[DOOR MICHELLE] ‘Nou, Rembrandt, misschien heb jíj wel het mooiste cadeau gekregen.’
‘Hoezo?’ vraagt Rembrandt verbaasd.
‘Soms is een wens die niet uitkomt het mooiste cadeau dat er bestaat.’
– Het grote REMBRANDT voorleesboek –
Dit boek is geschikt voor kinderen vanaf groep 5 om zelf te lezen of om voor te lezen vanaf groep 1-2.
Het verhaal
In het grote Rembrandt voorleesboek staan 24 schilderijen van Rembrandt. Bij elk van de schilderijen is een verhaal bedacht. Verschillende schrijvers hebben hun eigen associaties bij het doek gebruikt om een verhaal vorm te geven. Bij de mini leeslessen staan de verhalen elk in een paar zinnen omschreven.
Benieuwd naar dit boek? Bekijk hier het inkijkexemplaar.
Bekijk ook: dit ben ik (AVI-START)
Recensie
De verhalen in het grote Rembrandt voorleesboek zorgen ervoor dat je met extra aandacht naar het schilderij kijkt en nieuwe dingen ontdekt, die je eerder over het hoofd zag. De verhalen zijn erg afwisselend qua sfeer en beleving. Er worden diepzinnige thema’s aangesneden, maar het zit ook vol humor. Je hebt het gevoel dat je een realistisch inkijkje krijgt in het leven van Rembrandt.
Na het lezen van twee verhalen van Koos Meinderts ontdekte ik dat er connectie zat tussen al zijn verhalen. Een mooie verrassing!
Met dank aan Uitgeverij Rubinstein en het Rijksmuseum voor het toezenden van dit recensie-exemplaar.
Zelf dit boek aanschaffen? Dat kan in de plaatselijke boekhandel of hieronder:
Ideeën mini leeslessen Het grote REMBRANDT voorleesboek
Om kinderen te enthousiasmeren om het boek te lezen en hen te stimuleren om erover na te denken kun je het boek koppelen aan mini leeslessen. Dit zijn tevens manieren om met kinderen in gesprek te raken over boeken en hun interesses te ontdekken. Enkele mini leeslessen voor het boek Het grote REMBRANDT voorleesboek zijn:
- ‘Een man die we kennen.’ Dit verhaal gaat over de zelfportretten van Rembrandt.
Leesvraag: Weet jij hoe je hoofdpersoon eruit ziet? Weet je dat door een afbeelding of een omschrijving. - ‘Licht en donker.’ Rembrandt doet alsof Paulus, de man uit de Bijbel is. Hij speelt toneel en doet de karakteristieke houding van Paulus na.
Leesvraag: Aan welke gedrags- of uiterlijke kenmerken kan je jouw hoofdpersoon herkennen - ‘Het geschenk.’ Anna is weefster en heeft een dekentje gemaakt voor de dode baby van haar baas. Uit dankbaarheid geeft hij haar een bokje cadeau. Haar man denkt dat ze hem heeft gestolen.
Leesvraag: Geloof je het of niet? Zijn de gebeurtenissen in jouw verhaal waarheidsgetrouw? - ‘Kaat of kat?’ Het geheime leven van koekenbakster Trui wordt bekend, doordat Kaat van de water en vuurwinkel haar bespied. Kaat kan namelijk veranderen in een kat.
Leesvraag: Kan jouw hoofdpersoon een geheim bewaren? En jij? - ‘Kassie’ Kassie is een zwerfhond, die geschetst is door Rembrandt. Hij heeft het geluk dat een meisje van stand zich over hem ontfermd, waardoor hij binnenkomt in het atelier waar de Nachtwacht wordt geschilderd.
Leesvraag: Komen er dieren in jouw verhaal voor? Worden gedachten van deze dieren beschreven of kunnen ze praten? - ‘Hoge nood.’ Een vrouw moet nodig plassen en zoekt een rustig plek. Rembrandt ontdekt haar.
Leesvraag: Gaan in jouw boek personages naar het toilet? Waarom zou dit in niet veel boeken voorkomen? - ‘Twee toeristen in de nacht.’ Inbrekers in de lakenhal schrikken van een zwarte kat. In hun vlucht zien ze het schilderij van de Staalmeesters voor echte mensen aan.
Leesvraag: Wordt er in jouw boek iets afgepakt of gestolen? - ‘Brief van een jonge vader aan zijn zoontje.’ De vader is geschilderd als herinnering voor zijn zoon. Hij overlijdt voor zijn zoon hem goed zal kunnen herinneren en hij geeft hem een fluit als erfenis.
Leesvraag: Wordt er een instrument bespeeld in jouw boek? - ‘Pauwenveer.’ De vader van Aukje is zijn eten en drinken vergeten mee te nemen naar zijn werk als tuinman. Aukje gaat het brengen en krijgt een pauwenveer van een meisje van stand, Elisabeth.
