomvol leuke onderdelen om in de klas te bespreken en om de leerlingen zelf uit te laten proberen. Ik verwacht dat ik dit boek veel zal gaan gebruiken binnen mijn taallessen.

Met dank aan Uitgeverij van Holkema en Warendorf voor het toezenden van dit recensie-exemplaar.

Zelf De bromvliegzwaan aanschaffen? Dat kan in de plaatselijke boekhandel of hieronder:

Ideeën mini leeslessen De bromvliegzwaan

Om kinderen te enthousiasmeren om het boek te lezen en hen te stimuleren om erover na te denken kun je het boek koppelen aan mini leeslessen. Dit zijn tevens manieren om met kinderen in gesprek te raken over boeken en hun interesses te ontdekken. Enkele mini leeslessen voor het boek De bromvliegzwaam zijn:

  • Clarisse is verliefd op Jan. Jan gaat kijken of ze op hem heeft gewacht. Lees op bladzijde 37 ‘Of Jan wil…‘ t/m bladzijde 39 ‘…het boek Genesis‘. voor. Ben jij weleens verliefd geweest?
    Leesvraag: Is er in jouw boek iemand die verliefd is?
  • Op Knuppelvrijdag denken de Friezen aan wat er lang geleden op die dag gebeurde. Zo zijn er een heleboel feesten en dagen waarbij aan gebeurtenissen uit het verleden wordt gedacht. Lees op bladzijde 53 ‘Het verhaal van…‘ t/m bladzijde 55 ‘…november aan Kneppelfreed‘. voor.
    Leesvraag: Komt er in jouw boek een speciale dag voor?
  • Als een woord twee of meer betekenissen heeft, dan noemen we dat een homoniem. Lees op bladzijde 65 ‘De schilder gaf…‘ t/m ‘…oor is afgebroken!‘ voor.
    Leesvraag: Staan er in jouw boek homoniemen? Kun jij homoniemen bedenken?
  • Christoffel kent geen Nederlands en doet er alles aan om de taal te leren. Hij maakt zelfs een woordenboek. Lees op bladzijde 81 ‘Niet veel later…‘ t/m bladzijde 83 ‘…gedichten en verhalen‘. voor.
    Leesvraag: Is er in jouw boek iemand die een andere taal spreekt of leert?

Ook Beau Maton heeft De bromvliegzwaan gelezen (zie blog) voor de Leeschallenge met Kinderboekenjuf. Zij bedacht de volgende mini leeslessen:

  • Woorden die je om kunt draaien en dat er dan nog steeds hetzelfde staat, noem je een palindroom. Lees op bladzijde 34 ‘Lezen is in, ezel’. voor.
    Leesvraag: Lees samen met je schoudermaatje in je leesboek en kijk of daar ook palindromen in staan.
  • Een zin of een woord die alleen voor moedertaalsprekers makkelijk uit te spreken is, noem je een sjibbolet. Lees op bladzijde 50 ‘Sjibbolet’. voor.
    Leesvraag: Lees nu in je eigen leesboek en kijk of daar ook een sjibbolet in staat.
  • Het husselen van een woord of zin in een andere volgorde, noem je een anagram. Lees op bladzijde 58 ‘Anagram, een spel met letters’. voor.
    Leesvraag: Kun jij van je eigen naam ook een anagram maken?

DOWNLOAD hier de Mini leesles leskaart De bromvliegzwaan.

Overige ideeën

  • Een verhaal spel: Op bladzijde 2 staat een leuk idee voor een spel waarbij iedereen een verhaal gaat schrijven. Er gaan een aantal namen van personen, voorwerpen, plekken en tijdstippen in een hoge hoed. Daarna worden de kaartjes één voor één uit de hoed gehaald en moet het woord dat erop staat meteen in het verhaal worden verwerkt. Leuk om daarna de wonderlijke verhalen aan elkaar voor te lezen!
  • Communiceren: Mena en Manu communiceren anders met elkaar dan wij nu doen. Zij gebruiken woorden in plaats van zinnen. Lees op bladzijde 13 ‘Het verhaal van…‘ t/m bladzijde 14 ‘…hun vreemde buit‘. voor. Maak zelf een boodschap waarbij je woorden gebruikt in plaats van zinnen.
  • Nieuwe woorden maken: Lees bladzijde 149. Het woord plofkip is een nieuw woord dat een combinatie is van twee bekende woorden: plof + kip. Probeer zelf ook nieuwe woorden te maken van twee bestaande woorden.
  • Veranderende taal: De taal veranderd steeds. Als jij een verandering aan de taal mag doen, wat zou dat dan zijn? Eén van de voorbeelden uit het boek of iets anders? Schrijf een tekst vanminimaal 5 zinnen met deze nieuwe regel(s). Beschrijf ook wat en waarom er veranderde zoals op bladzijde 163. Lees op bladzijde 162 ‘In 2006 was…‘ t/m bladzijde 163 ‘…is van plestik‘. voor.

Bekijk ook: De reis van Syntax Bosselman

Vergelijkbare artikelen