[DOOR MARIE-JOSE] ‘Wanneer krijg ik eindelijk eens post, dacht de mus. Niemand denkt aan mij. Somber tsjilpend zat hij in het gras onder de linde. Het was een mooie dag en plotseling kreeg hij een idee. Ik ga lesgeven in brieven schrijven, dacht hij. Dat ga ik doen’
– Dank je wel –
Dit boek is geschikt om voor te lezen vanaf groep 2.
Het verhaal
Dit boek bevat 19 korte dieren verhalen die gaan over ergens dank je wel voor zeggen. Elk dier heeft wel een andere reden om ergens dankbaar voor te zijn. Ieder dier heeft ook een eigen karakter en wil zijn verjaardag op een eigen wijze vieren. Natuurlijk houden de dieren rekening met de wensen van ieder afzonderlijk!
Recensie
Toon Tellegen schrijft mooie dierenverhalen waarin hij ons vaak een spiegel voorhoudt. In dit boekje worden veel verjaardagen gevierd. De een wil dat alleen doen, een ander wil graag een uitbundig feest. Mooi is dat uiteindelijk iedereen elkaar respecteert en dat het samen gevoel sterk aanwezig is, zelfs als je je feestje niet graag viert! Volwassenen en oudere kinderen zullen de boodschap in de verhaaltjes begrijpen. Ik heb er nu voor gekozen om enkele verhalen uit dit boek voor jongere kinderen uit te werken. De verhaaltjes kunnen voorgelezen worden bij een feestelijke dag maar ook bijvoorbeeld bij een dag als Thanksgiving of gewoon als je ergens dank je wel voor wil zeggen!
Als je nog meer boeken wil lezen waarbij je over gevoel is gesprek kunt gaan dan zijn Het Kleurenmonster en Het geluk van Schildpad ook aan te raden.
Met dank aan uitgeverij Querido voor het toezenden van dit recensie-exemplaar.
Ideeën voorlezen Dank je wel
In de onderbouw werken de mini leeslessen anders. Het voornaamste doel van het voorlezen in de onderbouw is het leesplezier! Kinderen die graag worden voorgelezen en het fijn vinden om boeken te bekijken, zullen later het lezen sneller oppakken. Bij de keuze van het boek is het belangrijk om aan te sluiten bij de belevingswereld van de kinderen.
Hieronder staat beschreven hoe je Dank je wel kunt voorlezen. Voorlezen is een manier om naast het vergroten van het leesplezier te werken aan andere doelen zoals het vergroten van de woordenschat, het inzicht in zinsbouw, verhaalbegrip, de communicatievaardigheid en boekoriëntatie te werken.
Introductie en voorlezen
Als introductie:
Vertel over iets wat je meegemaakt hebt en waar je dankbaar voor bent. Ook kun je een gesprek met de kinderen houden over wanneer je ‘dank je wel’ tegen iemand zegt.
Voor het voorlezen:
Bekijk met de kinderen de kaft en praat erover voor je start met voorlezen. Je kunt dit doen door te vragen wat ze zien en of ze een idee hebben wat dat betekent. Het is hier van belang dat je de titel meteen voorleest. De korte verhalen hebben geen titel, dus een kleine inleiding als je een verhaaltje voorleest is voor de kinderen prettig. Vertel kort over welke dieren het gaat en wat het probleem is.
Het is mogelijk om dieper na te denken over de boodschap in een verhaal. Als je een denkvraag stelt, vraag dan door op wat de leerlingen antwoorden. Hieronder vind je een aantal uitwerkingen met verdiepende vragen en een activiteit bij verschillende verhaaltjes:
Bladzijde 5 t/m 7:
Mier en eekhoorn maken een wandeling in de kou. Het gaat regenen en sneeuwen en mier heeft het erg koud. Eekhoorn ook maar hij laat het niet merken aan mier. Hij beschermt mier tegen de kou met zijn staart ondanks dat hij zelf ook rilt. Samen vallen ze in slaap en mier zegt de volgende ochtend dat ze heerlijk geslapen heeft.
Vragen: Wat vind je ervan dat Eekhoorn niet tegen mier zegt dat hij het ook koud heeft? Wat zou jij gezegd hebben tegen mier? Wat zou er kunnen gebeuren als hij het wel gezegd zou hebben?
Activiteit: Speel het verhaal na met de kinderen. Hoe kun je ervoor zorgen dat iemand niet merkt dat je het koud hebt?
Bladzijde 13 t/m 16:
Mus wil post ontvangen. Hij besluit andere dieren les te geven in hoe zij een brief moeten schrijven. Die les gaat over…het schrijven van een brief naar mus waarin ze hem vertellen een taart te brengen. Uiteraard krijgt mus de brieven echt en ook komen de dieren met een taart die ze samen opeten. Nu schrijft mus nog een bedankbrief!
Vragen: Omdat mus graag iets wil verzint hij een oplossing. Heb jij ook wel eens een oplossing gevonden voor iets wat je heel graag wil? Wat zou jij in de bedankbrief van mus hebben geschreven?
