Begrijpend lezen, hoe dan?

[DOOR MARIE-JOSE] ‘Een kind wordt niet verrijkt door een boek met kinderachtigheden’ – Marcel Proust-
– Begrijpend lezen, hoe dan? –

In deze blog geef ik informatie over welke factoren van belang zijn om te komen tot tekstbegrip, aan welke doelen je kunt werken en waar je die kunt vinden en je krijgt ideeën over de opbouw van een effectieve begrijpend leesles. Deze blog is bedoeld voor de midden- en bovenbouw van het basisonderwijs. Uiteraard is deze blog maar een fractie van wat je kunt doen maar zie het als een begin om je lessen te verrijken!

Voor de onderbouw verwijs ik naar de blogs die ik geschreven heb over mooie rijke prentenboeken. In deze blogs heb ik voor begrijpend luisteren belangrijke factoren opgenomen voor de onderbouw. Het is van belang om themagericht te werken. De thema’s En toen? Op reis naar vroeger en Anders is anders zijn al uitgewerkt. In de loop van de tijd zullen ook andere thema’s voor de onderbouw op deze manier verschijnen.

Hieronder lees je meer over begrijpend lezen bij groep 4 t/m 8.

Begrijpend lezen, hoe dan?

Begrijpend lezen, hoe dan?

Begrijpend lezen is geen vak apart maar komt de hele dag terug bij alles wat gelezen moet worden. Het is dus de taak van leerkrachten om alert te zijn wanneer het leesbegrip belemmerend is voor het leren. Kinderen kunnen allerlei moeilijkheden tegenkomen in (rijke) teksten die ze moeten lezen. Dat vraagt soms expliciete instructie.

Succesvolle factoren voor begrijpend lezen

Recente onderzoekers (Boyles, 2013; Duke e.a., 2011; Jager–Adams 2010-2011; Houtveen, van Steensel & de la Rie, 2019; Vernooy en Egbertsen, 2012) pleiten voor een aanpak van het lezen van rijke teksten om te komen tot meer leesbegrip. Zij benoemen onder andere de volgende ingrediënten voor een succesvolle aanpak van begrijpend lezen:

  • Plezier in lezen stimuleren;
  • Duidelijk leesdoel gericht op de inhoud van de tekst;
    • Waar ga je de tekst voor gebruiken?
    • Wat wil je weten over een onderwerp?
  • Lezen binnen een bredere context (project/vanuit zaakvakken) waardoor achtergrond- en woordkennis uitgebreid wordt;
  • Samen praten en discussiëren over de inhoud van de tekst aan de hand van bijvoorbeeld hogere orde denkvragen;
  • Bouwen aan woordenschat;
  • Aandacht hebben voor tekstkenmerken en tekststructuur;
  • Integreer lezen en schrijven.

Het is van belang om diverse, rijke teksten in verschillende genres aan te bieden. Je kunt uit informatieve- en fictieboeken fragmenten kiezen die je gebruikt voor je lessen. Natuurlijk zijn rijke teksten ook online te vinden. Omdat ik vaak de vraag krijg waar die rijke teksten dan te vinden zijn heb ik een padlet gemaakt.

Bekijk ook de blog Kinderboeken inzetten bij wereldoriëntatie en bekijk de website leesbevordering in de klas voor boeken en rijke teksten bij de zaakvakken.

Doelen van begrijpend lezen

Doelen voor de leerlijn lezen zijn door de Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) in 2020 aangepast en beschreven volgens drie fasen: fase 1 is bedoeld voor de onderbouw, fase 2 voor de middenbouw en fase 3 voor de bovenbouw. Een belangrijke factor voor het begrijpen van teksten is het begrijpen en doorzien van tekststructuur en tekstkenmerken.

Naast een inhoudelijk leesdoel kan de les ook gericht zijn op een specifiek lesdoel. Je geeft bijvoorbeeld uitleg over de structuur van de tekst of je leert de kinderen hoe ze de tekst in een schema kunnen samenvatten of hoe ze de hoofdgedachte uit de tekst kunnen halen. Via de  website van het SLO kun je deze specifieke doelen vinden.

Verbinding met het thema

Bespreek naast het geven van informatie over het onderwerp (kennisverbreding) altijd het leesdoel vanuit de vraag: Waarom past deze tekst bij wat ik wil weten, wat is de verbinding met het thema waar we het over hebben? Geef een korte samenvatting van de tekst zonder de clou weg te geven om de kinderen nieuwsgierig te maken.

