Mijn wonderlijke oom

[DOOR MARIE-JOSE] ‘Mijn moeder vindt mijn oom maar wonderlijk. Ik niet. Ik vind mijn oom heel gewoon.’
– Mijn wonderlijke oom –

Dit boek is geschikt om voor te lezen vanaf groep 1.

Het verhaal

Mijn wonderlijke oom

Als de ouders van Gerard uitgaan, komt de oom van Gerard oppassen. Gerard vindt dat geweldig want dan halen ze samen kattenkwaad uit en alles wordt een groot avontuur. Dat komt omdat de oom van Gerard vroeger in het circus heeft gewerkt. Hij kan van gewone dingen een ongewoon avontuur maken. Ze gaan samen koorddansen, wilde dieren temmen en jongleren. En wat ongewoon is… ze doen dat gewoon in huis en op straat. Alles mag en alles kan, als je je fantasie maar gebruikt.

Benieuwd naar Mijn wonderlijke oom? Bekijk het inkijkexemplaar of een liedje bij dit boek:

Recensie

Mijn wonderlijke oom nodigt uit om met leerlingen te praten over wat ze zien in de illustraties en wat ze denken wat er gebeurt. Het geeft ideeën tot een filosofisch gesprek over wat gewoon is en wat ongewoon is. Vanuit verschillende perspectieven kun je kijken naar de prenten. Wat zouden de ouders van Gerard vinden, wat vinden Gerard en zijn oom en wat vind jij zelf van de avonturen die zij beleven? De koppeling tekst en beeld versterkt elkaar en laat verbeelding over. Het gebruik van kleuren vertelt op zich een verhaal en als je naar details gaat kijken valt er veel te ontdekken aan dit prachtige boek.

Yvonne Jagtenberg legt uit hoe zij het boek gemaakt heeft en waardoor zij is geïnspireerd. Yvonne heeft een gouden penseel gewonnen met dit boek. In het juryrapport kun je nog meer informatie vinden over dit boek.

Mijn wonderlijke oom van Uitgeverij Rubinstein kocht ik bij de lokale boekhandel.

Ideeën mini leeslessen Mijn wonderlijke oom

In de onderbouw werken de mini leeslessen anders. Het voornaamste doel van het voorlezen in de onderbouw is het leesplezier! Leerlingen die graag worden voorgelezen en het fijn vinden om boeken te bekijken, zullen later het lezen sneller oppakken. Bij de keuze van het boek is het belangrijk om aan te sluiten bij de belevingswereld van de leerlingen.
Hieronder vind je hoe je Mijn wonderlijke oom kunt voorlezen. Voorlezen is een manier om naast het vergroten van het leesplezier te werken aan andere doelen zoals het vergroten van de woordenschat, het inzicht in zinsbouw, verhaalbegrip, de communicatievaardigheid en je kunt aan boekoriëntatie werken.

Enkele vragen bij het boek zijn:

Voor het voorlezen:

Bekijk met de leerlingen de kaft en praat erover voor je start met voorlezen. Je kunt dit doen door vragen te stellen over de kaft

  • Wat zie je?
  • Lees de witte woorden van de titel voor
  • Lees daarna het zwarte woord voor en vraag waarom dat woord er later tussen is gezet volgens hen
  • Vraag aan de leerlingen wat zij denken wat wonderlijk betekent.
  • Wat is er wonderlijk aan de meneer op de kaft?

Bij LIST bij kleuters vertel je kort de strekking van het verhaal zonder dat je de clou weggeeft. Je wil dat kleuters nieuwsgierig worden en de juiste informatie tot zich nemen, waardoor het verhaalbegrip zo groot mogelijk wordt. Voor dit boek zou dat als volgt kunnen:

