[DOOR MARLOES THOMASSEN] Durf jij methodes los te laten? Vervang jij een methode les weleens door jeugdliteratuur?
Wist jij dat je (fragmenten uit) kinderboeken ook heel goed kan gebruiken i.p.v. een methodeles?
-Kinderboeken inzetten bij wereldoriëntatie –
Afgelopen schooljaar heb ik de post-hbo opleiding Specialist Jeugdliteratuur basisonderwijs gevolgd. In deze opleiding wordt lezen gezien als een totaalbeleving die meer is en meer vraagt dan een technische benadering. Leesplezier is de link naar leesbeleving en leesinteresse en kinderboeken zorgen voor leesplezier. Tijdens de opleiding leer je dat een kinderboek functioneel en effectief kan worden ingezet bij de leerinhouden en vaardigheden in het basisonderwijs.
Kinderboeken inzetten bij wereldoriëntatie.
Ik heb de opleiding Specialist Jeugdliteratuur basisonderwijs afgerond met een meesterstuk. Je ontwikkelt een lessenserie bij een kinderboek. De bedoeling is dat deze lessen een methode les kunnen vervangen. Mijn lessenserie verving toen een aantal lessen bij natuur & techniek. Maar nu met oog op de Kinderboekenweek is het natuurlijk wel heel interessant om je te richten op geschiedenis! In dit blog vertel ik je hoe je kinderboeken kunt inzetten bij wereldoriëntatie en geef ik een praktisch voorbeeld rondom het thema WOII.
Waar moet je op letten?
Als je kinderboeken inzet bij wereldoriëntatie kun je natuurlijk niet alleen een kinderboek uitkiezen passend bij je les, hieruit voorlezen en dan verwachten dat je het doel van je les hebt behaald. Dan is het geen vervanging van je methodeles. Maar als je deze punten in ogenschouw neemt heb je wel een volwaardige les:
- Ten eerste wil je natuurlijk dat de kinderen enthousiast worden gemaakt voor het boek. Zorg dat je enthousiasme opwekt door een pakkende introductie van het boek.
- Kies een of meer fragmenten uit het boek die leiden tot verwondering, verdieping en het stellen van vragen.
- Werk vanuit heldere lesdoelen en bedenk welk stuk (school)vak hiermee gedekt is. Ik gebruik hier altijd de inhoudslijnen met aanbodsdoelen van TULE voor.
- Zorg dat je helder hebt voor welke groep/leeftijd je de les wilt ontwerpen en denk goed na over de beginsituatie van de kinderen.
- Maak je les overdraagbaar. Zorg ervoor dat anderen je les ook kunnen gebruiken en kunnen inzetten.
Inzet bij de Kinderboekenweek
Het thema van de Kinderboekenweek 2020 En toen? leent zich natuurlijk heel mooi voor het gebruik van kinderboeken/jeugdliteratuur in je geschiedenis lessen. Je lessen dekken dan vooral het kerndoel ‘Oriëntatie op jezelf en de wereld’. Als je op de site van TULE gaat naar kerndoel 52 en kerndoel 53 kun je klikken op leerlijn en dan kom je op een pagina met een overzicht van leerlijnen voor de verschillende groepen. Je kunt zo heel mooi kijken welke doelen in jouw groep aan bod horen te komen en of jouw boekfragment hierbij aansluit.
Raakvlakken naar andere vakken
Toen ik voor mijn meesterstuk Kinderboeken inzetten bij wereldoriëntatie bezig ging met het ontwerpen van mijn lessenserie merkte ik al snel dat je door de inzet van jeugdliteratuur meteen ook raakvakken hebt naar andere kerndoelen. Omdat je uitgaat van een kinderboek ben ik van mening dat je ook raakvlakken hebt naar de leerlijn Nederlands. Je leerlingen zijn bijvoorbeeld heel actief bezig met het achterhalen van informatie uit jouw geselecteerde fragmenten of ze leren informatie en meningen te ordenen bij de teksten. En ik merkte dat omdat je uit gaat van een stuk tekst/fragment je meteen het stukje technisch/begrijpend lezen meeneemt. Mooi meegenomen dus!
Arend van Dam
Arend van Dam mocht dit jaar het Kinderboekenweekgeschenk schrijven. Dus ik vind het wel leuk om extra aandacht te besteden aan deze schrijver in mijn klas. Daarnaast is hij een meester in het schrijven van historische verhalen.
Voor de komende Kinderboekenweek wil ik graag het boek ‘Hoe fel de zon ook scheen‘ gebruiken in mijn geschiedenislessen. Ik denk dat het boek zich hier heel goed voor leent omdat het allemaal korte verhalen zijn over De Tweede Wereldoorlog.
