Ik ben een kunstenaar

[DOOR MARIE-JOSE]‘Ik heb ZOVEEL talent.
Ik kan het gewoon niet helpen.
ALLES
Inspireert me.’
– Ik ben een kunstenaar –

Dit boek is geschikt om voor te lezen vanaf groep 1.

Het verhaal

Cover Ik ben een kunstenaar

Voel en kijk mee met het jongetje in het boek. Hij kan niet stoppen met het maken van kunstwerken. Hij houdt van kleuren, vormen, natuur, beweging en materialen. Als hij er maar naar kijkt, krijgt hij al inspiratie om er iets mee te doen. Hij ziet in alles wat hij maakt kunst, maar zijn moeder ziet dat anders…! Als hij naar zijn bord kijkt ziet hij de eenzaamheid van een wortel, zijn moeder ziet een niet leeggegeten bord. Hij denkt dat er iets mis is met zijn moeder en dat hij haar niet genoeg aandacht geeft. Hij maakt een plan om haar te verrassen. Maar of dat lukt?

Recensie

Marta Altés laat de ik persoon in dit boek zichzelf een prachtige Dali snor geven en laat op allerlei manieren zien hoe een kunstenaar in de dop kan denken en kijken naar de wereld. Mooi brengt ze in beeld hoe je van natuur, beweging, materialen, kleuren en vormen kunst kunt maken. De prenten alleen al op elke bladzijde zijn een bron van inspiratie. Zij laat zien hoe fantasierijk een kind kan zijn. Het boek geeft daarom allerlei mogelijkheden om met kinderen te praten over kunst, wat stellen de kunstwerken voor, hoe is hij op het idee gekomen? Kunnen de kinderen zelf ook iets bedenken van enkel een materiaal, beweging, natuur, vorm of kleur?

De prenten zijn humoristisch. Het verhaal lijkt eenvoudig maar de vergelijkingen vragen voor jonge kinderen wat meer uitleg. De eenzaamheid van de wortel en het uitzicht op de wereld bijvoorbeeld zal meer uitleg vragen tijdens het voorlezen. Een leuk boek om het met de kinderen te hebben over kunst en dat je kunst kunt maken van alles om je heen!

Met dank aan uitgeverij Lemniscaat voor het toezenden van dit recensie-exemplaar.

Ideeën voorlezen Ik ben een kunstenaar

Het voornaamste doel van het voorlezen in de onderbouw is het leesplezier! Kinderen die graag worden voorgelezen en het fijn vinden om boeken te bekijken, zullen later het lezen sneller oppakken. Bij de keuze van het boek is het belangrijk om aan te sluiten bij de belevingswereld van de kinderen.
Hieronder staat beschreven hoe je Ik ben een kunstenaar kunt voorlezen. Voorlezen is een manier om naast het vergroten van het leesplezier te werken aan andere doelen zoals het vergroten van de woordenschat, het inzicht in zinsbouw, verhaalbegrip, de communicatievaardigheid en boekoriëntatie te werken.

Introductie en voorlezen

Als introductie kun je zelf een mooie Dali snor op je gezicht tekenen en iets vertellen over de kunstenaar Dali. Hij haalde inspiratie uit zijn snor…maar ook zag hij kunst in alles om hem heen. Je kunt een paar afbeeldingen van hem laten zien.

Voor het voorlezen:

Bekijk met de kinderen de kaft en praat erover voor je start met voorlezen. Je kunt dit doen door te vragen wat ze zien en of ze een idee hebben wat dat betekent. Lees ook de tekst op de achterkant en leg het woord ‘scheppen’ uit.

Vertel kort de strekking van het verhaal zonder dat je de clou weggeeft. Je wil dat kinderen nieuwsgierig worden en de juiste informatie tot zich nemen, waardoor het verhaalbegrip zo groot mogelijk wordt. Voor dit boek zou dit als volgt kunnen:

  • Het jongetje in dit boek is net als Dali een kunstenaar. Hij ziet overal iets anders in dan waar het voor bedoeld is. In huis maakt hij dan ook allerlei dingen, hij schildert overal en gebruikt alles om hem heen om er kunst van te maken. Zo maakt hij van de koelkast bijvoorbeeld een mooie tuin en tekent hij op de muren. Maar daar wordt zijn moeder boos van. Hij verzint een plannetje om zijn moeder een heel mooi kunstwerk te geven. Alleen voor haar…

Als het prentenboek voor de eerste keer voorgelezen wordt, onderbreek je het verhaal zo min mogelijk. Je geeft alleen maar uitleg als je denkt dat sommige woorden te moeilijk zijn om het verhaal te begrijpen.  Zorg ervoor dat de kinderen het boek goed kunnen zien (liefst via het digibord). Moeilijke woorden op de pagina leg je van tevoren uit in kindertaal eventueel met hulp van de illustratie.