Gebruik verschillende soorten teksten

Verschillende teksten hebben een specifiek duidelijk leesdoel. Hieronder vind je verschillende soorten teksten met een concreet voorbeeld van een leesdoel en een lesdoel welke bijdragen aan effectief begrijpend leesonderwijs.

  1. Informatieve teksten.
    1. De schrijver verstrekt gegevens, het gaat om feiten. (nieuwsberichten, tekst encyclopedie, verslag, zaakvakteksten, beschrijving van een reis)
      1. Leesdoel: Heb je je wel eens afgevraagd hoe een rups een vlinder wordt? In deze tekst krijg je informatie over dit proces.
      2. Lesdoel (visualiseren wat je leest): Je tekent de verschillende stadia van de metamorfose en geeft elk stadium de juiste naam.
  2. Verklarende teksten
    1. De schrijver vertelt hoe iets zit, legt iets uit. (voorlichtingsmateriaal, uiteenzetting, ontstaan van iets, oorzaak bv van smelten ijskap, gedrag van een muis)
      1. Leesdoel: Weet jij hoe een regenboog ontstaat? In deze tekst lees je hoe dit gebeurt!
      2. Lesdoel (samenvatting van een verklarende tekst maken): Je vertelt in een samenvatting wat de oorzaak is van het ontstaan van een regenboog. Gebruik woorden die bij oorzaak en gevolg horen bijvoorbeeld; want, omdat, als gevolg van.
  3. Beschouwende teksten
    1. De schrijver laat je verschillende gezichtspunten zien. (discussie, filosofische kwesties)
      1. Leesdoel: Iedereen vindt rat vreemd en ze laten hem een beetje links liggen. Toch wordt Kikker zijn vriendje. Hoe dat komt lees je in deze tekst.
      2. Lesdoel (argumenten uit de tekst kunnen halen): Vertel hoe het komt dat kikker vriendje wordt met rat.
  4. Betogende teksten
    1. De schrijver wil de lezer aan het denken zetten, meestal over een standpunt, een mening laten vormen of kenbaar maken of overtuigen. (ingezonden brief, commentaar, opinieartikel krant, actuele teksten over milieu, politiek of ethische kwesties).
      1. Leesdoel: Je komt meer te weten over de verschillen in karakter, achtergrond en meningen tussen voormalig president Trump en de huidige president Biden.
      2. Lesdoel: (structuur van een betoog doorzien) In een schema  geef je de verschillen en overeenkomsten aan tussen beide presidenten. Je geeft jouw mening wie je voorkeur heeft en gebruikt daarvoor onder andere argumenten die je in de tekst kunt vinden.
  5. Instructieteksten
    1. De schrijver vertelt de lezer hoe je iets moet doen. (handleiding spel, recept, bijsluiter, routebeschrijving)
      1. Leesdoel: Je leest in deze beschrijving hoe je stap voor stap een vriendschapsbandje kunt maken.
      2. Lesdoel: (de juiste volgorde hanteren) Maak het vriendschapsbandje zoals het beschreven is met de touwtjes.
  6. Waarderende(verhalende) teksten
    1. De schrijver wil dat de lezer geniet van de (verzonnen) tekst. (verhaal, liedteksten, cabarettekst, sprookjes, kinderboeken, gedichten)
      1. Leesdoel: Je leest in dit fragment hoe het Storm lukt het verboden zetsel te verbergen.
      2. Lesdoel: (verschil tussen fantasie en werkelijkheid kunnen onderscheiden) Beschrijf wat echt gebeurd zou kunnen zijn en wat de schrijver heeft verzonnen. Geef aan waarom je het denkt.

Arjan Lubach had het ook over begrijpend lezen in Nederland… (bekijk dit filmpje met een knipoog)

Begrijpend lezen, hoe dan?

Introductie van de tekst

Activeer de kinderen door zelf achtergrondinformatie te geven en nodig ze daarna uit om informatie aan te vullen over het onderwerp. Leg verband met eerdere kennis over het onderwerp. Je kunt ook achtergrondkennis activeren door vooraf een filmpje te laten zien, of iets te vertellen over een foto of voorwerp of hen een dilemma te geven. Je kunt ook nadenken samen met de kinderen over welke vraag bij hen opkomt over het onderwerp waar ze over gaan lezen. Geef het leesdoel voor deze specifieke tekst aan.

