[DOOR ALICE] ‘Al het moois in de wereld begon ooit met een droom. Dus blijf geloven in de jouwe.’
– Wonka-
Dit boek is geschikt om zelf te lezen vanaf groep 6.
Het verhaal
Ken je het verhaal van Sjakie en de chocoladefabriek? Dan ken je vast ook de excentrieke Willie Wonka. Hij is de eigenaar van die grote, geweldige chocoladefabriek. Die chocoladefabriek is natuurlijk niet zomaar uit de lucht komen vallen. Willie Wonka is ook klein geweest, maar dat maken zijn dromen er niet minder om.
‘Natuurlijk zouden niet veel mensen het leven van deze jongen en zijn moeder gróóts noemen, maar Willie Wonka wel. Hij zag wat anderen niet zagen en dat kwam door zijn wonderbaarlijke fantasie. Ooit zou Willie net zo beroemd worden om zijn fantasie als om zijn chocola, maar voordat de wereld daarmee in aanraking zou komen, was die nog klein, nieuw en alleen van hemzelf.’
Willie durft groots te dromen. Hij durft van zijn fantasie werkelijkheid te maken. Zijn verhaal begint bij één speciale chocolade reep, met liefde gemaakt door zijn moeder. Elk jaar op zijn verjaardag kreeg hij die overheerlijke reep. En daarmee begon zijn droom om chocolademaker te worden. Maar niet een kleine droom, nee hij wil zijn chocolade verkopen in de wereldberoemde Galerie Gourmet.
Aangekomen in de grote stad, lijkt de wereld toch minder rooskleurig dan Willie had verwacht. Zijn droom wordt gedwarsboomd door de andere chocolademakers van Galerie Gourmet. Zij willen hun winst niet delen met Willie en bedenken een plan. Willie komt vast te zitten in de wasserij van Mangel en Zeperd. En zoals het er naar uitziet, zit hij hier vast voor de rest van zijn leven. Tenzij je Willie Wonka heet natuurlijk. Ga mee op het avontuur van Willie Wonka. Dit is een verhaal waarbij dromen alleen gedroomd worden om waar te maken. Het enige wat je nodig hebt is een snufje fantasie.
Benieuwd naar dit boek? Bekijk het inkijkexemplaar.
Recensie
Toen ik het boek opende, kwam ik er al snel achter dat ik mijn eerste fout al had gemaakt. Ik had eerst de film bekeken. Weg fantasie. De film speelde zich letterlijk af in mijn hoofd. Op dat moment vroeg ik mezelf af, of er ook voordelen zijn als je eerst de film kijkt en daarna het boek leest. En ja die zijn er zeker. Al vrij snel kwam ik erachter dat ik niet zo fantastisch had opgelet tijdens de film. Een boek kun je lezen in je eigen tempo en aangezien ik geen snelle lezer ben, doe ik dat dan ook vrij langzaam. Hierdoor begreep ik het verhaal veel beter en had ik zelfs door het lezen van het boek een paar ‘aha-momentjes’.
Niet alles is hetzelfde als de film. Er zitten een paar leuke fragmenten tussen (die ik natuurlijk niet ga verklappen, want je moet dit boek gewoon zelf lezen). Die fragmenten voelen aan als een cadeautje. Ik dacht natuurlijk dat ik alles al wist. Maar nu weet ik nog net even iets meer van de wereld van Willie Wonka.
Het boek is gebaseerd op de film. Dit maakt dat het verhaal heel filmisch geschreven is. Ook al heb je de film niet gezien, het kan niet anders dan dat je het boek als film in je hoofd afdraait. Dat maakt ook dat het helemaal niet erg is, dat er geen illustraties in het boek staan. Wel zijn sommige letters op een ludieke manier weergegeven. De accenten worden op de juiste woorden gelegd, wat het ook makkelijker maakt om het boek bijvoorbeeld voor te lezen.
Wonka is geïnspireerd op Roald Dahl’s Sjakie en de chocoladefabriek. Kinderen die dol zijn op deze fantasieboeken vinden misschien ook Matilda en de GVR van Roald Dahl leuk. En ben je bekend met de Roald Dahl week?