Bij volgende keren voorlezen is het mogelijk om dieper na te denken over een fragment van het verhaal. Als je een denkvraag stelt, vraag dan door op wat de leerlingen antwoorden.

Maak een keuze uit onderstaande vragen: 

Kijk en vergelijk:  Vergelijk de eerste bladzijdes met elkaar. Het jongetje zegt dat hij een kunstenaar is. Hij gebruikt daarvoor de make-up van zijn moeder. (zie ook hoe hij de kat versiert) Vergelijk dit met de bladzijde waarop hij vertelt dat zijn moeder ook kunstenaar is maar op een totaal andere manier. Wat doet zijn moeder anders?
Betwijfelen:  Ga naar de bladzijde waar hij op een stoel staat en een groot hoofd getekend heeft op de muur. Hij zegt; ‘Waar ik ook kijk, zie ik kunst. Maar mijn moeder ziet het anders’. Vinden jullie dat hij gelijk heeft? Of heeft zijn moeder gelijk?
Bedenken:Op de bladzijde van ‘De eenzaamheid van de wortel en het uitzicht op de wereld’. Kun je bedenken hoe het komt dat het jongetje iets heel anders ziet dan zijn moeder? Op de bladzijde van de gebroken spiegel. Hoe komt het dat hij dit een zelfportret in meervoud noemt?
Oplossen:   Het probleem is dat de moeder en het jongetje elkaar niet goed begrijpen. Hoe zouden ze elkaar wel kunnen begrijpen? Wat zou de moeder kunnen doen? Wat vind je van de oplossing van het jongetje?
Voorspellen: Hoe zou de moeder reageren op de verrassing als ze wakker wordt?
Ontwerpen:  Ga naar de bladzijde van beweging. Het jongetje heeft daar een mobiel gemaakt en gebruikt een ventilator om hem in beweging te brengen. Op welke manieren kun je iets in beweging brengen?
Grote ideeën:  Het jongetje ziet in alles kunst. Wanneer is iets kunst?
Verbinden: Hebben jullie thuis kunst? Hoe ziet dat eruit? Als jij een ode aan je moeder zou geven wat zou je dan doen?

Woorden die goed behandeld kunnen worden bij dit boek om de woordenschat te vergroten:

  • Met behulp van de illustraties: blauw nummer 10, 11, 12…, zelfportret, meervoud
  • Uitleggen met andere woorden: een totaal andere manier, eenzaamheid, uitzicht, scheppen, talent, inspireren, aandacht aan iemand besteden, verbijsterend mooi, zorgvuldig uitdenken, Ode aan mijn moeder.

Werken vanuit essentiële thema’s

In groep 1-2 wordt op bijna alle scholen gewerkt met thematisch onderwijs. Bij het voorlezen is het dan ook een logische keuze om te kiezen voor prentenboeken die bij het thema passen. Het doel van het thematisch voorlezen is dat de ervarings- en taalbasis van de kinderen vergroot wordt.

Kies een essentieel thema, waarbij 1 prentenboek de basis is. Essentiële thema’s zijn brede onderwerpen waar mensen op verschillende wijzen naar kijken en die uitnodigen tot het stellen van vragen en filosoferen. Uitleg over het essentiële thema lees je in het blog Werken met essentiële thema’s.

Essentieel thema

Binnen een essentieel thema werk je met een centrale zin en woord. Uitleg over de centrale zin en het centrale woord lees je het blog Geletterdheid met prentenboeken.

Bij dit boek past het essentieel thema: 
Kunst is overal.

De zin die centraal kan staan is: ‘Waar ik ook kijk, zie ik kunst’.
Als centrale woord zou ik ‘kunst ‘ kiezen.