Leesvraag: Krijgen er personages in jouw boek een geschenk? - ‘Een verhaal over vriendschap.’ Robin met opa naar het Rijksmuseum. Daar zien ze op een schilderij Jan Six, de beste vriend van Rembrandt.
Leesvraag: Wie zijn vrienden in jouw boek? - ‘De vrouw op de drempel.’ Je kan niet iedereen helpen of redden, maar je kan je wel herkennen in het verdriet of de eenzaamheid van de ander.
Leesvraag: Leef jij mee met de hoofdpersoon van het boek? - ‘Faust.’ Faust is een geleerde, die graag eeuwig jong wilde blijven. Hij wilde hiervoor zijn ziel verkopen aan Mephisto en zich aansluiten bij het duister. Wende kan dit maar ternauwernood voorkomen.
Leesvraag: Wat is de grootste wens van jouw hoofdpersoon? - ‘De luidruchtige compagnie.’ De kapitein wordt steeds baas genoemd, wat hij erg vervelend vindt. De compagnie luistert niet.
Leesvraag: Wordt er in jouw boek naar elkaar geluisterd? - ‘Thuis.’ Een hele stille vrouw laat een man overnachten in haar huis. De volgende ochtend vergeet hij zijn hoed mee te nemen.
Leesvraag: Vergeet een personage in jouw boek iets? - ‘Het mooiste cadeau.’ Rembrandt is verliefd, maar de liefde wordt niet beantwoord.
Leesvraag: Is er in jouw boek iemand verliefd? - ‘Ik besta.’ Een leeuw hecht geen waarde meer aan zijn leven, omdat hij niet blij is met zijn leven. Hierdoor is hij ook niet meer bang.
Leesvraag: Hoe blij/ontevreden/verdrietig zijn de personages uit jouw boek? - ‘Een rijke maaltijd.’ De schilder krijgt een luxe maaltijd terwijl hij Marten en Oopjen schildert.
Leesvraag: Wat wordt er in jouw boek gegeten? - ‘De schelp van Titus.’ Rembrandt heeft geen geld om te betalen. De schelp van zijn zoon Titus wordt afgepakt als betaling, door de vader van Roef. Deze schelp heeft Titus gekregen van zijn vriend Roef en Roef vindt het zo oneerlijk dat zijn vader hem heeft afgepakt dat hij hem terug komt brengen. In ruil hiervoor maakt Rembrandt een tekening van de schelp.
Leesvraag: Afpakken en teruggeven, gebeurt dat in jouw boek? - ‘Lambert en Lambert.’ Een tweeling kreeg dezelfde naam, omdat ze dachten dat een van de jongens zou sterven. Sterke en slimme Lambert worden hun bijnamen.
Leesvraag: Heeft een personage in jouw boek een bijnaam? - ‘Een liefdeslied.’ Drie mensen maken muziek en zingen en een ander geeft commentaar.
Leesvraag: Wordt er in jouw boek gemopperd op elkaar?
DOWNLOAD hier de Mini leesles leskaart Het grote Rembrandt voorleesboek.
Overige ideeën
- Zelfportret: Een man die we kennen. In het voorwoord wordt het leven van Rembrandt en zijn visie op kunst beschreven. Maak een zelfportret in de stijl van Rembrandt.
- Dichten: Aan de rivier. Saskia, de vrouw van Rembrandt is overleden. Dit gedicht omschrijft de herinnering die hij heeft vastgelegd op het schilderij. Schrijf een gedicht als herinnering aan een bijzonder persoon of een bijzondere gebeurtenis.
- Schrijfopdracht: De weg van de zoon. Rembrandt heeft zijn zoon Titus geschilderd in een pij alsof hij Franciscus is. Volg jij de weg van je vader of moeder? Mag je je eigen weg kiezen? Schrijf op wat je graag hetzelfde en wat je anders zou willen doen als je vader of moeder en beschrijf ook waarin jullie dan lijken op elkaar.
- Schilderen: Leg je hand op mijn hart. Twee geliefden laten zich schilderen om hun blijdschap vast te leggen, omdat ze zwanger zijn geworden op latere leeftijd. Net als Isaak en Rebecca uit de Bijbel. Denk terug aan een herinnering waar je nog een foto in je hoofd hebt. Schilder deze herinnering.
- Brief schrijven: Een groep 7 leerling schrijft een brief aan Rembrandt. Schrijf ook een brief aan een kunstenaar.
- Geschiedenis: Wat waar is. Het Afrikaanse meisje Saar wordt tot slaaf gemaakt. Dit verhaal past bij geschiedenislessen over ontdekkingsreizen (groep 7) en de slavernij. Zoek uit welk werk slaven moesten doen.
Bekijk ook: Piet en de zee (AVI-M3)