  • Deze meneer is de oom van Gerard. Hij past af en toe op Gerard. Gerard vindt dat geweldig want met zijn oom beleeft hij avonturen. Zijn oom was vroeger een circusartiest en hij kon alles wat je in een circus kunt doen. Hij was acrobaat, jongleur en dompteur, (dat is een leeuwentemmer) en clown en nog veel meer… Vandaag past hij weer op Gerard. Wat gaan ze vandaag weer beleven?
  • Extra suggestie: Als je dit boek gaat gebruiken bij het thema circus dan is het aan te bevelen om vooraf een filmpje te laten zien over wat je in het circus kunt doen. Bij uitzending gemist kun je het filmpje van Hoela Hoep bekijken Tadaa Heel hoog in de lucht of via School tv heel hoog in de lucht. In dit filmpje worden de noodzakelijke woorden die van belang zijn om het verhaal te begrijpen uitgelegd en ondersteund met beelden. Je krijgt ook meteen ideeën hoe je in de klas met het thema circus aan de slag kunt gaan.

Als het prentenboek voor de eerste keer voorgelezen wordt, onderbreek je bij LIST voor kleuters het verhaal zo min mogelijk. Je geeft alleen maar uitleg als je denkt dat sommige woorden te moeilijk zijn om het verhaal te begrijpen.

Tijdens het lezen kun je deze vragen stellen:

  • Op de bladzijde met de afbeelding van het koorddansen:
    • Je zegt terwijl je naar de afbeelding wijst “Kijk, oom is hier aan het koorddansen’ dat kan hij heel goed!
      Vervolgens lees je de tekst: ‘In het circus waren koorddansen en acrobatische toeren zijn specialiteit’
      Je zegt: ‘ je specialiteit’ dat is iets waar je heel goed in bent. Oom kon goed dansen op een koord en hij kon allerlei kunstjes uithalen.
      Je vraagt eventueel: Waar ben jij goed in, wat is jouw specialiteit?
  • Op de bladzijde waarop tekeningen staan wat oom allemaal kon in het circus:
    • Je vraagt om aan te wijzen waar je kunt zien dat hij clown was, waar directeur, jongleur etc.. Vraag ook hoe je dat kunt zien of vertel het zelf als de leerlingen niet reageren.

Bij volgende keren voorlezen is het wel mogelijk om dieper na te denken over een fragment van het verhaal. Als je een denkvraag stelt vraag dan door op wat de leerlingen antwoorden.

Na het lezen, maak een keuze uit onderstaande vragen:

  • Bekijk de foto (van Jaques Tati) achterin het boek en vertel dat deze meneer films maakte over zijn oom. Je kunt ook de trailer laten zien van de ‘echte’ oom. Vraag aan de leerlingen of ze dingen die op de foto te zien zijn ook in het boek hebben gezien. Wat is hetzelfde en wat is anders?
  • Op de bladzijde waar oom danst over het zebrapad zie je dat alle auto’s op elkaar botsen. Hoe zou dat komen? Wat zou jij doen als je de agent was? Hoe zou je ervoor zorgen dat de auto’s niet botsen?
  • Denk je dat politieagenten in het echt ook wel eens dansen als ze het verkeer regelen? Waarom wel of waarom niet? Leuk is om daarna dit filmpje te laten zien.
  • De mama van Gerard vindt de oom maar wonderlijk. Gerard vindt hem heel gewoon. Waarom zou mama oom wonderlijk vinden? Waarom vindt Gerard hem gewoon? Wat vind jij?

Woorden die goed behandeld kunnen worden bij Mijn wonderlijke oom om de woordenschat te vergroten:

  • Met behulp van de illustraties: reuze-rode-ratelslang, koorddanser, acrobatiek.
  • Uitleggen met andere woorden: dorp, op stap gaan, kattenkwaad uithalen, dierentemmer, dompteur, gewoon, wonderlijk , specialiteit.
  • Door de woorden voor te doen met het boek: indianenkreten, acrobatische toeren, ballet, jongleur.

DOWNLOAD hier de .Mini leesles leskaart Mijn wonderlijke oom 

LIST bij kleuters

In groep 1-2 wordt op bijna alle scholen gewerkt met thematisch onderwijs. Bij het voorlezen is het dan ook een logische keuze om te kiezen voor prentenboeken die bij het thema passen. Het doel van het thematisch voorlezen is dat de ervarings- en taalbasis van de kinderen vergroot wordt.

