[DOOR SANDRA] ”Bart, kom uit die kraan!’
‘Ja!’ riepen de grote jongens. ‘Bart kom uit die kraan!’
‘Nee!’ riepen de agenten in de politieauto. ‘Zet ons eerst neer, Bart, en kom dan uit die kraan!’”
– Kom uit die kraan!! –
Dit boek is geschikt om voor te lezen vanaf groep 1.
Het verhaal
Kinderen mogen de bouw niet op. Dat weet Bart en daarom gaat hij iedere dag kijken bij het hek. Er is op de bouwplaats veel te zien: grote machines zoals de wals, de cementwagen en de hijskraan. Wanneer de bouwvakkers gaan eten in de keet, krijgt Bart de opdracht om niemand de bouwplaats op te laten en als dat toch gebeurt, moet hij de politie bellen. Dan komen er twee grote jongens langs. Ze dagen Bart uit om de bouw op te gaan, ze denken dat Bart bang is en het niet durft. Bart besluit de regels te verbreken en gaat de bouwplaats op. De grote jongens bellen de politie.
‘Politie?’ zei hij. ‘Er speelt een jongetje op de bouw. Hij klimt in de wals!’
‘Dat mag niet!’ zei de agent aan de telefoon. ‘Wij komen eraan!’
Ondertussen gaat Bart de verschillende machines besturen op de bouwplaats. Hij walst een auto plat, hij stort beton op straat en tilt een politieauto met de hijskraan in de lucht. Daar heeft Bart een bijzonder goede reden voor!
Benieuwd naar dit boek? Bekijk het inkijkexemplaar.
Recensie
Dit fantastische verhaal is geschreven door Tjibbe Velkamp & Alice Hoogstad. Bart durft, tegen de verwachting van de grote jongens in, toch de bouwplaats op te gaan. Daar maakt hij verrassende keuzes… Alleen Bart weet heel goed wat hij doet en waarom hij dat doet! Als de lezer goed naar de prenten kijkt, kun je eerder raden waarom Bart de keuzes maakt. Anders val je van de ene verbazing in de andere… Het platwalsen van een auto, het storten van beton op straat en het optillen van een politieauto de lucht in! Bart durft écht alles! Aan het einde van het verhaal zijn de keuzes goed te verantwoorden en daarvoor wordt Bart beloond!
Het boek is in 2016 bekroond met een zilveren griffel, de belangrijkste literatuurprijs voor Nederlandstalige jeugdliteratuur. Het boek is werkelijk een pareltje: duidelijke teksten, prachtige prenten, een stoere jongen, verrassende keuzes en een mooie verantwoording daarvan op het einde. Er is zelf een Engelse versie van het boek beschikbaar.
Kom uit die kraan!! wordt opnieuw uitgegeven in het kader van de actie geef een prentenboek cadeau 2024.
Met dank aan Uitgeverij Lemniscaat voor het toezenden van dit recensie-exemplaar.
Ideeën voorlezen Kom uit die kraan!!
In de onderbouw werken de mini leeslessen anders. Het voornaamste doel van het voorlezen in de onderbouw is het leesplezier! Kinderen die graag worden voorgelezen en het fijn vinden om boeken te bekijken, zullen later het lezen sneller oppakken. Bij de keuze van het boek is het belangrijk om aan te sluiten bij de belevingswereld van de kinderen.
Hieronder staat beschreven hoe je Kom uit die kraan!! kunt voorlezen. Voorlezen is een manier om naast het vergroten van het leesplezier te werken aan andere doelen zoals het vergroten van de woordenschat, het inzicht in zinsbouw, verhaalbegrip, de communicatievaardigheid en boekoriëntatie te werken.
Introductie en voorlezen
Als introductie:
- Staat er in de schoolomgeving een kraan? Ga met de klas een kijkje nemen bij de bouwplaats. Welke machines zien jullie nog meer?
