Een goed gevulde en aantrekkelijke boekencollectie is een essentiële pijler van sterk leesonderwijs. Maar hoe zorg je ervoor dat je schoolbibliotheek een plek wordt waar kinderen graag lezen en ontdekken? In deze blog neem ik je stap voor stap mee in het opzetten van een inspirerende en uitnodigende schoolbibliotheek. -Opzetten van een schoolbibliotheek-

Opzetten van je schoolbibliotheek
Als team is het verstandig om van tevoren bepaalde beslissingen te nemen, want halverwege of achteraf aanpassingen doen kan altijd maar is zonde van je tijd. Hieronder deel ik algemene tips waar je rekening mee kan houden vóór je begint met het opzetten van je schoolbibliotheek.
Leescoördinator
Een kast met boeken is nog geen schoolbibliotheek. Wil je zorgen dat het leesonderwijs en de daarbij horende leesbevorderingsactiviteiten prioriteit blijven op een school? Dan is het verstandig om een collega aan te dragen als leescoördinator. Deze persoon is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van een heldere visie op lezen, het opstellen (en evalueren) van een jaarplan en het samenstellen van een aantrekkelijke boekencollectie. Daarnaast coördineert een leescoördinator schoolbrede deelname aan leescampagnes en zet zich in voor de deskundigheidsbevordering van het team. Er bestaan speciale cursussen om leescoördinator te worden. Doet jouw school mee aan De Bibliotheek op School (dBos), dan is de cursus Open Boek een verplicht onderdeel. Via de website lezen in het PO vind je meer informatie over de aanbieders van deze cursus.
Het is aan jouw school om vast te leggen hoeveel uur per week nodig is om de taken van een leescoördinator uit te voeren. De gemiddelde tijd is 1 tot 2 uur, maar is ook afhankelijk van hoe groot jouw school is en hoeveel leescoördinatoren er zijn. Werk je samen met de openbare bibliotheek, dan komt daarnaast ook een lees-mediaconsulent enkele uren per week op school om jou en het team te ondersteunen. Denk ook eens na wie de rol als leescoördinator wil oppakken. Idealiter is dat een collega die al graag leest en zich wil verdiepen in jeugdliteratuur. Het hoeft ook niet perse een leerkracht te zijn. Soms heeft een leerkrachtondersteuner net zoveel affiniteit en is die juist wat flexibeler in de uren die nodig zijn. Dan hoeft niet alles ná schooltijd geregeld te worden, maar kunnen bepaalde taken, zoals het netjes houden van de bieb of klaarzetten van themaboeken, ook tussendoor gedaan worden.
Ruimte van de schoolbibliotheek
Misschien een open deur, maar denk van tevoren goed na wáár je jouw schoolbibliotheek wil opzetten. Er zijn scholen die kiezen voor een leeg klaslokaal, maar ook delen van de gang of teamkamer kunnen ingezet worden als biebruimte. Je kan ervoor kiezen om de collectie te verdelen, bijvoorbeeld een onderbouwgedeelte beneden en middenbouw/bovenbouwgedeelte boven of alles in één ruimte. Indien een lokaal voor meer doeleinde wordt ingezet, dan is een multifunctionele setting heel passend. Dan behoud je in het midden ruimte voor tafels en zet je alle kasten tegen de wand.
Keuze voor kasten
Jouw schoolbibliotheek moet er aantrekkelijk uitzien, maar ook een hele tijd mee kunnen gaan. Bij de aanschaf van kasten is het belangrijk om te letten op de hoogte, de mogelijkheid om boeken frontaal te presenteren, en de kleur en stijl. De kasten moeten stevig zijn, tegen een stootje kunnen en bij voorkeur makkelijk verplaatsbaar zijn. Wist je dat er speciale kasten zijn voor de Bibliotheek op school? De lees-mediaconsulent kan je hierover adviseren. Ook hergebruik van meubilair is een optie, zolang het in goede staat is. Maak een kastenplan om te bepalen hoeveel kastruimte je nodig hebt. Wat ook handig is, is een tafel of ander soort kastje wat als uitleenbalie kan dienen. Vooral een kastje met deuren die op slot kunnen, werken in de praktijk goed. Daar kan je dan pasjes, een laptop, een scanner of andere belangrijke zaken achter slot en grendel bewaren.
Bij het opzetten van de schoolbibliotheek is het belangrijk om de collectie op een overzichtelijke en aantrekkelijke manier te presenteren. Zorg ervoor dat boeken tot een hoogte van 1.60 meter toegankelijk zijn, terwijl de ruimte daarboven benut kan worden voor sfeervolle presentaties of de plek voor de orthotheek (onderwijsboeken voor leerkrachten). Minstens een derde van de collectie moet frontaal gepresenteerd worden, zodat boeken beter opvallen en kinderen sneller iets interessants vinden. Prentenboeken verdienen extra aandacht en worden idealiter volledig frontaal getoond in bakken of lage kasten. Een modulaire opbouw zorgt ervoor dat de bibliotheek flexibel en gebruiksvriendelijk blijft, zodat de ruimte gemakkelijk aangepast kan worden aan veranderende behoeften.
