Dit is een prentenboek.
Het verhaal
Vader en zoon reizen met de trein naar zee. De vader ziet niets omdat hij op zijn telefoon kijkt. De jongen wel: een tijger die een hoed draagt, krokodillen met een heleboel attributen, nijlpaarden met lekkernijen, een varken met negen jonge zwijntjes, twee aangeklede hondjes, een muis… De trein stopt.
‘De deur ging zuchtend open.
Zwoesj!
Zou dit de zee al zijn?
Mijn reisgenoten rolden
als een vloedgolf uit de trein.’
Waar was de tijger gebleven? Boven vader en zoon in het bagagerek. Met één grote hap slokte hij papa’s telefoon op! Vader heeft eindelijk door dat er een tijger in de trein zit: ‘Zag je dat?’. Zoon springt op de rug van de tijger en de tijger holt naar zee. Daar is eindelijk tijd voor vader én zoon, zonder telefoon!
Benieuwd naar dit boek? Bekijk het inkijkexemplaar.
Recensie
Een tijger in de trein is een geweldig prentenboek! Al snel hadden de kinderen in mijn klas het door dat de vader niets ziet omdat hij op zijn telefoon kijkt. De jongen maakt in de trein een waar avontuur mee! Het verhaal is daarom goed passend bij de Kinderboekenweek 2025 ‘Vol avontuur‘. Een tijger in de trein heeft een prachtige symbolische boodschap: kijk wat minder op je telefoon en heb aandacht voor jouw dierbaren en de omgeving! Ik hoop van harte dat veel ouders dit boek voorlezen en dat het verhaal hen aan het denken zet!
Het verhaal is op rijm geschreven en in de tekst zijn ook omgevingsgeluiden toegevoegd:
‘En papa zag nog altijd niks.
Een muis kwam aangekropen.
Ze tripte naar de trommel snoep.
Die stond nog altijd open.
WafWaf!
Knorknor!
Kedenk kepleng!
De trommel rolde om…
De tijger keek geërgerd op
en gaf een luide… Gggrrrrom’
Met dank aan uitgeverij Querido voor het toezenden van dit recensie-exemplaar.
Ideeën voorlezen Een tijger in de trein
In de onderbouw werken de mini leeslessen anders. Het voornaamste doel van het voorlezen in de onderbouw is het leesplezier! Kinderen die graag worden voorgelezen en het fijn vinden om boeken te bekijken, zullen later het lezen sneller oppakken. Bij de keuze van het boek is het belangrijk om aan te sluiten bij de belevingswereld van de kinderen.
Hieronder staat beschreven hoe je Een tijger in de trein kunt voorlezen. Voorlezen is een manier om naast het vergroten van het leesplezier te werken aan andere doelen zoals het vergroten van de woordenschat, het inzicht in zinsbouw, verhaalbegrip, de communicatievaardigheid en boekoriëntatie te werken.
Introductie en voorlezen
Als introductie:
- Wie is er weleens met het openbaar vervoer op reis gegaan? Heeft er iemand ooit met de trein gereisd? Waar ging de reis naartoe?
Voor het voorlezen:
Bekijk met de kinderen de kaft en praat erover voor je start met voorlezen. Je kunt dit doen door te vragen wat ze zien en of ze een idee hebben wat dat betekent.
Vertel kort de strekking van het verhaal zonder dat je de clou weggeeft. Je wil dat kinderen nieuwsgierig worden en de juiste informatie tot zich nemen, waardoor het verhaalbegrip zo groot mogelijk wordt. Voor dit boek zou dit als volgt kunnen:
- Vader en zoon gaan samen met de trein. In de trein stappen dieren in. Zij gaan ook naar zee!
Als het prentenboek voor de eerste keer voorgelezen wordt, onderbreek je het verhaal zo min mogelijk. Je geeft alleen maar uitleg als je denkt dat sommige woorden te moeilijk zijn om het verhaal te begrijpen. Zorg ervoor dat de kinderen het boek goed kunnen zien (liefst via het digibord). Moeilijke woorden op de pagina leg je van tevoren uit in kindertaal eventueel met hulp van de illustratie.
Bij volgende keren voorlezen is het mogelijk om dieper na te denken over een fragment van het verhaal. Als je een denkvraag stelt, vraag dan door op wat de leerlingen antwoorden.