Aan de slag
Ik heb een aantal ideeën uitgewerkt bij het verhaal ‘Hoe fel de zon ook scheen’. Dit verhaal gaat over de Duitse inval.
- Voorkennis activeren: werkvorm rotonde. In groepjes van 4 geven de leerlingen om de beurt antwoord op de vraag: Hoe ging de inval van de Duitse soldaten? Heeft het lang geduurd voordat Nederland zich overgaf? De leerlingen geven beurtelings met de klok mee antwoord op deze twee vragen. Als iedereen is geweest bespreken ze de antwoorden. Is er een antwoord het beste? Hun bevindingen worden kort klassikaal besproken.
- Introductie van het boek: Je laat het boek ‘Hoe fel de zon ook scheen’ zien en vraagt: Wat weet je al over het boek? Wat valt je op aan de kaft? Waar heeft de titel mee te maken denk je? Ken je de schrijver Arend van Dam? Wie heeft er al andere boeken van hem gelezen? Waar schrijft hij vaak over? Daarna kun je de flaptekst voorlezen en het voorwoord van Arend van Dam.
- Laat de foto zien van meneer Ouwehands en de ijsbeermoeder en haar twee jongen. De leerlingen voorspellen wat deze foto met het verhaal te maken zou kunnen hebben.
- Lees het eerste stuk van het verhaal t/m bladzijde 17 ‘Toch niet voorgoed?‘ voor . De leerlingen lezen mee met hun eigen versie van het verhaal. Belangrijke en moeilijke woorden worden onderstreept en besproken.
- Vul samen met de leerlingen een tijdlijn in. In het verhaal staan een aantal belangrijke data. In het besproken stukje komen 10 mei, 13 mei en 14 mei voor. De rest van de tijdlijn wordt later ingevuld als de leerlingen zelf verder gaan met de tekst. Je kunt vragen aan de leerlingen wat dit zegt over de inval van de Duitsers. Hoe snel is het gegaan?
- Zoek in tweetallen op een kaart van Nederland de Grebbeberg en Rhenen op. Waarom kozen de Duitsers deze plek uit om Nederland binnen te vallen?
- Laat dit filmpje van Schooltv zien. De leerlingen zien in dit filmpje dat de Duitsers ook op andere strategische plekken Nederland binnenvielen.
- De leerlingen gaan in groepjes van 4 nu zelf verder met de rest van de tekst. Bij het lezen van de tekst krijgen ze een opdracht. In de tekst bespreken verschillende mensen na 2 jaar oorlog de toestand van Nederland. Er zijn mensen die zeggen dat het leven gewoon door gaat en je er niet zoveel van merkt dat er oorlog is, en andere mensen zeggen juist dat je wel veel merkt van de oorlog. Op een werkblad vullen de leerlingen in twee kolommen in wat de mensen zeggen. Aan de ene kant de opmerkingen van de mensen die vinden dat ze niet zoveel merken, aan de andere kant de opmerkingen van de mensen die vinden dat je wel veel merkt.
Werkvorm brainstorm: om de beurt noemen de leerlingen een opmerking uit de tekst en zeggen in welke kolom deze opmerking hoort. De andere leerlingen bespreken het antwoord en kijken het in de tekst na. De schrijver noteert het antwoord op het werkblad. Na 1 minuut is iemand anders de schrijver. De antwoorden van de leerlingen worden besproken en ook op het digibord ingevuld zodat iedereen kan meelezen. Hebben we alle opmerkingen die in de tekst stonden gevonden? - De tijdlijn wordt verder ingevuld. In het stuk tekst dat de leerlingen moesten lezen wordt nog wat verteld over 1942 en over september 1944. Besproken wordt welke gebeurtenissen toen plaatsvonden.
- Bespreek met de leerlingen of we na het lezen van de tekst weten hoe de inval van de Duitsers is gegaan. Laat ze hier over vertellen.
- Kom terug op de foto van de directeur van Ouwehands en de ijsbeermoeder met haar twee jongen. Hoe is afgelopen met ze? Snap je de beslissingen die de directeur moest maken?
- Om te verwonderen/verdiepen: de titel van het boek en van dit verhaal is: ‘Hoe fel de zon ook scheen’. Snap je deze titel? Wat bedoelt Arend van Dam hiermee?
Leesbevordering in de klas
Femke Ganzema van de website Leesbevordering in de klas schrijft uitgebreide suggesties voor kinderboeken bij wereldoriëntatie. Ben je dus op zoek naar meer voorbeelden? Dan kan deze website je wellicht verder helpen.
Heb jij nog goede ideeën en/of tips om kinderboeken in te zetten bij wereldoriëntatie? Neem contact op!