Met dank aan uitgeverij De Fontein voor het toezenden van dit recensie-exemplaar.
Ideeën mini leeslessen Wonka
Om kinderen te enthousiasmeren om het boek te lezen en hen te stimuleren om erover na te denken kun je het boek koppelen aan mini leeslessen. Dit zijn tevens manieren om met kinderen in gesprek te raken over boeken en hun interesses te ontdekken. Enkele mini leeslessen voor het boek Wonka zijn:
- Het boek begint met een proloog. Een korte inleiding voordat het verhaal echt begint. Lees bladzijde 5 ‘Sommige kinderen zijn…’‘ t/m bladzijde 11 ‘…chique hoge hoed.‘ voor.
Leesvraag: Heeft jouw boek ook een proloog? Waar gaat het over? Waarom is het belangrijk dat het boek hiermee begint? - Het boek maakt een sprong in de tijd. Dit noem je een flashforward. Hoofdstuk één begint met ‘Zeven jaar later’. Het boek wordt als het ware doorgespoeld naar het stuk waar Wonka op reis gaat naar de grote stad. Lees bladzijde 12 ‘Willie stond aan…’ t/m bladzijde 14 ‘…veel succes, knul.’ voor.
Leesvraag: Heeft jouw boek ook een flash forward? - Willie Wonka kan eigenlijk helemaal niet lezen. Maar dat geheim houdt hij voor zichzelf. Alleen heeft dit geheimpje hem nu in de problemen gebracht? Lees bladzijde 51 ‘Willie liep terug…’ t/m bladzijde 54 ‘…had zien aankomen.’ voor.
Leesvraag: Wat kan de hoofdpersoon uit jouw boek niet? - Willie ontmoet de mensen in de wasserij die ook de kleine lettertjes niet hebben gelezen. Ook zij zitten voor een langere tijd vast in de wasserij. Ze stellen zich voor aan Willie. Opvallend is dat hun naam perfect passen bij hun voormalig beroep. Lees bladzijde 55 ‘Ik ben Abacus…’ t/m bladzijde 56 ‘…is een clowngrapje.‘ voor.
Leesvraag: Zijn de namen uit jouw boek ook passend bij de personages? - Willie houdt van innovatie. Hij komt met een slimme uitvinding. Lees bladzijde 81 ‘Beneden in de…’ t/m bladzijde 83 ‘…een genie, Willie.‘ voor.
Leesvraag: Wat voor originele uitvindingen of ideeën komen er in jouw boek voor? - De Oempa-Loempa is Wonka te slim af, terwijl hij maar klein van formaat is. Bij dit stukje past perfect het spreekwoord ‘Wie niet sterk is, moet slim zijn.‘ Lees bladzijde 126 ‘Die nacht was…’ t/m bladzijde 131 ‘…in de nacht.’ voor.
Leesvraag: Heb jij ook een fragment in je boek waarbij je moet denken aan een spreekwoord?
Leesvraag: Heb jij ook een fragment waarbij een personage uit jouw boek iemand te slim af is? - In hoofdstuk 18 laat de schrijver ons in spanning achter. Dit noem je een cliffhanger of een plot. De spanning loopt hoog op en we weten niet hoe het verder afloopt. Lees bladzijde 158 ‘Toen Willie in…’ t/m bladzijde 164 ‘…zag, was chocola.’ voor.
Leesvraag: Heeft jouw boek ook een plot? Kun je dit stukje voorlezen aan de klas?
DOWNLOAD hier de Mini leesles leskaart Wonka.
Overige ideeën
- Lees bladzijde 144 ‘De arbeiders van…’ t/m bladzijde 148 ‘…liep opgewekt weg.’ voor.
Stel je voor je mocht Willie Wonka helpen met een idee voor zijn winkel, wat voor snoepgoed zou jij ontwerpen? Maak je ontwerp op het werkblad Snoepgoed ontwerpen. - Lees bladzijde 220 ‘Als ik de wereld…’ t/m bladzijde 220 ‘…een chocoladerivier zijn.’ voor.
Schrijf het plan voor de chocoladefabriek van Wonka verder. Maak je plan op het werkblad Chocoladefabriek.
