[DOOR MARTIJNTJE] ‘Leren lezen is voor sommige kinderen iets magisch! Herken je dit? Het moment dat ze ineens doorkrijgen wat de letters betekenen en hoe je er woorden en zinnen van kunt vormen geeft bij een aantal kinderen zo’n boost, dat de boeken bijna niet aan te slepen zijn. Deze kinderen zijn vaak zo gemotiveerd dat ze zonder al te veel inmenging van een ouder of leerkracht zichzelf al snel leren lezen. Je merkt al snel dat de ‘gewone’ eerste leesboekjes niet meer volstaan, omdat ze met hun leesniveau zo vooruit schieten dat je ze iets uitdagender wilt bieden. Je wilt ze graag gemotiveerd en betrokken houden, maar hoe doe je dat en wat kies je dan?’
– Sterke lezers in groep 3 en 4 –
Sterke lezers in groep 3 en 4
Als de eerste leesboekjes in groep 3 niet meer volstaan dan is het tijd om verder te gaan kijken naar andere leesboeken, maar waar let je dan op?
Als eerste is het belangrijk dat je dicht bij de belevingswereld van de kinderen blijft. Wat ik veel hoor van kinderen bij mij in de bibliotheek en op school is dat ze al mogen lezen in AVI E6/M7 of hoger. Het lastige hierbij is dat de onderwerpen in deze boeken vaak niet meer geschikt zijn voor de leeftijdsgroep. Het taalgebruik is niet passend, of de heftigheid waarmee een onderwerp beschreven wordt past niet bij de leeftijd.
Wat is wél geschikt?
De indeling die veel bibliotheken gebruiken is de indeling op A, B en C-niveau. Hierbij zijn de A-boeken geschikt voor kinderen van 6 tot 9 jaar. De Eerste leesboekjes staan hier los van, en hebben de aanduiding E aan de zijkant staan (Samen met het leesniveau). Vanaf leesniveau E4 kun je de AVI-niveaus gaan loslaten en samen met het kind gaan zoeken naar een boek wat hem of haar aanspreekt. Wist je dat kinderen bij interesse tot 2 AVI-niveaus hoger kunnen lezen? Het zelf laten kiezen van boeken is erg belangrijk voor het leesplezier van het kind. Houd kleine leesgesprekjes als een boek uit is, waarin je vraagt naar de leesbeleving. Hoe beter je de smaak van een kind leert kennen, hoe beter je ook kunt adviseren bij de keuze van een leesboek. Dat werkt ook positief voor de leesmotivatie.
Het is een fabeltje dat de A-boeken te makkelijk zouden zijn. Veel voorleesboeken voor deze leeftijd staan hier op de planken zoals Pluk van de Petteflet, Boutje van de Rommelberg en de boeken van Paul Biegel. Deze zijn een stuk lastiger te lezen dan bijvoorbeeld Het leven van een loser, dat hoort bij de B-boeken. De opbouw van het verhaal is bij A-boeken makkelijker te volgen. Denk hierbij aan een meer chronologische volgorde, minder personages en geschreven in het nu.
Het verdient de voorkeur om, zeker voor kinderen die wél het technische stukje onder de knie hebben, maar nog niet zoveel leeservaring hebben opgedaan, binnen de A-boeken te zoeken. Er staan echt pareltjes tussen! Je kunt als ouder of leerkracht een selectie maken van de boeken die wat meer diepgang hebben. En hoe leuk is het om het voorleesboek van toen je kleuter was, nu zelf te kunnen lezen?
Boeken voor sterke lezers in groep 3 en 4
Gelukkig zijn er ook steeds meer uitgeverijen die een mooi aanbod hebben voor deze Sterke lezers in groep 3 en 4. Hier is een aantal van mijn persoonlijke favorieten aangevuld met nog wat fijne tips!
1. Tijgerlezen – uitgeverij Querido
Met stip op één staat bij mij de serie Tijgerlezen van Querido! De serie bevat ondertussen flink wat (losse) delen. Onder de auteurs zitten gerenommeerde kinderboekenschrijvers, zoals Anna Woltz, Pim Lammers, Jan Paul Schutte en Janneke Schotveld. Ik merk dat de kinderen deze boekjes heel fijn vinden om te lezen en als er eens woorden instaan die lastig zijn, worden ze goed uitgelegd in de tekst. De uitgeverij heeft helemaal gelijk als zij hier zelf over zeggen:
‘Onderzoek wijst uit dat kinderen het gelukkigst leren lezen als ze zelf naar een boek grijpen. Tijgerlezenboeken leggen daarom nadruk op humor en spanning. Ze bieden variatie in moeilijkheidsgraad en zijn geschikt om voor te lezen en zelf te lezen.
