[DOOR ALICE] ‘Ga voor het raam staan, met je muts op en je jas aan. Kijk niet naar je voeten en kijk niet om. Stel geen vragen. ‘Duurt het nog lang?’ Niet doen. Anders mis je het begin. Iemand moet zeggen: ‘Ja oh ja.’ En in z’n handen wrijven. Als de hemel grijs is, dan weet je het zeker. Dan wordt het een pak. Een dik, dik pak. Je ziet de eerste vlokken vallen. Je denkt: ik ga iets zeggen, maar je vergeet het te zeggen. Iemand anders doet het in jouw plaats: ‘Het sneeuwt.’ Oh.‘
– Morris –
Dit boek is geschikt om voor te lezen vanaf groep 3 en zelf te lezen vanaf groep 5 .
Het verhaal
Morris is een verhaal over een jongen die sinds kort bij zijn oma moet logeren. ‘Voor een tijdje maar. Dat was het beste zo.’ Zijn oma heeft een hond die zijn naam alle eer aan doet, Houdini. Houdini is namelijk een hond die graag wegloopt, een meester in verdwijnen en verschijnen. Als Morris’ oma naar de berg wees, hoefde ze niet te zeggen wat Morris daar moest gaan doen. Dan had hij zijn laarzen al aan. Dan was Houdini weer eens ontsnapt en moest Morris weer eens de berg op. En op de berg daar verdwaalde Morris niet zomaar. Want hij had alles een naam gegeven. ‘Als iets een naam heeft, bestaat het meer dan zonder.’
Morris, de jongen die de hond vond, is een vrieskoud avontuur waarvan je gaat gloeien. Over sneeuw die blijft liggen, een hond die wegloopt en het belang van een naam.
Benieuwd naar dit boek? Bekijk het inkijkexemplaar.
Recensie
Morris is een dun boek, maar je bent er niet in één keer doorheen. Dit boek vraagt om opnieuw gelezen te worden. Ik heb Morris zelf wel 4 keer gelezen en elke keer ontdekte ik iets nieuws. Zinnen vallen in elkaar. Het verhaal wordt steeds duidelijker en toch blijft het mysterieus. Elke keer als ik het boek dicht deed, bleef ik weer met een nieuwe vraag achter.
Aan het begin van het boek heb je het te doen met Morris. Maar dat is precies datgene wat Morris niet wil.
‘Je moest hem geen jongetje noemen. Of kereltje. Je moest niet met je vlakke hand op zijn bol tikken en ocharm zeggen.‘
Zijn oma wist dat. Die noemde hem geen jongetje. Ze gaf hem een naam met brede schouders.
‘Als iets een naam heeft, bestaat het meer dan zonder.’
Naast het verhaal zijn de illustraties in het boek ook schitterend en sluiten helemaal aan bij het verhaal. Het einde voelt als een warme deken. Een met liefde gemaakte warme lappendeken. Klaar om nog een keer gelezen te worden.
Kinderen die meer boeken willen lezen waarin gevoelens een grote rol spelen vinden De boom met het oor, Zij, ik en de sterren of Wat je denkt ben je zelf wellicht ook leuk om te lezen.
Met dank aan Uitgeverij Querido voor het toezenden van dit recensie-exemplaar.
Ideeën mini leeslessen Morris de jongen die de hond vond
Om kinderen te enthousiasmeren om het boek te lezen en hen te stimuleren om erover na te denken kun je het boek koppelen aan mini leeslessen. Dit zijn tevens manieren om met kinderen in gesprek te raken over boeken en hun interesses te ontdekken. Enkele mini leeslessen voor het boek Morris de jongen die de hond vond zijn:
- De hond van Morris’ oma heeft een passende naam. Lees bladzijde 13 ‘Morris was op…’‘ t/m bladzijde 14 ‘…samen iets moois.’ voor.
Leesvraag: Welk personage in jouw boek heeft een passende naam? Waarom? - Momenteel woont Morris woont niet bij zijn ouders. Lees bladzijde 13 ‘Morris was op…’‘ t/m bladzijde 13 ‘…verdrietige dingen gebeurd.’ voor.
Leesvraag: Hoe ziet de thuissituatie van jouw hoofdpersoon eruit? - Morris heeft een voorgevoel bij meneer Randy Pek. Hij vertrouwt hem niet. Lees bladzijde 14 ‘De laatste tijd…’‘ t/m bladzijde 15 ‘…nooit aankeek, bijvoorbeeld.‘ voor.
Leesvraag: Is er iemand in jouw boek wie je niet vertrouwt? Uit welke zin(nen) blijkt dat? - Hoe gaat het met mij? Dat vraagt Morris zich af. Lees bladzijde 25 ‘Daar beneden is..’ t/m bladzijde 25 ‘…nooit helemaal uit.’ voor.
Leesvraag: Hoe voelt de hoofdpersoon van jouw boek zich? - Morris krijgt woorden met een jongen. Hij probeert zo stoer mogelijk over te komen. Lees bladzijde 27 ‘Toen zag hij…’ t/m bladzijde 34 ‘…een wedstrijdje won.’ voor.
Leesvraag: Komt er in jouw boek ook een situatie voor waarin de hoofdpersoon zich stoer voordoet?
DOWNLOAD hier de Mini leesles leskaart Morris.
Overige ideeën
- Stellen: ‘Morris was op weg naar huis. In zijn armen gromde een hond. Een niet heel grote. Het was de hond van zijn oma, maar ook een beetje die van hem, omdat hij bij zijn oma woonde. Voor een tijdje maar. Dat was het beste zo. Dat zei zijn oma. Er waren verdrietige dingen gebeurd.’ Wat zou er gebeurd kunnen zijn? Schrijf hier een verhaal over.
- Voorstelling: Martine Tanghe leest Morris, op muziek van Koen Brandt, gebracht door het ensemble Oxalys. Bekijk hier de agenda.