- Maak een thematafel in de klas en hang een poster op van een bouwplaats, van de bouwplaats in het boek of foto’s die jullie zelf gemaakt hebben bij de bouwplaats. Bekijk met de kinderen de thematafel. Wat is er te zien?
Voor het voorlezen:
Bekijk met de kinderen de kaft en praat erover voor je start met voorlezen. Je kunt dit doen door te vragen wat ze zien en of ze een idee hebben wat dat betekent.
Vertel kort de strekking van het verhaal zonder dat je de clou weggeeft. Je wil dat kinderen nieuwsgierig worden en de juiste informatie tot zich nemen, waardoor het verhaalbegrip zo groot mogelijk wordt. Voor dit boek zou dit als volgt kunnen:
- Bart gaat elke dag kijken hoe huizen worden gebouwd bij de bouwplaats. Op de bouwplaats staan grote machines. Als de bouwvakkers gaan eten, let Bart op dat niemand de bouw op gaat. Op een dag zeggen grote jongens dat Bart de bouw op moet gaan en ze denken dat hij dat toch niet durft. Bart gaat de bouw op, bestuurt voertuigen en dan…
Als het prentenboek voor de eerste keer voorgelezen wordt, onderbreek je het verhaal zo min mogelijk. Je geeft alleen maar uitleg als je denkt dat sommige woorden te moeilijk zijn om het verhaal te begrijpen. Zorg ervoor dat de kinderen het boek goed kunnen zien (liefst via het digibord). Moeilijke woorden op de pagina leg je van tevoren uit in kindertaal eventueel met hulp van de illustratie.
Bij volgende keren voorlezen is het mogelijk om dieper na te denken over een fragment van het verhaal. Als je een denkvraag stelt, vraag dan door op wat de leerlingen antwoorden.
Maak een keuze uit onderstaande vragen:
Kijk en vergelijk | In het boek staan een aantal voertuigen: een wals, een cementwagen, een kraan en een politieauto. Wat zijn de overeenkomsten tussen deze voertuigen en wat is het verschil? Hang afbeeldingen van de voertuigen op en maak een lijstje van de overeenkomsten en de verschillen. |
Betwijfelen | Lees de bladzijde waar de agenten willen weten wat er aan de hand is. De jongens zeggen niets te hebben gedaan, maar vervolgens zeggen ze ‘We zeiden alleen dat hij de bouw niet op durfde!’ Hebben de jongens daadwerkelijk niets gedaan? Of zijn ze toch bij de gebeurtenissen betrokken? Wat vind jij en waarom vind je dat? |
Bedenken | Op de bladzijde waar Bart uitleg geeft aan de gebeurtenissen, staan veel oorzaak- /gevolgrelaties. Maak kopieën van de voertuigen en de gevolgen. Kunnen de kinderen de juiste afbeeldingen bij elkaar vinden en daar woorden aan geven? |
Oplossen | Wat is het probleem in dit verhaal? Hoe lost Bart dat probleem op? |
Voorspellen | Leesvraag 1: Bart vraagt zich op de eerste bladzijde af of hij de machines kan besturen. Wat denk jij? Kan Bart de machines besturen? Leesvraag 2: Lees het verhaal voor t/m de zin: ‘Afgesproken!’ zeiden de grote jongens.’ Wat denk je dat er gaat gebeuren? |
Ontwerpen | Bart heeft nu de politie opgehaald met de hijskraan omdat de brug gesloten was. Hoe kan de politie er zelf voor zorgen om sneller ter plaatse te zijn? |
Grote ideeën | Welke beloning vind jij dat Bart verdiend? |
Verbinden | Bekijk, na het voorlezen van het hele verhaal, de illustraties in het boek. Aan het einde van het boek komen twee verhaallijnen samen. Een verhaallijn is voor een groot deel alleen in de illustraties zichtbaar. Kunnen jullie de illustraties en het verloop van het verhaal aan elkaar verbinden? |
Woorden die goed behandeld kunnen worden bij dit boek om de woordenschat te vergroten:
- Met behulp van de illustraties: wals, cementwagen, hijskraan, machines, zwaaiarm, keet.