De boeken in deze serie voldoen aan de belangrijkste criteria van kinderen: ze zijn spannend of grappig, en hebben altijd veel illustraties in kleur. Tijgerlezenboeken zijn niet ingedeeld volgens technische leesniveaus, maar kinderen kiezen zelf het boek waar ze aan toe zijn.’
Bron: Naar school met Querido
De serie Tijgerlezen telt steeds meer interessante titels. Voor ieder kind zou er wel een boek tussen moeten zitten dat aansluit bij wat hij/zij leuk vindt. Mijn persoonlijke favorieten zijn:
- Zondag maandag sterrendag – Anna Woltz
Nora krijgt een nieuwe buurjongen. Hij heet Sep. Sep weet alles over de sterren, maar de aarde vind hij maar stom. Hij doet ook heel stom tegen Nora. Nora vraagt zich af waar dit stomme gedoe vandaan komt. Nora is uitvinder en vindt allerlei dingen uit. Is er met Sep iets aan de hand? En zou ze hem kunnen helpen door iets voor hen uit te vinden?
- Bob Popcorn – Maranke Rinck en Matrijn van der Linde
Ellis is gek op popcorn. Het liefst maakt ze elke dag popcorn in de magnetron. Als er een korrel niet popt stopt ze hem nog een keertje in de magnetron. Dan gebeurt er iets geks. De korrel popt niet, maar groeit uit tot een mannetje met armpjes, beentjes en een woedend gezicht. Het mannetje heet Bob en heeft een sterke eigen wil. Na een tijdje wil Ellis vooral dat hij weggaat, zo ver mogelijk. Maar hoe zorg je dat een boze, levende popcorn vertrekt?
- Hoe beroof je een bank? – Pim Lammers
De zwartvoetbunzing wordt met uitsterven bedreigd en daar maken Max, Lotte en Mo zich zorgen over. Ze willen graag in actie komen, maar daar is veel geld voor nodig en dat hebben ze niet. Volgens Mo kun je wel aan veel geld komen door een bank te beroven. Dat is natuurlijk een grapje, totdat blijkt dat Joris weet hoe ze dat moeten doen. Dan worden te plannen opeens wel heel echt. Voordat ze het weten heeft Joris helemaal bedacht hoe ze het aan moeten pakken. Als dat maar goed komt!
- Miss eenhoorn – Edward van de Vendel
Veel dieren willen meedoen aan de voorronde van de grote Miss-eenhoorn-verkiezing. Helaas mogen daar alleen maar paarden aan meedoen en daar wordt best streng naar gekeken. Ayla mag niet meedoen omdat ze een zebra is. Juultje mag niet meedoen omdat ze een pony is en Tinker en Swing omdat ze jongens zijn. Het zeepaardje Miep is bovendien ook nog eens veel te klein om mee te mogen doen. Samen bedenken ze een plan om toch mee te kunnen doen, want dat lijkt ze wel zo eerlijk. Zou het plan lukken?
- Zepie – Janneke Schotveld
Zepie is gek op voetballen en wordt gek van meisjes. Vooral Milou vindt hij maar stom. Als hij haar ziet kan hij ziet zegt en doet hij gekke dingen, hij kan bijna niet normaal doen. Als zepie in de wasserette van zijn vader is, staat ze ineens voor hem. Zepie gaat er snel vandoor en verstopt zich in de grootste wasmachine. Als hij het deurtje dichttrekt begint de wasmachine meteen te draaien. Door al dat draaien heeft Zepie geen idee meer waar hij is. Als de wasmachine eindelijk stopt met draaien dan klimt hij er snel uit. Milou is nergens meer te zien en de wasserette ook niet. Wel staat er een rat in een zwembroek op hem te wachten. Waar zal hij zijn?
2. De fantastische verhalen van Tashi – Anna en Barbara Fienberg
Een van mijn laatste ontdekkingen is dit prachtig geïllustreerde boek over Tim.
Op een dag worden Tim en Tashi vrienden. Tashi komt van een plek hier ver vandaan en vertelt Tim een heleboel prachtige verhalen. Verhalen die gaan over sprookjesachtige dingen, over kabouters, reuzen en draken, over allemaal dingen die de wereld mooier maken. Tim luistert graag naar alle verhalen die Tashi hem vertelt. Hij kan er geen genoeg van krijgen.
