Interactief voorlezen is een manier om kinderen te betrekken bij het voorlezen. Door voor te lezen geef je kinderen aandacht, waardoor je kunt genieten van de tijd die je samen doorbrengt. Je maakt kennis met boeken, die zijn vaak verrassend, ontroerend of grappig en hebben een effect op het humeur. Ook zorgt de interactie met kinderen vaak voor leesplezier. Vooral als kinderen spontaan reageren of juist verrassende antwoorden geven op jouw vragen. Maar hoe kun je het interactief voorlezen nou het beste aanpakken?
– Interactief voorlezen –
Aan de slag met interactief voorlezen
Interactief voorlezen is voor alle leeftijden geschikt. Het is belangrijk om een goed prentenboek te zoeken dat aansluit bij de belevingswereld van de kinderen. Als dat lukt, kun je zelfs de kinderen in groep 8 meenemen in de wondere wereld van het prentenboek.
Voorbereiding interactief voorlezen
- Zoek als eerst voor een geschikt boek om uit voor te lezen. Met name prentenboeken zijn zeer geschikt om te gebruiken tijdens het interactief voorlezen.
Wat maakt een boek geschikt?- Het verhaal sluit aan bij de leeftijd van de kinderen. Een verhaal over een kind wat leert op een potje te gaan, past qua leeftijd niet bij kinderen uit groep 3.
- Het verhaal sluit aan bij de belevingswereld van de kinderen. Is het winter en ligt er sneeuw? Dan sluit een boek hierover juist goed aan. Dit leeft nu bij de kinderen.
- Lees het boek zelf, sluit het aan bij wat jij ervan verwacht? Soms lijkt het boek ergens over te gaan, maar heeft het toch een andere wending. Kom zelf niet voor verrassingen te staan.
- Bedenk vragen om over in gesprek te gaan, als je het fijn vindt om goed voorbereid te beginnen. Dit doe ik op mijn website bij alle prentenboeken. Zie hieronder het voorbeeld Interactief voorlezen De Gruffalo:
Leraar24 vertelt wat actief voorlezen is:
Interactief voorlezen tips voor de onderbouw
In de onderbouw kun je prentenboeken interactief voorlezen. Er zijn ongelooflijk veel prentenboeken die geschikt zijn voor de onderbouw. Op mijn website staan al verschillende prentenboeken, waarbij ik tips geschreven heb voor het interactief voorlezen.
Interactief voorlezen tips voor de middenbouw
Interactief voorlezen tips voor de bovenbouw
Ook in de bovenbouw blijven prentenboeken leuk.
Stappen interactief voorlezen
Interactief voorlezen vraagt om het doorlopen van een aantal stappen. Je wilt immers dat kinderen volop betrokken zijn bij het verhaal. Kenmerken van interactief voorlezen zijn dan ook het voorstellen voorafgaand aan het lezen en het vragen stellen tijdens het lezen.
Voor het lezen – Voorspellen
De kaft van het boek speelt een belangrijke rol. De voorkant maakt dat een kind het boek wel of niet wil lezen/horen. Wat kun je allemaal doen met de kaft?
- Bespreek de titel van het boek. Waar denken de kinderen dat dit verhaal over zal gaan?
- Vraag wat er te zien is op de kaft? Waar zal het verhaal zich afspelen? Wie komen er voor in het boek? Welke emoties kun je zien?
Tijdens het lezen – Vragen stellen
Als je begint met voorlezen is het belangrijk om dit samen met de kinderen te doen. Zorg ervoor dat ze goed met je mee kunnen kijken. Of, als je aan een klas voorleest, dat je na elke bladzijde het boek laat zien.
Tijdens het lezen stel je vragen. Deze vragen gaan met name over twee dingen:
- De ervaringen van kinderen. Met vragen zoals:
- Wat vind jij hiervan?
- Heb jij dat ook wel eens meegemaakt? Hoe voelde jij je toen?
- Het verloop van het verhaal. Met vragen zoals:
- Wat zal er nu gaan gebeuren?
- Hoe voelt … zich nu?
Mocht je dit lastig vinden, dan zou je deze vragen van te voren kunnen bedenken en met post-its in het boek kunnen plakken.
Tijdens het lezen – Woordenschat
Wist je dat kinderen veel nieuwe woorden leren door 15 minuten per dag voor te lezen?
Tijdens het lezen kom je vanzelf allerlei woorden tegen die de kinderen nog niet kennen. Deze woorden kun je op verschillende manieren uitleggen:
- Met behulp van de tekeningen. Zo kun je een ‘koekenpan’ aanwijzen op de illustraties.
