De Kerstmisaurus (het prentenboek)

[DOOR Dory] ”Hier heb je vleugels!’ zong de Kerstman. ‘Daarmee lukt het vast goed! Gewoon een beetje fladderen, kijk naar de vogels hoe dat moet!’ De Kerstmisaurus sloot zijn ogen en fladderde en vloog… maar zelf met de vleugels van de Kerstman kwam hij niet zo ver omhoog!’
– De Kerstmisaurus –

Dit boek is geschikt om voor te lezen vanaf groep 1-2 .

Het verhaal

De Kerstmisaurus

De Kerstmisaurus is een heel speciale dino. Hij woont op de Noordpool bij de Kerstman en heeft één grote droom: leren vliegen. Hij wil dolgraag cadeautjes rond gaan brengen met de Kerstman. De Kerstman geeft de Kerstmisaurus vliegles. Hij geeft hem speciale brokjes, laat hem aan leuke dingen denken en maakt zelfs vleugels voor de Kerstmisaurus. Maar helaas… niks lijkt te helpen. De Kerstman besluit dan de Kerstmisaurus mee te nemen in zijn slee. Alleen mag de Kerstmisaurus absoluut niet mee de schoorsteen in van de Kerstman! En je raadt het al… de Kerstmisaurus doet het toch! In wat voor huis is hij terecht gekomen? En wat zou er gebeuren met het grote boek vol kerstmagie? Leert de Kerstmisaurus vliegen?

Benieuwd naar dit boek? Bekijk het inkijkexemplaar.

Recensie

Dat De Kerstmisaurus een grote favoriet is bij Kinderboekenjuf is geen geheim! Zo hebben we al De Kerstmisaurus en de Winterheks, De Kerstmisaurus en de lijst met stoute kinderen en het eerste boek van De Kerstmisaurus gelezen. Nu er een prentenboek uitgekomen is, moesten we die natuurlijk ook lezen! Het prentenboek heeft mij geen moment teleurgesteld. De illustraties zijn prachtig en sommige bladzijdes kun je openklappen, wat voor jonge lezers altijd leuk is. Het mooiste van het prentenboek van De Kerstmisaurus is wat mij betreft de moraal van het verhaal. Als je maar in jezelf gelooft, dan kan je alles!

‘Hij ging heel hard geloven dat de kerstmisaurus écht vliegen kon. En inderdaad: ze stegen op en vlogen naar de horizon.’

Dit prentenboek zou ik dus echt aanraden om voor te lezen rond de kerstboom en te genieten van een verhaal over vriendschap en een prachtig happy end.

Met dank aan Uitgeverij Billy Bones voor het toezenden van dit recensie-exemplaar.

Ideeën mini leeslessen De Kerstmisaurus

Om kinderen te enthousiasmeren om het boek te lezen en hen te stimuleren om erover na te denken kun je het boek koppelen aan mini leeslessen. Dit zijn tevens manieren om met kinderen in gesprek te raken over boeken en hun interesses te ontdekken. Enkele mini leeslessen voor het boek De Kerstmisaurus zijn:

  • De Kerstmisaurus krijgt vliegles en elk jaar lukt het hem niet. Hij moet alle seizoenen afwachten om weer een nieuwe kans te krijgen. Lees bladzijde 8 ‘Na de zomer…’ t/m ‘…vast zó weg.’ voor.
    Leesvraag: in welk seizoen of welke seizoenen speelt jouw boek zich af?
  • Elk jaar krijgt de Kerstmisaurus vliegles van de Kerstman. Helaas leert hij nog steeds niet vliegen. Daarom bedenkt de Kerstman een andere oplossing. Lees de 2 bladzijdes met de grote rode slee en de kerstman voor.
    Leesvraag: lukt er iets niet in jouw boek? Hoe lossen ze het op?
  • De Kerstmisaurus komt terecht in het huis van een jongen in een rolstoel. Lees de bladzijde waar de Kerstmisaurus door de schoorsteen gaat voor.
    Leesvraag: is er in jouw verhaal iemand die iets aan zijn lijf mankeert?

Close Reading De Kerstmisaurus

Titel: Kerstmisaurus
Auteur: Tom Fletcher
Illustrator: Shane Devries
Uitgeverij: Billy Bones
Doelgroep: groep 3-4

Kwalitatieve analyse

Tekststructuur: het betreft een verhalend prentenboek. In dit prentenboek is de tijdlijn duidelijk aangegeven. Dit wordt onder andere gedaan door het verloop van de seizoenen te benoemen en daarnaast wordt er gesproken over ‘volgend jaar’. De tekst en de illustraties vertellen samen één verhaal. 

Taalkenmerken: het verhaal is op rijm geschreven en bevat enkele moeilijke woorden zoals: oorden, wonderbaarlijk, allergrootste spoed, kukelde (plaatje), getreurd, jingle-bells, fladderde, twinkelende lichtjes en prehistorisch. Het verhaal wordt vanuit verschillende perspectieven verteld: de Kerstmisaurus, de kerstman en de verteller. 

Betekenis: het is een boek met een inclusieve inslag, er zit een jongen in een rolstoel in. Deze jongen kan niet lopen en de Kerstmisaurus kan niet vliegen. Doordat de jongen gelooft in de Kerstmisaurus kan hij tóch vliegen. Het verhaal leent zich voor een gesprek over doorzettingsvermogen en geloven in je eigen kunnen. In het verhaal zijn verschillende emoties te ontdekken, waarbij de Kerstmisaurus wisselt tussen onder andere hoopvol, verdrietig, teleurgesteld en blij. 

