De vierling op de vensterbank (prentenboek van de KBW24)

”Eindbestemming,’ zei mama. ‘Allemaal uitstappen!’ ‘Maar mama,’ riep Rosa. ‘Alles is schots. En ook nog eens heel erg scheef. Hier wil mijn vierling echt niet wonen!”
– De vierling op de vensterbank –

Dit is een prentenboek voor alle leeftijden.

Het verhaal

Cover De vierling op de vensterbank

Rosa heeft een vierling. Die staat op haar vensterbank.

‘Rosa heeft haar vierling helemaal zelf gezaaid en ze namen gegeven die perfect bij hen pasten: 1 en 2 en 3 en 4.’

Rosa zorgt goed voor haar plantjes, maar mama heeft andere plannen met de planten. De plantjes moeten verhuizen naar de volkstuin. Komt dat wel goed met de plantjes van Roza? En zal Roza dat ook goed genoeg vinden?

Recensie

In dit prentenboek van de Kinderboekenweek 2024 met als thuis Lekker eigenwijs wordt maar al te duidelijk hoe lekker eigenwijs de natuur is. Al blijkt ook dat Roza nog eigenwijzer is.

Dit prentenboek met beeldende illustraties van Noëlle Smit laat op een mooie, simpele manier zien hoe de natuur werkt. Voor mij beschrijft het precies waarom tuinieren niet voor mij werkt.

Aanrader om voor te lezen in een natuur thema en natuurlijk tijdens de Kinderboekenweek.

Met dank aan Stichting CPNB voor het toezenden van dit recensie-exemplaar.

Bekijk dit boek.

Ideeën voorlezen De vierling op de vensterbank

In de onderbouw werken de mini leeslessen anders. Het voornaamste doel van het voorlezen in de onderbouw is het leesplezier! Kinderen die graag worden voorgelezen en het fijn vinden om boeken te bekijken, zullen later het lezen sneller oppakken. Bij de keuze van het boek is het belangrijk om aan te sluiten bij de belevingswereld van de kinderen.
Hieronder staat beschreven hoe je De vierling op de vensterbank kunt voorlezen. Voorlezen is een manier om naast het vergroten van het leesplezier te werken aan andere doelen zoals het vergroten van de woordenschat, het inzicht in zinsbouw, verhaalbegrip, de communicatievaardigheid en boekoriëntatie te werken.

Introductie en voorlezen

Als introductie:

Plant samen zaadjes van tuinkers. Wat is hier allemaal voor nodig en hoe kun je dit zo doen dat het plantje onder optimale omstandigheden kan groeien?

Voor het voorlezen:

Bekijk met de kinderen de kaft en praat erover voor je start met voorlezen. Je kunt dit doen door te vragen wat ze zien en of ze een idee hebben wat dat betekent.

Vertel kort de strekking van het verhaal zonder dat je de clou weggeeft. Je wil dat kinderen nieuwsgierig worden en de juiste informatie tot zich nemen, waardoor het verhaalbegrip zo groot mogelijk wordt. Voor dit boek zou dit als volgt kunnen:

  • Rosa heeft vier babyplantjes, haar vierling. Ze heeft ze netjes op een rijtje op de vensterbank staan en zorgt goed voor ze. Elke dag checkt ze of de plantjes voldoende water hebben, genoeg zonlicht krijgen en ze geeft haar plantjes aandacht. Tot haar moeder besluit dat het tijd is om de plantjes naar de volkstuin te verplaatsen. Hoe moet Rosa nu goed voor haar plantjes zorgen?

Als het prentenboek voor de eerste keer voorgelezen wordt, onderbreek je het verhaal zo min mogelijk. Je geeft alleen maar uitleg als je denkt dat sommige woorden te moeilijk zijn om het verhaal te begrijpen.  Zorg ervoor dat de kinderen het boek goed kunnen zien (liefst via het digibord). Moeilijke woorden op de pagina leg je van tevoren uit in kindertaal eventueel met hulp van de illustratie.

Bij volgende keren voorlezen is het mogelijk om dieper na te denken over een fragment van het verhaal. Als je een denkvraag stelt, vraag dan door op wat de leerlingen antwoorden.