- Door de woorden voor te doen. Zo kun je ‘rillen van de kou’ zelf voordoen.
- Leg de woorden met andere woorden uit. Je kunt ‘een fluitje van een cent’ uitleggen met andere woorden, door te vertellen dat iets dan heel makkelijk gaat.
- Door in het echt te laten zien. Door een ‘gedichtenbundel’ erbij te pakken, wordt voor kinderen duidelijk wat dit is.
Bekijk een voorbeeld bij het prentenboek Gezocht: Koen Konijn, boekenboef.
Het vergroten van de woordenschat is zeer belangrijk. Hoe meer woorden de kinderen kennen, hoe makkelijker zij de taal zichzelf eigen maken. Juist door hier aandacht aan te besteden tijdens het voorlezen, leren de kinderen veel nieuwe woorden bij.
Na het lezen – activiteiten
Als jullie samen van het voorlezen hebben genoten, kun je met kinderen nog verder de diepgang in. Je kunt op allerlei manieren met het prentenboek aan de slag. Hierdoor begrijpen de kinderen het boek, de verhaallijn en de gebeurtenissen nog beter.
- Laat de kinderen het verhaal naspelen. Welke gebeurtenis kwam eerst, wat daarna en hoe eindigde het?
- De tools van het systeemdenken zijn zeer geschikt om een prentenboek in kaart te brengen. Met name in de midden- en bovenbouw kun je hiermee echt de uitdaging vinden voor de kinderen.
- Zo hebben mijn collega’s van de onderbouw bij het prentenboek ‘De kleren van Sinterklaas’ een GedragsPatroonGrafiek gemaakt. Eerst op papier:
Links zie je de emoties. Onderaan zie je de verhaallijn. De kinderen geven aan welke emoties de hoofdpersoon, in dit geval Sinterklaas, tijdens het verhaal beleefd. Later hebben ze dit ook klassikaal op de grond gedaan:
Download hier smileys om te gebruiken voor een GPG: Smileys GPG
Meer uitleg bekijken:
- Ik heb met mijn groep 5 een Relatiecirkel gemaakt. Hierbij leren de kinderen hoe de dingen in het verhaal met elkaar te maken hebben. Belangrijk is dat de kinderen leren wat variabelen zijn. Om erachter te komen wat een variabel is, vraag je jezelf af of het meer/minder kan worden. In dit verhaal ging dat om bijvoorbeeld hoeveelheid geld, humeur, aantal paarden en aantal kleren.
Daarna gaan we relaties leggen. Daarbij stel je vooral de vraag Door dit… gebeurt dat… Daarbij ontstond dit gesprek: ‘Het paard wordt weggedaan. Dus het aantal paarden wordt minder. Daardoor krijgt Sinterklaas meer geld. Dus meer geld. Maar doordat hij minder geld had, moest juist het paard weg.’ En: ‘Van meer geld, wordt Sinterklaas blij. Dus hoe meer geld, hoe meer humeur. Maar door minder paarden, wordt het humeur minder.’
De variabelen uit een verhaal schrijf je rondom een cirkel. Daartussen trek je pijlen, die de relatie laten zien.
- Ga met de kinderen in gesprek over de kern van het verhaal. Download hiervoor deze wie wat waar kaarten.
- Laat de kinderen een samenvatting vertellen. Download hiervoor deze begin midden eind kaarten
- Kom samen met de kinderen achter het plot van het verhaal. Download hiervoor deze probleem oplossing kaarten.
Op zoek naar meer informatie?
- Het boek Interactief voorlezen bied veel achtergrond informatie en praktische tips.
Nadelen interactief voorlezen
Er zijn ook enkele argumenten tegen interactief voorlezen. Of in ieder geval: tegen het interactief voorlezen tijdens de eerste kennismaking met het boek. Vanuit LIST bij kleuters is het erg belangrijk om kinderen eerst te voorzien van de juiste informatie voordat kinderen deze zelf mogen invullen/bedenken.
Er wordt aangeraden om eerst het prentenboek te introduceren met een kort stukje informatie over het boek. Hierbij vertel je wat er gaat gebeuren, over wie het gaat en andere belangrijke dingen uit het boek. Daarna lees je het boek zonder onderbrekingen voor.
Een tweede keer voorlezen kun je dan wel interactief doen. De tweede keer zullen de kinderen alsnog af kunnen wijken van het echte verhaal, maar dan is de juiste basis al gelegd.
Na de derde keer voorlezen wordt het aangeraden om aan de slag te gaan met verschillende activiteiten.
LIST bij kleuters
In verschillende blogs zijn al ideeën uitgewerkt voor LIST bij kleuters.