Andere essentiële thema’s bij dit prentenboek kunnen zijn:

  • Wauw, bijzonder kunstig!
  • Ik hou van…

Mogelijke activiteiten

Creatief schrijven:

  • Elke bladzijde in dit boek nodigt uit om er iets over te schrijven. Hier volgen een paar voorbeelden:
    • Welke make-up spullen zie je, teken ze en schrijf erbij wat het is.
    • Op de bladzijde van blauw, bedenk wat blauw nummer 1 tot 10 geweest kan zijn, teken het en schrijf erbij wat hij blauw gemaakt heeft.
    • Op de bladzijde van het zelfportret. Wat gebruikt hij om in de spiegel te kunnen kijken? Schrijf het eens op en teken zelf ook een nieuwe manier om in de spiegel te kunnen kijken.
    • Welke planten staan er in de koelkast?
    • Wat gebruikt hij om een mobile te maken?
    • Welke vormen zie je, maak een lijstje mat ronde, vierkanten, rechthoekige vormen en dingen die daar bij passen.

Rekenen:

  • Ook kun je vele rekenbegrippen oefenen met elke bladzijde. Een paar voorbeelden:
    • Hoeveel verschillende make-up spullen zie je?
    • Bladzijde van de kat: Wat hangt het hoogst, het laagst, wat is het grootst, het kleinst?
    • Bij de bladzijde van kleur: Hoeveel verschillende kleuren zie je?
    • Bladzijde beweging: Hoeveel kleerhangers heeft hij gebruikt? Denken jullie dat de mobile recht blijft hangen? Waarom wel en waarom niet?
    • Bij de bladzijde van vormen, hoeveel verschillende vormen zie je?
    • Bij de bladzijde van materialen, welke materialen zie je?

Muziek:

  • Ik ben een kunstenaar
  • Ik schilder voor jou

Creatief:

  • Gebruik de bladzijdes ik hou van natuur, kleur, vormen, materialen en beweging als inspiratiebron.
    • Maak een bloemenkrans om jezelf te versieren van kleine bloemetjes uit het gras.
    • Maak van kleuren een mooi schilderij, verdeel een papier eerst in vakken en laat elk vak in een andere kleur beschilderen. Geef de kinderen twee kleuren en door te mengen zorgen ze ervoor dat elk vlak er toch net anders uitziet.
    • Ga aan de slag met allerlei materialen. Start met een rol wc papier en kijk naar de bladzijde in het boek. Wat zou het jongetje ermee gaan doen? Wat kunnen wij ermee doen?
    • Bekijk de bladzijde van vormen eens goed. Kunnen wij ook een kunstwerk maken door allerlei spullen van verschillende vormen op elkaar te plaatsen?

Drama:

  • Speel het verhaal na en laat zien hoe moeder steeds reageert. Laat de kinderen imiteren hoe moeder doet en hoe het jongetje reageert.
  • Beeldhouwen. Laat de kinderen van elkaar een beeld maken door ze verschillende houdingen te laten maken van de ander.
  • Cadeautjes geven: geef een doos door en vertel wat erin zit. Tijdens het doorgeven moet iedereen laten zien dat er iets breekbaars, zwaars, iets wat heel erg stinkt, iets liefs etc… in zit.
  • Het jongetje houdt van beweging. Dieren bewegen zich op allerlei manieren voort. Noem een dier en laat zien hoe die beweegt. ( kikker, muis, krokodil, slang, olifant, kangoeroe etc…)
  • Breng voorwerpen mee die ook in het boek voorkomen. Bedenk bij elk voorwerp een verhaal of laat de kinderen bedenken hoe ze kunst kunnen maken van het voorwerp.

Andere titels bij het thema:

Dit boek maakt deel uit van een uitwerking van de doelen uit de leerlijn kunstzinnige oriëntatie in het themaboek Wauw, bijzonder kunstig! Voor de leerlijn beeldend maken de kinderen met dit boek kennis met een jongen die overal kunst in ziet. Hij gebruikt kleuren, vormen, beweging, materialen en de natuur om zelf kunstwerken te maken.

Overig idee

  • Video animatie van dit boek in het Engels: 

Vergelijkbare artikelen