Voorlezen van de tekst

Je leest zelf de tekst expressief, met intonatie voor. Dit bevordert tekstbegrip. Tijdens het voorlezen kun je af en toe bij een lastige passage of woord hardop nadenken. Krijgen we bijvoorbeeld al antwoord op onze vraag die we vooraf bedacht hadden? Belangrijk is dat je je bewust bent van je eigen denkstappen terwijl je leest (Boyles, 2013).

Daarbij zijn de volgende basisvragen helpend om tijdens het lezen hardop na te denken:

  • Wat vertelt de schrijver me?
  • Wat wil de schrijver dat ik begrijp of te weten kom?
  • Hoe gebruikt de schrijver de taal om iets duidelijk te maken?
  • Zijn er moeilijke woorden in de tekst en hoe kom ik erachter wat ze betekenen?

Laat kinderen aantekeningen maken en vertel ze hoe ze dat kunnen doen bijvoorbeeld:

  • Wanneer je modelt vraag je ze om de woorden waar jij over nadenkt te onderstrepen.
  • Omcirkel woorden of zinsdelen die je niet begrijpt.
  • Omcirkel de woorden die in de tekst de volgorde aangeven of zet er cijfers bij.
  • Laat sleutelbegrippen, signaalwoorden onderstrepen en zet in de kantlijn bijvoorbeeld ‘conclusie’, ‘tegenstelling’ of ‘oorzaak’ etc.
  • Zoek de kernzin uit een alinea en laat die onderstrepen. Kun je er een vraag bij bedenken en krijg je in diezelfde alinea een antwoord op je vraag?

Instructie over de tekst

Instructie gebeurt voornamelijk via modeling. Houtveen, van Steensel en de la Rie, 2019, vragen in hun publicatie ‘de vele kanten van leesbegrip’ aandacht voor factoren die ertoe doen bij leesbegrip. Pulles en Prenger, 2019 hebben vanuit de wettelijke kaders gekeken welke doelen en subdomeinen van belang zijn. In beide publicaties worden onder andere de volgende aanbevelingen gedaan:

  1. Besteed aandacht aan signaalwoorden.
  2. Besteed aandacht aan de opbouw van een alinea (ELZA methode; de kernzin, de belangrijkste zin is meestal de Eerste of Laatste Zin van de Alinea).
  3. Geef instructie over tekstopbouw, alineaopbouw en signaalwoorden.
  4. Speel in op interesse en het niveau van de leerlingen.
  5. Leer kinderen samenvatten:
    1. Door schematiseren (zelf schema’s maken, schema’s in laten vullen of het juiste schema bij een tekst laten kiezen).
    2. Door formulering, kunnen ze de hoofdgedachte van een tekst weergeven, kunnen ze uit verschillende hoofdgedachten de juiste kiezen die bij de tekst past.
  6. Werk aan kennisopbouw, geef zelf meer kennis over het onderwerp en lees gericht langere tijd over het onderwerp.
  7. Bouw aan woordenschat, impliciet door veel te lezen over het onderwerp en expliciet door moeilijke woorden toe te lichten en leerlingen woordbetekenis strategieën aan door:
    1. Leerlingen woorden te laten uitleggen in de context van de tekst.
    2. Leerlingen in eigen woorden een definitie te laten maken van een woord.
    3. Visuele schema’s laten maken met kernwoorden van de tekst, woorden uit de tekst gebruiken in een eigen verhaal.
  8. Geef effectieve schrijf verwerkingsopdrachten waarbij ze tevens schrijfinstructie krijgen.
    1. Schrijven over het onderwerp waarover gelezen is.
    2. Maken van notities tijdens het voorlezen.
    3. Zelf vragen opstellen over de gelezen tekst.
    4. Een samenvatting maken.
  9. Geef strategie instructie op:
    1. Metacognitieve strategieën:
      1. Bepalen leesdoel, titel bekijken, tussenkopjes bekijken en nagaan of leesdoel bereikt is.
    2. Monitoring tekstbegrip:
      1. Kunnen ze aangeven hoe ze de hoofdgedachte hebben bepaald?
      2. Kunnen ze vertellen hoe ze wisten waar de juiste informatie te vinden is in de tekst?
    3. Tekstgerichte strategieën:
      1. Achterhalen van de relatie tussen alinea’s, het onderscheiden van hoofd- en bijzaken en het achterhalen van tekstfunctie.
      2. Leer ze hoe ze informatie uit de tekst kunnen ordenen.
  10. Praat over de tekst:
    1. Vanuit een open vraagstelling kun je met de kinderen discussiëren over de inhoud van de tekst. Je kunt daarvoor vragen naar:
      • Onderliggende argumenten / veronderstellingen. Waarom zou de schrijver dit zo opgeschreven hebben?
      • Emotionele argumenten. Wat zou de schrijver hier bedoelen?
      • Feitelijke argumenten. Wat vindt de schrijver belangrijk dat wij te weten komen?