Een heerlijk, lekker dik boek met prachtige tekeningen. De structuur is weliswaar steeds een verhaal in een verhaal, maar dit wordt duidelijk aangegeven. Dit is een mooie manier voor kinderen om in aanraking te komen met deze stijlvorm.
3. Spekkie en Sproet – Vivian den Hollander
De Spekkie en Sproet-serie is een hele fijne serie. Bovendien weet je dat, als je ze hierop “aan” krijgt, ze ook een tijdje voort kunnen, omdat er al flink wat delen verschenen zijn.
De serie gaat over 2 kinderen, Spekkie en Sproet. Eigenlijk heet Spekkie Marloes, maar omdat ze zo van Spekkies houdt noemt iedereen haar Spekkie. Sproet wordt zo genoemd vanwege de vele sproetjes in zijn gezicht. Samen belanden ze elke keer weer in de rol van detective. De opbouw van de boeken is eigenlijk steeds hetzelfde. Spekkie en Sproet ontdekken wat vreemds, gaan op onderzoek uit, worden bijna gesnapt, maar lossen uiteindelijk het raadsel op. Toch worden de boeken niet zo snel saai of eentonig. De goede lezers in mijn groep hebben ze bijna allemaal verslonden.
4. Mo en Tijger – Elisabeth Mollema
De boeken van Mo en Tijger zijn zo fijn omdat ze allemaal een aantal verhalen bevatten die oplopen in moeilijkheid. Het eerste verhaal is op E3 niveau geschreven, maar het laatste verhaal op E5. Ook dit is een serie, waar inmiddels al 4 delen van zijn verschenen.
De verhalen gaan over Mo en Tijger, een jongen en zijn hond. Ook dit is een beetje detective-achtig. Samen beleven ze spannende avonturen, zoals een diefstal van het varken Chanel en een sabotage in een moestuin. Ook mogen ze met oma gaan logeren op een eiland.
5. Jubelientje – Hans Hagen
Een echte gouwe ouwe in een nieuw jasje, dat is deze Jubelientje. Als je Jubelientje nog niet kent moet je echt zo snel mogelijk kennismaken met dit sprankelende, eigenwijze meisje. Jubelientje maakt van alles mee, samen met vriendje Dirk-Jan en haar oma. De gebeurtenissen zijn alledaags, maar enorm humoristisch beschreven. Het verhaal over het schaartje dat zélf bedacht dat hij een gat in het kussen moest knippen is echt hilarisch. Omdat het zo dicht bij de belevingswereld ligt zijn de verhalen goed te begrijpen voor kinderen die wel al wat verder zijn in hun technische lezen, maar qua verhaalbegrip nog op leeftijdsniveau zitten.
Wat ik een heel sterk punt vind van echt álle boeken van Jubelientje is dat ze zo ontzettend sterk zijn in taalgebruik. In veel verhaaltjes zitten kleine briefjes van Jubelientje aan Dirk-Jan of van oma aan Jubelientje. Hierin zitten veel woordspelingen of andere taalgrapjes, waardoor kinderen echt hun taalgevoel kunnen ontwikkelen. Bijvoorbeeld een briefje in spiegelschrift, of een briefje waarin Jubelientje zegt dat ze eigenlijk geen tijd heeft voor een briefje, dus dat ze de klinkers weglaat. Alle kids willen deze briefjes meteen proberen te lezen.
Vaak haal ik een taalgrapje uit Jubelientje en schrijf ik het op het bord, precies zoals het er in het boek uit ziet. Bijvoorbeeld deze zin:
‘Het circus werd een zwembad, toen de olifant in de piste piste!‘
Soms komt een kind ook zo’n zin tegen in zijn boek, en met de hele klas lachen we er ontzettend hard om. Jubelientje is leesbevordering voor de hele klas!
6. Informatieve boeken
Als laatste wil ik ook graag nog aandacht besteden aan een andere categorie, namelijk die van de informatieve boeken.
Misschien had je het niet verwacht in dit rijtje, maar ook informatieve boeken vallen vaak goed in de smaak sterke lezers in groep 3 en 4. Het technisch leesniveau is vaak wat hoger, omdat er niet met AVI rekening gehouden wordt. Woorden die misschien nog wel lastig te lezen zijn, worden vaak uitgelegd in de tekst of met behulp van een plaatje. Ook deze categorie is dus uitermate geschikt om aan te bieden aan je sterke lezers. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de boeken van Willewete en de serie Wow!
Veel leesplezier!