[DOOR SANDRA] ‘Hallo
Kom maar binnen.
En welkom!
Ik heb al een tijdje geen bezoek meer gehad’
– Het spookt in dit huis –
Dit boek is geschikt om voor te lezen vanaf groep 1.
Het verhaal

Het spookt in dit huis. Tenminste dat wordt gezegd, maar het meisje in het huis heeft nog nooit een spook gezien. Terwijl ze vertelt over hoe spoken eruit zien en waar ze kunnen zijn, doorzoekt ze het hele huis. Een spook kan ze zelf niet vinden. Zie jij de spoken wel?
Benieuwd naar dit boek? Bekijk het inkijkexemplaar.
Recensie
Het spookt in dit huis is een grappig verhaal over een klein meisje dat op zoek gaat naar spoken, want ze heeft gehoord dat het spookt in dit huis. Ze nodigt de lezers uit om samen met haar te zoeken. Terwijl ze vertelt over hoe spoken eruitzien en waar ze zich schuilhouden, verschijnen er spoken in het boek op transparante pagina’s. De spoken zien er grappig en vriendelijk uit, waardoor de lezer niet bang hoeft te zijn.
Het huis in het boek is in grijstinten en realistisch geïllustreerd, het meisje is in neonkleuren en fantasierijk weergeven. Er zijn transparante pagina’s waarop de spoken te zien zijn. De transparante pagina’s met spoken zijn van grote toegevoegde waarde voor het leesplezier. De spoken halen grapjes uit met het meisje en ze heeft het zelf niet door!
Het verhaal is eenvoudig en bestaat uit weinig woorden, er is een groot lettertype gebruikt. Er is een hele goede koppeling tussen de tekst en de illustraties in het boek. Hierdoor kun je samen met de kinderen kijken naar de details en zo de woordenschat uitbreiden met woorden als ‘geketend’ en ‘tevoorschijn komen’.
Op sommige bladzijdes wordt in een klein lettertype uitleg gegeven over het huis. Het taalgebruik in deze zinnen is complex en vind ik niet passend bij het eenvoudige taalgebruik in de verhaallijn. Ik zou ervoor kiezen om die zinnen niet voor te lezen.
Een prentenboek om samen te griezelen, lachen en genieten!
Dit boek van uitgeverij De Fontein komt uit mijn eigen boekenkast.
Ideeën voorlezen Het spookt in dit huis
In de onderbouw werken de mini leeslessen anders. Het voornaamste doel van het voorlezen in de onderbouw is het leesplezier! Kinderen die graag worden voorgelezen en het fijn vinden om boeken te bekijken, zullen later het lezen sneller oppakken. Bij de keuze van het boek is het belangrijk om aan te sluiten bij de belevingswereld van de kinderen.
Hieronder staat beschreven hoe je Het spookt in dit huis kunt voorlezen. Voorlezen is een manier om naast het vergroten van het leesplezier te werken aan andere doelen zoals het vergroten van de woordenschat, het inzicht in zinsbouw, verhaalbegrip, de communicatievaardigheid en boekoriëntatie te werken.
Introductie en voorlezen
Als introductie:
- Als introductie kun je het donker maken in de klas en een zaklamp erbij pakken. Vertel de kinderen dat jullie op zoek gaan naar spoken, want het spookt in dit huis! Hoe ziet een spook eruit? Kunnen jullie het spookje op de kaft ontdekken?
Voor het voorlezen:
Bekijk met de kinderen de kaft en praat erover voor je start met voorlezen. Je kunt dit doen door te vragen wat ze zien en of ze een idee hebben wat dat betekent.
Vertel kort de strekking van het verhaal zonder dat je de clou weggeeft. Je wil dat kinderen nieuwsgierig worden en de juiste informatie tot zich nemen, waardoor het verhaalbegrip zo groot mogelijk wordt. Voor dit boek zou dit als volgt kunnen:
- Vertel dat dit boek gaat over een meisje die op zoek gaat naar spoken, want het spookt in dit huis. Het is een heel groot huis met heel veel verschillende kamers. Welke kamers zouden zich in het huis bevinden? Het meisje gaat op zoek in de hal, de gang, de woonkamer, de eetkamer, bij de trap, de badkamer, de bibliotheek, de zolder en de slaapkamer. Waar zou het meisje een spook kunnen vinden?
Als het prentenboek voor de eerste keer voorgelezen wordt, onderbreek je het verhaal zo min mogelijk. Je geeft alleen maar uitleg als je denkt dat sommige woorden te moeilijk zijn om het verhaal te begrijpen. Zorg ervoor dat de kinderen het boek goed kunnen zien (liefst via het digibord). Moeilijke woorden op de pagina leg je van tevoren uit in kindertaal eventueel met hulp van de illustratie.
Bij volgende keren voorlezen is het mogelijk om dieper na te denken over een fragment van het verhaal. Als je een denkvraag stelt, vraag dan door op wat de leerlingen antwoorden.
Maak een keuze uit onderstaande vragen:
Kijk en vergelijk | Laat eerst de gewone bladzijde zien en daarna de bladzijde met de transparante pagina eroverheen. Wat is het verschil? |
Betwijfelen | Het meisje gaat op zoek naar spoken omdat het spookt in dit huis. Zou jij op zoek durven gaan naar spoken? |
Bedenken | Waar kan het meisje spoken vinden in het huis en waarom daar? |
Oplossen | Het meisje woont al heel lang in het huis, maar heeft nog nooit een spook gezien. Hoe zou het meisje een spook kunnen vinden? |
Voorspellen | Denk je dat het meisje het lukt om een spook te vinden? |
Ontwerpen | Op de bladzijde ‘Maar ik heb… t/m …een spook eruitziet.’, zegt het meisje dat ze niet goed weet hoe een spook eruitziet. Kun jij omschrijven hoe een spook eruitziet? |
Grote ideeën | Het meisje woont in een heel groot huis met verschillende ruimtes. Wat is het voordeel van het wonen in een heel groot huis en wat is het nadeel? |
Verbinden | Terwijl het meisje op zoek gaat naar spoken, laat ze het hele huis zien. Welke ruimtes heb jij ook in jouw huis? |
Woorden die goed behandeld kunnen worden bij dit boek om de woordenschat te vergroten:
- Met behulp van de illustraties: ontdekken, geketend, schoorsteen.
- Uitleggen met andere woorden: bezoek, eruitziet, sommigen, kamers.
- Door de woorden voor te doen met het boek: rondspoken, tevoorschijn komen, doorzocht, achter, onder.
- Door in het echt te laten zien: rondspoken, tevoorschijn komen, achter, onder.
Werken vanuit essentiële thema’s
In groep 1-2 wordt op bijna alle scholen gewerkt met thematisch onderwijs. Bij het voorlezen is het dan ook een logische keuze om te kiezen voor prentenboeken die bij het thema passen. Het doel van het thematisch voorlezen is dat de ervarings- en taalbasis van de kinderen vergroot wordt.
Kies een essentieel thema, waarbij 1 prentenboek de basis is. Essentiële thema’s zijn brede onderwerpen waar mensen op verschillende wijzen naar kijken en die uitnodigen tot het stellen van vragen en filosoferen. Uitleg over het essentiële thema lees je in het blog Werken met essentiële thema’s.
Essentieel thema
Binnen een essentieel thema werk je met een centrale zin en woord. Uitleg over de centrale zin en het centrale woord lees je het blog Geletterdheid met prentenboeken.
Bij dit boek past het essentieel thema:
Griezelen
De zin die centraal kan staan is: ‘Het spookt’.
Als centrale woord zou ik ‘spook‘ kiezen, omdat het meisje op zoek gaat naar spoken.
Andere essentiële thema’s bij dit prentenboek kunnen zijn:
- wonen
Mogelijke activiteiten
Creatief schrijven:
- Lees het verhaal voor. Schrijf een brief aan het meisje met daarin tips hoe ze de spoken kan vinden.
- In het grote huis zijn veel verschillende ruimtes. Kun jij opschrijven welke ruimtes er in het huis zijn?
- De spoken in het boek hebben nog geen tekst. Maak kopieën van bladzijdes met spoken en teken er denkwolkjes bij. Wat zouden de spoken zeggen?

