[DOOR LONNEKE] ‘ O NEE! Er zit een monster in je boek!
Laten we proberen hem eruit te krijgen.‘
– Er zit een monster in je boek –
Dit boek is geschikt om voor te lezen aan kleine groepjes kinderen vanaf groep 1.
Het verhaal
Er is een monster in je boek gekomen! O nee, wat nu? Kun je hem uit het boek krijgen? Schud eens met het boek! Kriebel het monster onder zijn voeten… Lukt het?
Benieuwd naar dit boek? Bekijk hier het inkijkexemplaar.
Recensie
Het boek is echt heel erg leuk. Ik vond het monstertje op de kaft al heel lief en toch ook wel ondeugend uitzien en maakt ook wel nieuwsgierig naar het boek. De reactie van mijn jongste dochter (bijna 4) was onbetaalbaar. Die genoot zo van het voorlezen en moest zo lachen om alles wat ze moest doen om het monstertje uit het boek te krijgen. Geweldig!
Bedankt Uitgeverij Klavertje vier voor het toezenden van dit recensie-exemplaar.
Zelf dit boek aanschaffen? Dat kan in de plaatselijke boekhandel of hieronder:
Ideeën mini leeslessen Er zit een monster in je boek
In de onderbouw werken de mini leeslessen anders. Het voornaamste doel van het voorlezen in de onderbouw is het leesplezier! Kinderen die graag worden voorgelezen en het fijn vinden om boeken te bekijken, zullen later het lezen sneller oppakken. Bij de keuze van het boek is het belangrijk om aan te sluiten bij de belevingswereld van de kinderen.
In onderstaande mini leeslessen staat beschreven hoe je Er zit een monster in je boek interactief kan voorlezen. Interactief voorlezen is een manier om naast het vergroten van het leesplezier te werken aan andere doelen zoals het vergroten van de woordenschat, het inzicht in zinsbouw, verhaalbegrip, de communicatievaardigheid en boekoriëntatie te werken.
– Enkele interactieve vragen bij het boek zijn:
Voor het voorlezen (laat de kaft en de binnenkant van de kaft zien):
- Wat is een monster?
- Wat denk je dat het monstertje gaat doen?
- Hoe vind je dit monster eruit zien? Zou je hem durven aaien?
Tijdens het lezen:
Tijdens het lezen is het boek heel interactief. Het boek moet geschud worden, gedraaid, gekanteld etc. Hier kun je steeds kinderen voor kiezen om dit te doen. Dat vinden ze het leukst.
- Wat denk jij; is dit monster een meisje of een jongen? Waarom denk je dat?
- ‘Kijk! Hij is duizelig!’ Ben jij wel eens duizelig geweest? Hoe kwam dat?
- Het monster loopt weg voor lawaai? Wat zou jij doen als er lawaai is?
Na het lezen:
- Wat vind jij ervan dat er een monster in dit boek woont?
- Wanneer ben je ondeugend?
- Hoe vond je het dat je veel mocht doen met dit boek zoals schudden, draaien etc.?
Woorden die goed behandeld kunnen worden bij dit boek om de woordenschat te vergroten:
- Met behulp van de illustraties/de tekst: weggeblazen, duizelig, slaapt.
- Uitleggen met andere woorden: kriebel, luider, sluit.
- Door de woorden voor te doen met het boek: schud, kriebel, blaas, kantel naar links, kantel naar rechts, zwaai, draaien, aai.
DOWNLOAD hier de Mini leesles leskaart Er zit een monster in je boek.
Overige ideeën
- Teken een monster of verf een monster op een groot blad papier.
- Knutsel een monster van een leeg doosje. Beplak het doosje met gekleurd papier. Daarna moeten er nog poten, oren, mond en neus op. Hoeveel ogen krijgt je monster? Misschien nog wat veertjes of vlekken er op?
- Dans mee! Het Grote Groene Griezelmonster
- Zing samen een lied over monsters
- Bouw/ maak jouw monster in de bouwhoek met blokken, duplo, Lego of op de kralenplank. Laat kinderen eventueel eerst een ontwerp tekenen. Hoe gaat het monster er uit zien?