- Uitleggen met andere woorden: bouw, bouwvakkers, bouwplaats, motor, walste, platgewalst, ongelukken, beton storten.
- Door de woorden voor te doen met het boek: kreunden.
- Door in het echt te laten zien: achter, besturen.
Werken vanuit essentiële thema’s
In groep 1-2 wordt op bijna alle scholen gewerkt met thematisch onderwijs. Bij het voorlezen is het dan ook een logische keuze om te kiezen voor prentenboeken die bij het thema passen. Het doel van het thematisch voorlezen is dat de ervarings- en taalbasis van de kinderen vergroot wordt.
Kies een essentieel thema, waarbij 1 prentenboek de basis is. Essentiële thema’s zijn brede onderwerpen waar mensen op verschillende wijzen naar kijken en die uitnodigen tot het stellen van vragen en filosoferen. Uitleg over het essentiële thema lees je in het blog Werken met essentiële thema’s.
Essentieel thema
Binnen een essentieel thema werk je met een centrale zin en woord. Uitleg over de centrale zin en het centrale woord lees je het blog Geletterdheid met prentenboeken.
Bij dit boek past het essentieel thema:
bouwen
De zin die centraal kan staan is: ‘Kom uit die kraan’.
Als centrale woord zou ik ‘kraan‘ kiezen.
Andere essentiële thema’s bij dit prentenboek kunnen zijn:
- Voertuigen
- Oorzaak en gevolg
Mogelijke activiteiten
Hoeken:
- Richt een thematafel in met materialen waarmee de kinderen mogen spelen. Zet op de thematafel een bouwplaats, hekken, de voertuigen: een wals, een cementwagen, een kraan, een politieauto en een vluchtauto. Zorg ervoor dat ook elk personage uit het verhaal herkenbaar is op de thematafel. Kunnen de kinderen het verhaal naspelen?
Creatief schrijven:
- Op het schutblad zie je de bewegingen die een wals maakt. Kun jij ook de bewegingen van een wals maken?
- Herschrijf het verhaal vanuit een ander personage, bijvoorbeeld de boeven. Hoe zouden zij dit avontuur beleven?
Rekenen:
- Hoe vaak komen de personages voor in het boek? Maak een staafdiagram met onderaan de namen/afbeeldingen van de personages. Bekijk iedere prent in het boek. Wie is er te zien? Telkens als je een personage ziet, mag je een vakje bij het personage kleuren.
- Welke personages komen het meest/minst voor in het verhaal?
- Hoe komt het dat een personage vaker voorkomt dan andere personages?
- Kun je de personages op volgorde zetten van het meest voorkomende personage naar het minst voorkomende personage?
- Welke meetkundige vormen zie je in de hijskraan?
- Zijn er voorwerpen die even hoog zijn als een hijskraan?
Muziek:
Sociaal-emotionele ontwikkeling:
- Bart verbreekt de regel: hij gaat toch de bouwplaats op terwijl dat eigenlijk niet mag. Vind jij het goed/fout wat Bart heeft gedaan en waarom vind je dat? Is het geoorloofd om je soms niet aan de regels te houden? Heb jij weleens een regel verbroken? Wat was daarvan het gevolg?
Andere titels van Tjibbe Veldkamp:
Al eerder heeft Tjibbe Veldkamp mij verrast met zijn prachtige verhalen. Jonge kinderen kan ik de boeken over Agent en Boef en Tim op de tegels aanbevelen. Timen op ‘e tegels is ook in het Fries verschenen! Voor oudere kinderen is het boek: De jongen die van de wereld hield een prachtig verhaal.
Overige ideeën
- Juf Janneke bedacht veel lesideeën bij het boek: Kom uit die kraan!!
- Geef een prentenboek cadeau maakte lesmateriaal voor bij dit boek.