[DOOR LINDA] ‘Ja, natuurlijk,’ verzekert Finn hem.
‘De slipperhaai bijvoorbeeld. Die wordt zo genoemd omdat hij zich voedt met verloren slippers.
Hij eet ook wel zwemvleugels, maar alleen als hij echt honger heeft.‘
– De kleine waaromwolf –
Dit boek is geschikt voor kinderen vanaf groep 4 om zelf te lezen.
Het verhaal
Finn loopt iedere dag naar school. Hij vindt het lopen vreselijk en wil graag met de step, maar dat mag niet van zijn ouders.
Op een dag komt hij de kleine waaromwolf tegen. Ze zijn zo gezellig aan het praten dat het lijkt alsof Finn heel snel op school is. Vanaf dat moment lopen ze iedere dag samen.
De kleine waaromwolf stelt een heleboel vragen en Finn bedenkt daar de gekste antwoorden op. Op een dag vertelt de conciërge dat de kleine waaromwolf niet op school mag komen als hij geen riem om heeft. Finn heeft geen riem. Hoe moet dat nu? Kan hij nu nog wel samen met de kleine waaromwolf naar school lopen?
Recensie
De titel van het eerste hoofdstuk: ‘De gehaktballenboom’, zorgde er meteen voor dat ik enthousiast werd en benieuwd was naar het verhaal. Het verhaal is zo geschreven dat ik direct in het verhaal zat.
De waaromwolf stelt vragen over dingen die veel kinderen zich afvragen. De antwoorden die hij van Finn krijgt zijn hilarisch en vol fantasie. Ik heb hier hard om gelachen. Leuk dat aan het eind van het boek alle vragen ook door experts beantwoord worden. Mochten kinderen zich afvragen hoe het echt zit, dan kunnen ze dat hier vinden.
Met dank aan Veltman Uitgevers voor het toezenden van dit recensie-exemplaar.
Zelf dit boek aanschaffen? Dat kan in de plaatselijke boekhandel of hieronder:
Ideeën mini leeslessen De kleine waaromwolf
Om kinderen te enthousiasmeren om het boek te lezen en hen te stimuleren om erover na te denken kun je het boek koppelen aan mini leeslessen. Dit zijn tevens manieren om met kinderen in gesprek te raken over boeken en hun interesses te ontdekken. Enkele mini leeslessen voor het boek De kleine waaromwolf zijn:
- De waaromwolf bestaat niet in het echt. Dit kun je bijvoorbeeld zien aan dat hij kan praten. In het echt kunnen dieren dat niet. Lees bladzijde 14 ‘Ze zijn inmiddels…‘ t/m bladzijde 16 ‘…hebben geen vacht.‘ voor.
Leesvraag: Is er in jouw boek een dier dat kan praten? - Lisa is zo lief om haar eten met Finn te delen. Hij krijgt zelfs het lekkerste. Lees bladzijde 24 ‘In de eerste…‘ t/m bladzijde 25 ‘…als pure chocolade.‘ voor.
Leesvraag: Is er in jouw boek iemand die iets deelt? - Finn haalt een grapje uit met Justin en zegt dat hij superkrachten krijgt als hij huilt als een wolf. Justin gelooft hem en doet het. In de pauze wil hij zelfs laten zien hoe sterk hij nu is. Lees bladzijde 60 ‘Inderdaad, daar staat…‘ t/m bladzijde 63 ‘…van zijn oren.‘ voor.
Leesvraag: Is er in jouw boek ook iemand die in een grapje trapt? - Door de vechtende honden schrikt Finn heel erg. Hij laat zelfs zijn zakje met snoepjes vallen. Lees bladzijde 76 ‘Ik heb een…‘ t/m bladzijde 78 ‘…statiegeldfles vinden. Ongetwijfeld.‘ voor.
Leesvraag: Is er in jouw boek ook iemand die erg schrikt? - Pia, de halfzus van Finn, is ’s morgens een moppermonster. Ze is chagrijnig. Lees bladzijde 98 ‘Als Finns halfzus…‘ t/m bladzijde 99 ‘…het huizenblok slenteren.‘ voor.
Leesvraag: Is er in jouw boek een iemand chagrijnig?
DOWNLOAD hier de Mini leesles leskaart De kleine waaromwolf.
Overige ideeën
- Vraag + antwoord: Finn geeft steeds gekke antwoorden op de vragen die de waaromwolf hem stelt. Lees op bladzijde 85 t/m 91 het hoofdstuk: ‘de bladerenwasserette’ voor. Bedenk zelf een vraag waarop je een gek antwoord kunt geven. Optie is om de kinderen vragen te laten bedenken en die uit te wisselen zodat ze antwoord moeten geven op de vraag van een ander. Kunnen de kinderen het echte antwoord op de vraag ook vinden?