Maak een keuze uit onderstaande vragen:
| Analyseren | |
| Kijk en vergelijk | In het boek staan geluiden beschreven, zoals: ‘kedeng, plingpling, mjamjam, splish-splash‘. Waar komen die geluiden vandaan? |
| Betwijfelen | ‘Toen reed er – dit geloof je nooit – een tijger met ons mee!’. Wat staat er in het boek beschreven wat je in het echt nooit kunt geloven? |
| Evalueren | |
| Bedenken | Hoe komt het dat de vader niet door heeft dat er dieren in de trein zitten? |
| Oplossen | De jongen in de trein krijgt geen aandacht van zijn vader, omdat vader de hele tijd op zijn telefoon kijkt. De tijger in de trein lost dit probleem op door de telefoon van vader op te eten. Vind jij het weleens lastig als je geen aandacht krijgt? Hoe los je dat dan op? |
| Voorspellen | Welke dieren komen er allemaal bij in de trein? Denk je dat vader het in de gaten krijgt dat er dieren in trein zitten? Wat gaat zijn reactie zijn? |
| Ontwerpen | Aan het einde van het verhaal heeft de vader volledige aandacht voor zijn zoon. Hoe kan hij zijn telefoon als middel inzetten bij het maken van herinneringen? |
| Creëren | |
| Grote ideeën | Welk dier wil jij meenemen op reis? Waarom zou je dit dier willen meenemen? Waar gaat jouw reis naartoe? |
| Verbinden | ‘Toen reed er – dit geloof je nooit – een tijger met ons mee!’. Wat staat er in het boek beschreven wat je in het echt nooit kunt geloven? Kun jij iets bedenken wat een ander zeker niet zal geloven? |
Woorden die goed behandeld kunnen worden bij dit boek om de woordenschat te vergroten:
- Met behulp van de illustraties: stapten, trein, tijger, hoed, stripboek, krokodillen, appels, emmertjes, schepjes, bandjes om pootjes, nijlpaarden, beige-bruin en grijzig, trommel snoepjes, varken, jonge zwijntjes, kaarten, drukker, hondjes, verloor, reisgenoten, bagagerek, duinen, zee.
- Uitleggen met andere woorden: vloedgolf.
- Door in het echt te laten zien: flaneerden, driftig kwispelende kontjes, tripte, hielden onze adem in, hatsjoe.
Werken vanuit essentiële thema’s
In groep 1-2 wordt op bijna alle scholen gewerkt met thematisch onderwijs. Bij het voorlezen is het dan ook een logische keuze om te kiezen voor prentenboeken die bij het thema passen. Het doel van het thematisch voorlezen is dat de ervarings- en taalbasis van de kinderen vergroot wordt.
Kies een essentieel thema, waarbij 1 prentenboek de basis is. Essentiële thema’s zijn brede onderwerpen waar mensen op verschillende wijzen naar kijken en die uitnodigen tot het stellen van vragen en filosoferen. Uitleg over het essentiële thema lees je in het blog Werken met essentiële thema’s.
Essentieel thema
Binnen een essentieel thema werk je met een centrale zin en woord. Uitleg over de centrale zin en het centrale woord lees je het blog Geletterdheid met prentenboeken.
Bij dit boek past het essentieel thema:
Vol avontuur
De zin die centraal kan staan is: ‘zie je dat’.
Als centrale woord zou ik ‘zie‘ kiezen.
Andere essentiële thema’s bij dit prentenboek kunnen zijn:
- Op reis
- Vervoer
Mogelijke activiteiten
Rekenen:
Maak een staafdiagram bij het verhaal. Welke dieren stappen in de trein en hoeveel dieren zijn het? Welke dieren zijn er het meest/minst/evenveel in de trein gestapt?
Muziek:
Zing en dans mee met het liedje: Op een klein stationnetje.
Creatief / creatief schrijven:
Maak samen een hele lange trein van bijvoorbeeld een vouwvoorbeeld. Welke dieren mogen met jullie mee in de trein? Wat gaan de dieren in de trein doen? Schrijf er een klein verhaaltje bij. Eventueel kunnen de kinderen een foto van het werk + berichtje sturen in de ouderapp om de herinnering te delen.
Andere titels bij het thema:
Een tijger in de trein is een thematitel van de Kinderboekenweek 2025 met als thema ‘Vol avontuur’. Andere thematitels voor de onderbouw zijn:
- Op zoek naar de schat van Z. de verschrikkelijke
- Beloofd is beloofd, kleine panda’s
- Mila’s vonk
- Ik neem je mee
Dit blog is geschreven door gastblogger Sandra