- De kinderen kunnen een gezocht-poster maken. Laat de kinderen een tekening maken en erbij schrijven. Bedenk wie er gezocht wordt en waarom. Wat zijn de uiterlijke kenmerken? Wat is er bijzonder aan het spook? Wordt er een beloning uitgeloofd wanneer het spook gevonden is?
- Het dagboek van … een spook! Wat zouden spoken de hele dag doen? Bedenk samen met de kinderen wat een spook doet en schrijf er een verhaaltje over.

- Maak een klankgedicht. Bedenk met de kinderen welke geluiden er klinken in een spookhuis. Schrijf het gedicht in verschillende lettergroottes, kleuren en lettertypes op. Harde en luide geluiden kun je heel groot en dikgedrukt schrijven, zachte geluiden klein en angstige geluiden met een trillend handschrift!
Rekenen:
- Hoeveel spoken zijn in dit boek getekend?
- Bespreek de begrippen: begane grond, eerste verdieping en tweede verdieping. Teken een huis met de verschillende verdiepingen. Op welke verdieping bevindt zich een ruimte? Op deze manier oriënteer je op de plaatsbepaling van de omgeving.
- Bekijk waar de spoken zich bevinden: voor, achter, naast, in, op, door, over, uit, boven, onder, om, tegen, aan, binnen, buiten, langs, bij …
Muziek:
Spel:
- Maak samen met de kinderen van de klas een spookhuis en zet griezelige muziek op. Laat de kinderen griezelig verkleed naar school komen. Nodig andere klassen uit om een kijkje te nemen in jullie spookhuis en laat ze schrikken!
Creatief:
- Teken een spookhuis en verstop de spookjes in het huis.
- Maak samen een groot spookhuis van dozen. Overleg met de kinderen welke ruimtes in het spookhuis komen en laat de kinderen een ruimte uit het spookhuis zelf knutselen.
- Het meisje doorzoekt het hele huis op zoek naar spoken. Kun jij de route van het meisje tekenen? Welke ruimtes komt ze tegen?
Constructie:
- Maak een (spook)huis met de verschillende ruimtes.
Andere titels bij het thema:
- Pas op voor de billenbijter! (bekijk de lesideeën)
- Mick en het monster (bekijk de lesideeën)