Activiteit: Hoe schrijf je een brief? Geef de les net als de mus. Schrijf iets voor bijvoorbeeld Lieve mama/papa… daarna ik vind je lief want…( het kind verzint zelf iets en tot slot de naam van het kind). Vraag aan de ouders of ze een bedankbriefje terug willen schrijven. Beide brieven kunnen voorgelezen worden.
Bladzijde 27 en 28
Krekel bedankt kikker dat hij hem heeft leren kwaken. Hij heeft echter nog wat vragen voor probleempjes waar hij tegenaan loopt.
Vragen: Krekel weet niet hoe hij zachtjes moet kwaken. Hoe zou hij dat kunnen doen? Hij vertelt ook dat al zijn buren zijn verhuisd, hoe zou dat komen? Het kwaken vindt hij maar ingewikkeld, want nu kwaakt hij bij het eten, het slapen en als hij in de lucht springt. Hij heeft pijn in zijn kaken en dat had hij bij het tsjirpen nooit. Wat zou kikker hem kunnen adviseren?
Activiteit: Krekel wil leren zachtjes te kwaken zo dat het langzaam wegsterft en iedereen tranen in de ogen krijgt en aan iets moois moet denken…Oefen met de kinderen het zachtjes kwaken en leer ze hoe ze van hard naar zacht kwaken kunnen gaan, zo zacht dat het langzaam wegsterft en je niets meer hoort. Bespreek met hen waar je tranen van in je ogen kunt krijgen.
Bladzijde 38 t/m 40:
Zandtor woont in de woestijn en heeft nog nooit de regen horen kletteren op de ramen. Hij schrijft een brief aan de regen en bouwt een huis met ramen. En ja hoor hij leert die dag niet alleen wat kletteren betekent maar ook wat deinen op de golven betekent.
Vragen: De zandtor woont in de woestijn. Zou het daar wel eens kunnen regenen? Zou de regen de bedankbrief van de zandtor ontvangen denken jullie?
Activiteit: Om het kletteren op de ramen te begrijpen heeft de zandtor regen nodig. Als je bellen wil blazen dan heb je zeepsop nodig, wil je een hut bouwen dan heb je daar allerlei spullen voor nodig. Verzin samen met de kinderen wat je nodig hebt bij allerlei activiteiten. (doel en middel bij elkaar brengen)
Bladzijde 41 t/m 45:
De boktor ontmoet de kwal die heel verdrietig is omdat hij zo vaag is. De boktor begrijpt het probleem en lost het op door de kwal te veranderen in een duidelijk persoon. Iedereen die de kwal tegenkomt vindt dat hij veranderd is in een zeer welomschreven persoon. Daar is de kwal heel blij om.
Vragen: Welomschreven is dat je heel goed kunt vertellen hoe iemand eruit ziet. Kun jij welomschreven vertellen hoe jij eruit ziet? (ze kunnen ook proberen een ander kind te omschrijven). De kwal vond zichzelf vaag en onduidelijk. Wat bedoelde de kwal volgens jullie? (laat een afbeelding van kwallen zien als hulpmiddeltje)
Activiteit: Op bladzijde 42 zegt de boktor niets maar gaat aan het werk met de kwal. Geef de kinderen een afbeelding van een kwal (in het midden van een tekenvel). Vervolgens lees je de tekst voor en precies in die volgorde tekenen de kinderen wat de boktor allemaal maakt voor de kwal.
Bladzijde 59 t/m 61:
De schildpad zoekt een stoel voor bovenop zijn schild. Die stoel is voor het bezoek want onder zijn schild is geen plaats. Hij vindt in de winkel van sprinkhaan een echte fauteuil. De volgende dag komt nijlpaard op bezoek en probeert de fauteuil uit. Dat bevalt zo goed dat hij in slaap valt en schildpad zich niet durft te bewegen.
Vragen: Was het een goed idee van schildpad om een stoel op zijn rug te laten maken? Hoe kwam het dat nijlpaard in slaap viel? Wat kan schilpad doen om hem wakker te maken?
Activiteit: Maak een tekening van schildpad met een fauteuil op zijn rug en nijlpaard die op bezoek komt.
Werken vanuit essentiële thema’s
In groep 1-2 wordt op bijna alle scholen gewerkt met thematisch onderwijs. Bij het voorlezen is het dan ook een logische keuze om te kiezen voor prentenboeken die bij het thema passen. Het doel van het thematisch voorlezen is dat de ervarings- en taalbasis van de kinderen vergroot wordt.
Kies een essentieel thema, waarbij 1 prentenboek de basis is. Essentiële thema’s zijn brede onderwerpen waar mensen op verschillende wijzen naar kijken en die uitnodigen tot het stellen van vragen en filosoferen. Uitleg over het essentiële thema lees je in het blog Werken met essentiële thema’s.
Essentieel thema
Binnen een essentieel thema werk je met een centrale zin en woord. Uitleg over de centrale zin en het centrale woord lees je het blog Geletterdheid met prentenboeken.
Bij dit boek past het essentieel thema: ‘Dank je wel.’
De zin die centraal kan staan is: ‘Dank je wel’.
Als centrale woord zou ik ‘dank’ kiezen.
Andere essentiële thema’s bij dit boek kunnen zijn:
- Feest