Maak een keuze uit onderstaande vragen:

Kijk en vergelijkBekijk de bladzijde waar de plantjes nog netjes op de vensterbank staan onder het kasje. En vergelijk die met de bladzijde waar Rosa terug komt bij de moestuin en moeder roept ‘’Wat is het hier weer een groen paradijs geworden!’ Laat de kinderen de planten met elkaar vergelijken. Weten ze nog welke plant 1, 2, 3 of 4 is.
BetwijfelenMoeder heeft een andere manier van tuinieren dan Rosa. Wie van de twee heeft het bij het juiste eind denk je?
BedenkenLees het gehele boek voor, tot de bladzijde ‘Maar zo werkte Rosa wel.’ Wat is het gevolg van hoe Rosa werkt? Hoe werkt dat door in de tuin? Wat past precies bij Rosa haar manier van tuinieren?
OplossenRosa heeft moeite met haar plantjes loslaten en de natuur zijn gang laten gaan. Haar moeder wil de plantjes toch in de volkstuin hebben en zegt dat ze het op haar manier wil doen. Hoe zouden ze dit op kunnen lossen zodat zowel Rosa als haar moeder tevreden zijn? Controleer of je oplossing ook voor de plantjes een goede oplossing is.
VoorspellenLees voor t/m ‘Ze liep naar haar peuterplantjes en zei: ‘Stil  maar, schatjes, het komt allemaal goed.’ Bespreek nu samen hoe het goed zal komen.
OntwerpenHoe zou de moestuin van Rosa eruit mogen zien zodat het past bij wat zij nodig heeft?
Grote ideeënWat heeft Rosa nodig in het leven en bij het tuinieren?
VerbindenAls jij zou tuinieren of als jij lekker buiten speelt, pas jij dan beter bij hoe moeder denkt of hoe Rosa denkt?

Woorden die goed behandeld kunnen worden bij dit boek om de woordenschat te vergroten:

  • Met behulp van de illustraties: vensterbank, vierling, volkstuin, ingeladen, schots en scheef, dreigende diersoorten, loert, etiketje, groen paradijs, wild en weelderig
  • Met behulp van de tekst: heimwee, eindbestemming
  • Uitleggen met andere woorden: voortreffelijk, voelde de bui al hangen,
  • Door in het echt te laten zien: kwartslag draaien

Werken vanuit essentiële thema’s

In groep 1-2 wordt op bijna alle scholen gewerkt met thematisch onderwijs. Bij het voorlezen is het dan ook een logische keuze om te kiezen voor prentenboeken die bij het thema passen. Het doel van het thematisch voorlezen is dat de ervarings- en taalbasis van de kinderen vergroot wordt.

Kies een essentieel thema, waarbij 1 prentenboek de basis is. Essentiële thema’s zijn brede onderwerpen waar mensen op verschillende wijzen naar kijken en die uitnodigen tot het stellen van vragen en filosoferen. Uitleg over het essentiële thema lees je in het blog Werken met essentiële thema’s.

Essentieel thema

Binnen een essentieel thema werk je met een centrale zin en woord. Uitleg over de centrale zin en het centrale woord lees je het blog Geletterdheid met prentenboeken.

Bij dit boek past het essentieel thema: 
Lekker eigenwijs

De zin die centraal kan staan is: ‘Zo werkt de natuur’
Als centrale woord zou ik ‘natuur‘ kiezen (en misschien als letter wel de ‘uu’ aanbieden)

Andere essentiële thema’s bij dit prentenboek kunnen zijn:

  • Zo werkt de natuur
  • Gi-ga-groen
  • Groeien en bloeien

Mogelijke activiteiten

Hoeken:

  • Maak een natuur hoek met echte of neppe planten waarbij kinderen na kunnen denken wat elke plant nodig heeft. Door nep planten te gebruiken kunnen kinderen met gieters en verpoten aan de slag. Met echte planten geeft dit meer troep, maar is het wel uitdagender natuurlijk. Bekijk meer inspiratie.
  • Laat elk kind zelf een potje meenemen en vul de potjes met watjes en tuinkerszaadjes. Wat hebben de plantjes nu nodig om te groeien?

Creatief schrijven:

  • Laat kinderen beschrijven hoe je voor een plant moet zorgen. Tekeningen en tekst wisselen elkaar hierin af.
  • Laat de kinderen beschrijven welke planten ze allemaal tegen komen tijdens het spelen op het schoolplein of tijdens het wandelen door de wijk/een parkje of bos in de buurt.

Muziek:

Creatief:

  • Ga de natuur in. Kijk deze video op Instagram als inspiratie voor herfstactiviteiten.
  • Verzamel materialen uit de natuur en ga daar creatief mee aan de slag:
    – Maak een vierkant van stokjes, vouw daar plakfolie omheen en laat de kinderen daar blaadjes en bloemetjes tegenaan plakken als een schilderij.
    – Teken bladeren na in de klas.
    – Bestudeer planten en teken ze na tijdens het buitenspelen.

*Dit bericht bevat affiliate links

Vergelijkbare artikelen

Winkelwagen