Bij de LIST-methodiek kiezen de leerkrachten een essentieel thema, waarbij 1 prentenboek de basis is. Essentiële thema’s zijn brede onderwerpen waar mensen op verschillende wijzen naar kijken en die uitnodigen tot het stellen van vragen en filosoferen. Het zijn thema’s die vaak terug komen in het dagelijks leven. Door het gebruik van een essentieel thema leren kinderen de verbinding te leggen tussen de wereld en zichzelf.

Essentieel thema

Er zijn verschillende essentiële thema’s mogelijk bij het prentenboek ‘Mijn wonderlijke oom’

  • Ik kan alles
  • Gewoon en wonderlijk
  • Talenten in het circus

Bij het thema ‘Talenten in het circus‘ past dit boek prachtig als centraal boek.

De zin die centraal kan staan is: ‘Mijn oom is een artiest’. Als centraal woord kun je ‘oom’ kiezen.

Mogelijke activiteiten

Thema circus

Het thema circus is door vele leerkrachten uitgewerkt. Door op deze links te klikken kun je activiteiten rondom het thema circus vinden inclusief liedjes, filmpjes, knutsel ideeën en mogelijkheden om tot een circusvoorstelling te komen aan het einde van het thema.

Er zijn ook verschillende digitale kinderboeken over het circus te vinden.

Creatief schrijven

Het is leerzaam om boeiende schrijfactiviteiten onderdeel te laten zien van het spel rondom circus

  • Naam bedenken voor het circus
  • Laat de leerlingen uitnodigingen maken.
  • Toegangskaartjes
  • Programma van de voorstelling
  • Lijstje van spullen die je nodig hebt als clown/ of in een circus
  • Lijstje van dieren die je in een circus kunt tegenkomen
  • Tekenen en schrijven wat een clown draagt, hoe hij eruitziet.
  • Maak voor elke leerling een leeg circusboek waarin ze op elke bladzijde iets tekenen en schrijven wat ze meemaken tijdens het thema
  • Een circusdiploma
  • Idee uit de lesbrief van leesplan: Schrijf op vier verschillende gekleurde stroken papier of kaarten personen (clown, circusdirecteur, acrobaat, …), voorwerpen (een toverstaf, jongleerballen, stelten, …), handelingen (tuimelen, dansen, temmen, …) en plaatsen (circus, tuin, schoolplein, …). Laat elk kind van elke gekleurde kaart eentje trekken en de combinatie (vb. de directeur danst op stelten over het schoolplein.) uitbeelden, tekenen, een kort verhaaltje van maken

Voor de motoriek:

  • Goocheltrucs leren en daarna tekenen en schrijven hoe je het doet. Op goochelaar.nl worden de goocheltrucs voorgedaan en uitgelegd.
  • Koorddansen over een touw, lijn, bank, randje zandbak…
  • Jongleren: Jongleren met doekjes
  • Clowntrucs die mis mogen gaan (vertel over de onhandigheid van clowns):
  • Je mag je springend aan proberen te kleden
  • Afval vanaf een afstand in de prullenbak gooien.
  • Op de speelplaats lopen met te grote schoenen, maar niet op de lijntjes tussen de tegels gaan staan
  • Versierde blikken omgooien
  • Grote clownsschoenen maken van karton en daarmee gaan lopen

Andere boeken bij dit thema

  • Hondje, de enige echte, korte verhalen over een eigenwijs hondje. Yvonne Jagtenberg (Rubinstein 2015).
  • Het circus in de stad, Pieter Van Oudheusden & Jan De Kinder (De Eenhoorn 2006). Dit boek laat je kennismaken met verschillende acts in het circus.
  • Hello Monsieur Hulot, David Merveille & Jacques Tati (Rouergue 2013). In dit tekstloze boek met 22 strips maak je kennis met de heer Hulot, een personage van Jacques Tati. Grappige situaties die uitnodigen om bij te vertellen, te schrijven, … Via You tube vind je deze presentatie over het boek

Via leesplan is deze lesbrief over dit boek samengesteld met nog meer vragen en ideeën.

*Dit bericht bevat affiliate links

Vergelijkbare artikelen

Winkelwagen