Schipper mag ik over…

‘Schipper mag ik overvaren, ja of nee, moet ik dan ook geld betalen, ja of nee?’
– Schipper mag ik over… –

Dit is een prentenboek.

Het verhaal

Cover Schipper mag ik over...

Schipper heeft een heel duidelijk beroep: hij vervoert de mensen heen en weer, keer op keer! Toch is elke dag weer anders voor hem door verandering van het weer en de mensen. Op een stormnacht verandert er alles voor Schipper…

Schipper rent naar de steiger.
Zijn pont overleeft dit toch wel?
Maar niks daarvan. De pont is weg!
Verdwenen. Spoorloos. Foetsie. ‘
Pont!’ brult Schipper tegen de storm in.
Alsof dat helpt…’

Bij het aanbreken van de ochtend is de storm vertrokken, evenals de pont van Schipper. Dat maakt alles meteen onduidelijk. Hoe moeten de mensen nu aan de overkant komen? Gelukkig willen de dieren helpen: zij kunnen mensen heen en weer brengen! De pelikaan, de arend, de krokodil en de octopus. Allemaal willen ze helpen. Behalve de bevers…

Maar mopper-de-mopper, waar blijven de bevers?
Zij doen helemaal niks!

Nou niets… De bevers waren op een geheime missie en hebben zelf een nieuwe pont gebouwd! Nu kan Schipper weer overvaren, maar hij vindt de pont héél onduidelijk! Zou Schipper met deze pont durven varen naar de overkant?

Benieuwd naar dit boek? Bekijk het inkijkexemplaar.

Recensie

Al bij de eerste zin zingt mijn zoontje enthousiast mee met het boek: ‘Schipper mag ik over…’ en dat blijft het hele verhaal doorgaan! Wat hebben Tiny Fisscher & Marijn van der Wateren een leuk verhaal geschreven. Een boek vol duidelijkheden, een pont die overvaart van oever naar oever met mensen die heen en weer willen. En ook onduidelijkheden: een verdwenen pont, behulpzame dieren, een nieuwe taak voor de schipper én wat doen de bevers in dit verhaal? Het verhaal leent zich ervoor om te praten over mogelijke oplossingen van problemen en die oplossingen mogen ruimdenkend zijn! Ik ben benieuwd hoe jonge kinderen oplossingen kunnen bedenken voor de problemen van Schipper.

De illustraties van het boek zijn prachtig! Op elke bladzijde is zoveel te zien en te ontdekken. Vele kleine verhaallijnen die een toevoeging zijn op het grote geheel. De diversiteit van de reizigers, de verschillende dieren die willen helpen, de weersveranderingen en de bevers die op elke bladzijde druk in de weer zijn. Tijdens de derde of vierde keer voorlezen van het verhaal zou ik de kinderen het verhaal van de bevers laten vertellen of voorspel wat de bevers aan het doen zijn aan de hand van de illustraties. Wat doen ze nu precies op elke bladzijde om te komen tot een prachtig eindresultaat: een nieuwe pont!

Met dank aan uitgeverij Volt voor het toezenden van dit recensie-exemplaar.

Bekijk dit boek.

Themaboeken 1 product

Ideeën voorlezen Schipper mag ik over…

In de onderbouw werken de mini leeslessen anders. Het voornaamste doel van het voorlezen in de onderbouw is het leesplezier! Kinderen die graag worden voorgelezen en het fijn vinden om boeken te bekijken, zullen later het lezen sneller oppakken. Bij de keuze van het boek is het belangrijk om aan te sluiten bij de belevingswereld van de kinderen.
Hieronder staat beschreven hoe je Schipper mag ik over… kunt voorlezen. Voorlezen is een manier om naast het vergroten van het leesplezier te werken aan andere doelen zoals het vergroten van de woordenschat, het inzicht in zinsbouw, verhaalbegrip, de communicatievaardigheid en boekoriëntatie te werken.

Introductie en voorlezen

Als introductie:

  • Zet een bak met water neer en vaar met een bootje van oever naar oever. Benoem dat het bootje een pont is. Kun je ook op iets anders naar de overkant varen?
  • Zing het liedje: ‘Schipper mag ik overvaren’.

Voor het voorlezen:

Bekijk met de kinderen de kaft en praat erover voor je start met voorlezen. Je kunt dit doen door te vragen wat ze zien en of ze een idee hebben wat dat betekent.

Vertel kort de strekking van het verhaal zonder dat je de clou weggeeft. Je wil dat kinderen nieuwsgierig worden en de juiste informatie tot zich nemen, waardoor het verhaalbegrip zo groot mogelijk wordt. Voor dit boek zou dit als volgt kunnen:

  • De Schipper in dit verhaal vaart op een pont. Hij vaart van de ene oever, naar de andere oever en brengt zo de mensen heen en weer. Op een nacht is er een storm en is de pont verdwenen. Hoe moeten de mensen nu naar de overkant varen?

Als het prentenboek voor de eerste keer voorgelezen wordt, onderbreek je het verhaal zo min mogelijk. Je geeft alleen maar uitleg als je denkt dat sommige woorden te moeilijk zijn om het verhaal te begrijpen. Zorg ervoor dat de kinderen het boek goed kunnen zien (liefst via het digibord). Moeilijke woorden op de pagina leg je van tevoren uit in kindertaal eventueel met hulp van de illustratie.

Bij volgende keren voorlezen is het mogelijk om dieper na te denken over een fragment van het verhaal. Als je een denkvraag stelt, vraag dan door op wat de leerlingen antwoorden.

