[DOOR MICHELLE] ‘Hiep hiep hoera!
Vandaag is het feest!
En iedereen mag komen.’
– Rupsje Nooitgenoeg – Een feestje met Rupsje Nooitgenoeg –
Dit boek is geschikt om voor te lezen aan kinderen vanaf 2 jaar en kunnen kinderen zelf lezen in groep 3.
Het verhaal
Rupsje Nooitgenoeg is 50 jaar geleden verzonnen door Eric Carle. Tijd voor een feestje!
Rupsje Nooitgenoeg nodigt iedereen uit op zijn feestje.
De dieren nemen bloemen, ballonnen en slingers mee. De vogels zingen een vrolijk liedje en de mieren sjouwen de cadeautjes. Kan het feest nu beginnen?
Benieuwd naar dit boek? Bekijk hier het inkijkexemplaar.
Bekijk ook: Rupsje Nooitgenoeg
Recensie
Rupsje Nooitgenoeg is een klassieker die elke kleuter kent of zeker moet leren kennen.
Dit boek bevat een eenvoudig verhaal wat leuk is om voor te lezen als er een feestje is. Door de kleurrijke en duidelijke illustraties kunnen kinderen het boek makkelijk begrijpen.
Voor kleuters die fan zijn van Rupsje Nooitgenoeg is dit boek ook zeer geschikt om in groep 3 zelf te lezen. Een leuk cadeau voor kinderen die 2, 3 of 4 jaar worden!
Met dank aan Uitgeverij Gottmer voor het toezenden van dit recensie-exemplaar.
Zelf dit boek aanschaffen? Dat kan in de plaatselijke boekhandel of hieronder:
Bekijk ook: Rupsje Nooitgenoeg (50 jaar!)
Ideeën mini leeslessen Rupsje Nooitgenoeg – Een feestje met Rupsje Nooitgenoeg
In de onderbouw werken de mini leeslessen anders. Het voornaamste doel van het voorlezen in de onderbouw is het leesplezier! Kinderen die graag worden voorgelezen en het fijn vinden om boeken te bekijken, zullen later het lezen sneller oppakken. Bij de keuze van het boek is het belangrijk om aan te sluiten bij de belevingswereld van de kinderen.
In onderstaande mini leeslessen staat beschreven hoe je Rupsje Nooitgenoeg – Een feestje met Rupsje Nooitgenoeg interactief kan voorlezen. Interactief voorlezen is een manier om naast het vergroten van het leesplezier te werken aan andere doelen zoals het vergroten van de woordenschat, het inzicht in zinsbouw, verhaalbegrip, de communicatievaardigheid en boekoriëntatie te werken.
– Enkele interactieve vragen bij het boek zijn:
Voor het voorlezen:
Bekijk met de leerlingen de kaft en zorgt dat de onderstaande informatie bekend is voor je start met voorlezen. Je kan dit doen door vragen te stellen over de kaft.
- Kennen jullie het dier wat op de kaft staan? Wat is zijn naam?
- Waar zou het boek over gaan? Hoe kan je dat zien?
Bij LIST bij kleuters vertelt de leerkracht kort de strekking van het verhaal. Je wilt dat kleuters de juiste informatie tot zich nemen, waardoor het verhaalbegrip zo groot mogelijk wordt.
- De rups heet Rupsje Nooitgenoeg.
- Hij is 50 jaar geleden verzonnen en is nu jarig.
- Als je jarig bent nodig je vrienden uit. Zij nemen cadeautjes voor je mee. Je trakteert taart in een ruimte die er feestelijk uitziet met slingers en ballonnen.
Tijdens het lezen:
- ‘Kan het feestje al beginnen?’ wordt halverwege het boek gevraagd. Op deze vraag kan je de kinderen antwoord laten geven.
Als het prentenboek voor de eerste keer voorgelezen wordt, onderbreek je bij LIST voor kleuters het verhaal zo min mogelijk. Bij een volgende keer voorlezen is het wel mogelijk om dieper na te denken over een fragment van het verhaal.
Na het lezen:
Maak een keuze uit onderstaande vragen:
- Hoe kan je zien dat het feest is?
- Waarom zouden de bij, vlinder en lieveheersbeestje bloemen meenemen als cadeau?
- Wat zou er in de cadeautjes van Rupsje Nooitgenoeg zitten?
Woorden die goed behandeld kunnen worden bij dit boek om de woordenschat te vergroten:
- Met behulp van de illustraties: bij, lieveheersbeestje, vlinder, kater, mier, ballon
- Uitleggen met andere woorden: spinnen (van een kat), versieren, sjouwen, blazen.
- Door de woorden voor te doen met het boek: : spinnen (van een kat), versieren, sjouwen, blazen.
DOWNLOAD hier de Mini leesles leskaart Rupsje Nooitgenoeg – Een feestje met Rupsje Nooitgenoeg.
LIST bij kleuters
In groep 1-2 wordt op bijna alle scholen gewerkt met thematisch onderwijs. Bij het voorlezen is het dan ook een logische keuze om te kiezen voor prentenboeken die bij het thema passen. Het doel van het thematisch voorlezen is dat de ervarings- en taalbasis van de kinderen vergroot wordt.
Bij de LIST-methodiek kiezen de leerkrachten een essentieel thema, waarbij 1 prentenboek de basis is. Essentiele thema’s zijn brede onderwerpen waar mensen op verschillende wijzen naar kijken en die uitnodigen tot het stellen van vragen en filosoferen. Het zijn thema’s die vaak terug komen in het dagelijks leven. Door het gebruik van een essentieel thema leren kinderen de verbinding te leggen tussen de wereld en zichzelf.
Essentieel thema
Dit boek past als aanvulling bij het thema’s zoals Feest, Insecten of Kriebelbeestjes. Het is geschikt om te gebruiken voor de kinderen van 2 tot 4 jaar of oudere kinderen die de Nederlandse taal nog lastig vinden.
Introductie:
Dit boek kan je goed gebruiken bij feestjes in de klas, zoals je verjaardag van een leerling of de leerkracht.
Mogelijke activiteiten
- Maak een tekening van iedereen die je wil uitnodigen op jouw verjaardag en schrijf de namen erbij.
- Maak uitnodigingen voor een feest.
- Ontwerp een taart met allerlei dingen die een rups lekker vindt om te eten.
- Maak versiering: een vlaggenslinger van een touw/lint en driehoekige papieren of knip een slinger van een rond vouwblaadje (zoals slakkenhuis steeds kleinere cirkel knippen)
Andere titels bij het thema ‘feest’:
- Vos en Haas vieren feest
- Het muizenhuis: het grote feest
- Aadje Piraatje viert feest
- Fabians feest
- Hennie de heks viert feest
- Plotter viert feest op school
- Boer Boris wil geen feest
- Een taart voor kleine beer
- Verjaardag met taart
- Waar is de taart?
Overige ideeën
- Maak een echte taart. Bedenk eerst voor wie de taart wordt. Schrijf een recept op. Zoek de benodigdheden en ga daarna aan de slag.
- Zoek een rups op de speelplaats en bestudeer hem.
- Op de website van Rupsje Nooitgenoeg zijn ook leuke lesideeën te vinden.
Andere delen