      Open vragen stellen kan makkelijk met de checklist taxonomie van Bloom in je achterhoofd. De vragen die leiden tot discussie en er samen over praten zijn vooral te vinden in de niveaus: evalueren, creëren en analyseren.

Verwerking van de tekst

De verwerking van een gelezen tekst kan op vele manieren. Dit kan bijvoorbeeld door het verhaal na te laten spelen of in eigen woorden na te laten vertellen. Ook zijn er vele schriftelijke mogelijkheden zoals schematiseren of maken van een quiz, lapbook of een webquest over het onderwerp. Over het algemeen leren leerlingen meer in dialoog met elkaar. Laat ze dus bij voorkeur zoveel mogelijk samenwerken tijdens alle onderdelen van de les in tweetallen of in groepjes.

Een verwerking waarbij de kenmerken van de tekst ook schriftelijk terugkomt geeft nog meer inzicht. Laat ze bij een instructie tekst bijvoorbeeld zelf ook een instructie schrijven. Samenhang in de verschillende taaldomeinen is van groot belang. Voor samenhang in de verschillende taaldomeinen geeft het SLO uitgewerkte voorbeeldlessen voor groep 5 tot en met groep 8.

Basisschool CKC het Stroomdal uit Zuidlaren heeft de begrijpend leesmethode losgelaten en leest themagericht. In de brochure SLO van januari 2021 p.19  beschrijven zij hun werkwijze. Elke maandag begint met het kiezen van een weekthema. Op dinsdag bieden ze een taalrijke tekst aan uit een dagblad. De kinderen gaan op woensdag zelf op zoek naar extra informatie over het onderwerp. Op donderdag volgt een tweede tekst die aansluit bij het thema en op vrijdag maken de kinderen een stelopdracht over het thema.

Verder lezen over begrijpend lezen?

Hieronder lees je nog meer tips om effectief begrijpend leesonderwijs te geven:

  • Karin van de Mortel schreef in 2015 op wij leren.nl de blog toetstekst als leesgenre. Hierin legt ze uit hoe je een toetstekst als leesgenre kunt zien en hoe je gerichte instructie kunt geven op specifieke toetsvragen.
  • De vele kanten van leesbegrip, deze literatuurstudie (Houtveen, van Steensel en de la Rie, 2019) naar welke factoren van belang zijn, is een overzicht naar wat uit onderzoek bekend is over effectief begrijpend leesonderwijs.
  • Website Geletterdheid en schoolsucces van Anneke Smits en Erna van Koeven – Windesheim Lectoraten: Onderwijsinnovatie en ICT/Pedagogische kwaliteit. Zij geven uitleg over hun aanpak met ‘Focus op begrip’. In stappen leggen zij uit hoe deze aanpak voor begrijpend lezen in elkaar zit.
  • Curriculum.nu, Via de bouwstenen kun je de doelen zien voor verschillende kennis en vaardigheden waarover leerlingen moeten beschikken voor het vakgebied Nederlands. Elk van deze bouwstenen heeft met begrijpend lezen te maken.
  • Actieplan effectief onderwijs in begrijpend lezen. De Taalunie heeft een plan bedacht om scholen uit te dagen vanuit vijf kernthema’s in samenhang tot een effectieve aanpak van begrijpend lezen te komen.
  • Joyce Gubbels vertelt hoe het komt dat Nederlandse leerlingen moeite hebben met evalueren en reflecteren en waar ze wel goed in zijn.

Wie is Marie-Jose?

Ik ben Marie-Jose de Ridder en werk als docent bij Fontys voor de opleiding Master Educational Needs. Ik begeleid scholen met het implementeren van nieuwe inzichten op begrijpend lezen en ik ben Listbegeleider. Het scholingstraject voor effectief begrijpend leesonderwijs omvat een aantal bijeenkomsten voor het hele team. De leerkrachten passen concreet nieuwe inzichten in hun leeslessen toe met als resultaat meer plezier in lezen voor zowel de leerkrachten als de kinderen en hogere resultaten.

Aan de slag met begrijpend lezen?

Wil je meer informatie over het scholingstraject? Neem dan contact op met Marie-Jose via het contactformulier.

Andere blogs over leren lezen

Bekijk ook: Gastblogger Marie-Jose de Ridder

Vergelijkbare artikelen