Bedoeling van de schrijver: de schrijver wil de lezer na laten denken over omgaan met tegenslagen en geloven in jezelf. 

Benodigde achtergrondkennis: het verhaal sluit goed aan bij de kerstperiode en zal de kinderen daardoor aanspreken. Het is voor zowel jongens als meisjes geschikt. 

Kwantitatieve analyse

Het verhaal kan in een keer voorgelezen worden, bij elke sessie. Als er gesproken wordt door de kerstman, kan de voorlezer met intonatie het verhaal levendiger maken. 

Lezer en taakfactoren

Deze factoren zijn afhankelijk van de leerlingen in je klas. Houd rekening met de voorkennis rondom Kerstmis en de ervaring met de voorgestelde werkvormen. 

Sessie 1

Leesdoel: ik kan vertellen wat er in het begin, midden en eind van het verhaal gebeurt. 

  1. Vertel het leesdoel en lees het verhaal voor. 
  2. Stel de volgende tekstgerichte vragen en laat de leerlingen met hun schoudermaatje overleggen.
    Tekstgerichte vragen: 
  • Wat gebeurt er in het begin van het verhaal?
  • Wat gebeurt er in het midden van het verhaal met de Kerstmisaurus?
  • Wat gebeurt er aan het eind van het verhaal met de jongen en de Kerstmisaurus?
  1. Kies uit het boek een paar platen die passen bij begin/midden/eind. Afhankelijk van je groep kies je per stuk 1 of 2 platen. Deel deze uit aan de tweetallen. De leerlingen sorteren de kaartjes op begin/midden/eind. Je kunt ook elke leerling éen kaartje geven en ze vervolgens door de klas laten lopen, zodat er een trio ontstaat met begin/midden/eind. 
  2. De kerstman leert de Kerstmisaurus drie keer vliegen, maar dit gaat niet goed.
    – de eerste keer met rendierbrokjes, lukt niet.
    – denk net als de elfjes aan iets vrolijks, lukt niet.
    – Kerstmisaurus krijgt vleugels, lukt niet.
    Geef elke leerling een blad papier, verdeeld in drie vakken. Laat de leerlingen in elk vak tekenen wat ze proberen om de Kerstmisaurus te leren vliegen. 

Sessie 2

Leesdoel: ik kan vragen bedenken bij het verhaal.

Leesdoel: ik kan de moeilijke woorden uitleggen. 

  1. Vertel het leesdoel en lees het verhaal nogmaals voor. 
  2. In het boek zitten enkele moeilijke woorden (zie taalkenmerken). Maak een selectie van de woorden die je wil uitleggen. Model hoe je tot de betekenissen komt. Bijvoorbeeld afleiden uit de tekst, afleiden van het plaatje of afleiden uit het woord zelf. 
  3. Coöperatieve werkvorm: verdeel de klas in tweetallen. Elke leerling bedenkt een vraag over de tekst. Je kunt dit helemaal vrijlaten of je biedt meer sturing en je geeft aan met welk woorden de vraag moet beginnen (hoe/wat/waar/wanneer/waarom/wie). Als de vragen af zijn, stellen ze elkaar de vraag. Vervolgens kun je ook een variant van mix en ruil spelen. De leerlingen lopen rond met hun hand omhoog. Als ze iemand tegenkomen met de hand omhoog, mogen ze een high five geven en stellen ze elkaar hun vragen. Daarna zoeken ze iemand anders.

Sessie 3

Lesdoel: ik kan bedenken hoe ik de Kerstmisaurus zou helpen. 

  1. Vertel het leesdoel en lees het verhaal voor vanaf het moment dat de Kerstmisaurus aankomt bij het jongetje in huis. 
  2. Tekstgerichte vragen om klassikaal over te praten
    – Waarom heeft de schrijver gekozen voor deze titel? Waarom heet de Kerstmisaurus zo? (Het is een samentrekking van Kerstmis en dinosaurus)
    – Hoe komt het dat de kerstmisaurus met de jongen wel kan vliegen? (Ze geloven er allebei in)
  3. Stel de leerlingen de volgende vraag: Stel je eens voor… dat de jongen er niet was om de Kerstmisaurus te helpen. Hoe zou jij de Kerstmisaurus helpen? Schrijf/teken dit.
  4. Maak van de Kerstmisaurus een emotiegrafiek. Deze kun je zo uitgebreid maken als je wil. Je kunt het houden bij begin/midden/eind. Je kunt ook plaatjes uit het boek kopiëren en zo een uitgebreide tijdlijn van het verhaal maken. Beslis wat past bij je groep of leerling.
    Model de eerste emotie bij de emotiegrafiek zodat de leerlingen weten wat ze moeten doen. 

Overige ideeën

  • Het prentenboek is gericht op de onderbouw. Het boek met het verhaal is gericht op de bovenbouw. Je zou de bovenbouw en de onderbouw aan elkaar kunnen koppelen en een overkoepelend project op kunnen starten.
  • De jongen in de rolstoel en de Kerstmisaurus worden goede vrienden. Je zou dit boek mooi kunnen koppelen aan de sociaal-emotionele methode die je op school gebruikt.

Andere delen

Vergelijkbare artikelen