Maak een keuze uit onderstaande vragen:

Analyseren
Kijk en vergelijk De schipper vindt het heen en weer varen heel duidelijk, maar na de storm is alles onduidelijk voor hem. Wat is er duidelijk en onduidelijk in het boek?
Betwijfelen De mensen steken het water op verschillende manieren over in dit verhaal. Welke manier is het prettigst/veiligst om over te steken en welke manier het onprettigst/onveiligst?
Evalueren
Bedenken Waar is de pont gebleven tijdens de storm?
Oplossen Er is een probleem. De pont is verdwenen na de storm. Een vrouw vraagt hoe ze nu kan oversteken. ”Zwemmen,’ bromt Schipper. Hij meent er niks van, hij zegt maar wat, want hoe komen de mensen nu naar de overkant?’”. Hoe komen de mensen nu naar de overkant?
VoorspellenMaar mopper-de-mopper, waar blijven de bevers? Zij doen helemaal niks!‘ Laat de afloop van het verhaal nog niet zien. Laat de kinderen goed kijken naar de illustraties. Wat zijn de bevers aan het doen? Doen zij werkelijk niets?
Ontwerpen De dieren in dit verhaal bedenken een eigen manier om de mensen te vervoeren. Hoe doen zij dit? Hoe zou jij iemand in het water vervoeren naar de overkant?
Creëren
Grote ideeënHoe ziet jouw ideale boot eruit?
Verbinden Heb jij weleens gevaren in een boot? Heb je gevaren op een rivier, zee, meer of ..? Ben je ooit op een pont geweest?

Woorden die goed behandeld kunnen worden bij dit boek om de woordenschat te vergroten:

  • Met behulp van de illustraties: schipper, weer is anders, de lucht is anders, de mensen zijn anders, nacht, storm, blaast, raasat, buldert, brult, giert, tiert, vliegt, donkere nacht, steiger, golven zijn nog hoog, pelikaan, arend, bevers, octopus.
  • Uitleggen met andere woorden: overvaren, baan, duidelijk, oever, vast, de ochtend breekt aan, bende, onduidelijk, overkant, schiet te hulp, watertaxi, uit hun neus zaten te eten, geheime missie, stiekeme, gratis.
  • Door de woorden voor te doen met het boek: zien, horen, ruiken.
  • Door in het echt te laten zien: kaart, richtingaanwijzers, kompas.

Werken vanuit essentiële thema’s

In groep 1-2 wordt op bijna alle scholen gewerkt met thematisch onderwijs. Bij het voorlezen is het dan ook een logische keuze om te kiezen voor prentenboeken die bij het thema passen. Het doel van het thematisch voorlezen is dat de ervarings- en taalbasis van de kinderen vergroot wordt.

Kies een essentieel thema, waarbij 1 prentenboek de basis is. Essentiële thema’s zijn brede onderwerpen waar mensen op verschillende wijzen naar kijken en die uitnodigen tot het stellen van vragen en filosoferen. Uitleg over het essentiële thema lees je in het blog Werken met essentiële thema’s.

Essentieel thema

Binnen een essentieel thema werk je met een centrale zin en woord. Uitleg over de centrale zin en het centrale woord lees je het blog Geletterdheid met prentenboeken.

Bij dit boek past het essentieel thema: 
Water om je heen

De zin die centraal kan staan is: ‘ik vaar in een boot’.
Als centrale woord zou ik ‘boot‘ kiezen.

Andere essentiële thema’s bij dit prentenboek kunnen zijn:

  • Het water stroomt
  • Drijven en zinken
  • Wij helpen elkaar
  • Duidelijk en onduidelijk

Mogelijke activiteiten

Hoeken:

In de watertafel kunnen de kinderen zelf met een bootje/pontje varen. Maak oevers in de watertafel en benoem ook dat dit ‘oevers’ zijn. Dit is namelijk een veelvoorkomend woord in prentenboeken. Laat de kinderen ook experimenteren mijn drijvende en zinkende materialen.

Creatief schrijven:

Ontwerp jouw eigen boot en maak daarbij een stappenplan. Dit kan zijn door het maken van een lijstje, het tekenen en schrijven van de stappen of het vastleggen van hoe je een boot maakt met foto’s en daar vervolgens bij schrijven wat je doet.

Muziek:

Zing en dans mee met het liedje: ‘Schipper mag ik overvaren?‘.

Lezen:

De ‘g’ van gat in de boot van de aapjes Jip, Pip en Flip! Bekijk een filmpje van de ‘Letterjungle’ waarin de kinderen de letter g leren van gat!

Natuur:

  • Drijven en zinken. Welke materialen kunnen drijven en welke materialen zinken? Zet een bak met water neer, ga in gesprek over het drijven of zinken van verschillende voorwerpen en test het! Sorteer de materialen die kunnen drijven en de materialen die zinken. Laat de kinderen eventueel een pont knutselen van het drijvende materiaal.
  • Bekijk een filmpje over het proefje ‘Drijven en zinken‘ van Woezel en Pip.

Creatief:

Knutsel jouw eigen pont van kosteloos materiaal om te varen naar de overkant. Kan jouw pontje ook drijven? Test het in de watertafel.

Spel:

Speel in de speelzaal of op het schoolplein het spel: ‘Schipper mag ik overvaren’. Zing het liedje en laat de Schipper kiezen hoe de kinderen over mogen varen naar de oever aan de overkant. Hinkelend, rennend, kruipend, huppelend, etc. Kinderen die getikt worden, gaan de Schipper helpen om andere kinderen te tikken. Benoem ook zeker het woord ‘oever’, dit is een veelvoorkomend woord in prentenboeken!

Andere titels bij het thema:

Dit blog is geschreven door gastblogger Sandra

*Dit bericht bevat affiliate links

Vergelijkbare artikelen

Winkelwagen