Indeling boeken
Klinkt misschien logisch maar de indeling van jouw schoolbibliotheek heeft consequenties voor het aantal kasten dat je moet bestellen en de manier waarop je boeken gaat ‘verdelen’ over die kasten. Hierbij kan je kiezen om de boeken in te delen op genre of op niveau. In de bibliotheek is een brede variatie aan boeken te vinden, zoals prentenboeken, strips, informatieve boeken en fictie. Om in één oogopslag duidelijk te maken met welk soort boek je te maken hebt, gebruikt de bibliotheek speciale genre-symbolen. Deze symbolen helpen kinderen bij het herkennen van het type verhaal. Hier vind je de genre-symbolen die vaak worden gebruikt voor kinderboeken in de bibliotheek
dBos scholen werken vrijwel altijd met de indeling van de openbare bibliotheek. De indeling geeft een leeftijdsindicatie, maar leerlingen zijn uiteraard vrij om te kiezen en hoeven niet alleen boeken te lezen die volgens de indeling passen bij hun leeftijd. Op de rug van het boek staat met een sticker aangegeven tot welke ‘groep’ het boek behoort.
- AK: Prentenboeken voor kleuters
- E: Eerste leesboekjes tot 7 jaar
- S: Start, voor de beginnende lezer
- M3: niveau midden groep 4
- E3: niveau eind groep 3
- M4: niveau midden groep 4
- A: Leesboeken voor 6 t/m 9 jaar
- B: Leesboeken voor 9 t/m/ 12 jaar
- C: Leesboeken voor 13 t/m 15 jaar
- AJ: Non-fictie voor 4 t/m 8 jaar
- J: Non-fictie voor 9 jaar en ouder
Opbouwen van je boekcollectie
Niet perse het leukste gedeelte maar wel een belangrijke: het saneren van boeken. Kort gezegd betekent dit dat je alle boeken door je handen laat gaan en steeds kiest of ze in de kast ‘mogen’ blijven of weggegeven kunnen worden. Een stelregel daarbij is: boeken mogen niet ouder dan 10 jaar zijn en wees bij informatieve boeken kritisch bij onderwerpen als wetenschap en sociale media. Daar gaat het tegenwoordig zo snel met de ontwikkelingen dat het al bijna achterhaald is op het moment dat het gedrukt wordt. Let op: natuurlijk mogen klassiekers niet in je collectie ontbreken, maar zorg ervoor dat je een recente editie kiest waar aandacht is gegeven aan de vormgeving en soms zelf verouderd (of kwetsend) taalgebruik.
Als de basiscollectie op peil is geldt voor dBosscholen een vervangingspercentage van 14%. Elk jaar worden de beschadigde en verouderde boeken vervangen door nieuwe, actuele titels. Met het afschrijvingspercentage van 14% wordt de gehele collectie van de schoolbibliotheek in 7 jaar vervangen. Een mooie manier om jouw schoolbibliotheek up to date te houden!
Voor een uitgebreide collectie in de schoolbibliotheek geldt een basisregel van 5 tot 8 boeken per leerling. Kijk daarbij goed of dat voor alle leerlingen geldt, dus niet dat je heel veel prentenboeken hebt maar eigenlijk te weinig bovenbouwboeken of eerste leesboeken.
Denk bij het samenstellen van de collectie ook zeker aan diversiteit, om ervoor te zorgen dat álle kinderen zich in de boeken kunnen herkennen (spiegels) of iets nieuws kunnen ontdekken (ramen). Meer achtergrondinformatie vind je in de Leeswijzer voor diversiteit en inclusie in jeugdliteratuur. Wil je meteen praktisch aan de slag, dan kun je in de Boekenlijst vol diversiteit al veel titels vinden bij 7 diversiteitsfactoren.
Uitleensysteem in je schoolbibliotheek
Met een goed systeem kun je eenvoudig een inventaris van de boekencollectie bijhouden, zodat je precies weet welke boeken de school aanbiedt.
Daarnaast helpt een uitleensysteem bij het categoriseren van boeken op thema, genre of type. Zo kunnen leerlingen sneller een boek vinden dat bij hen past, of ze nu op zoek zijn naar een spannend avontuur, een sportverhaal, een wetenschappelijk boek, strips, gedichten of luisterboeken. Bovendien biedt een uitleensysteem waardevolle inzichten. Je kunt volgen welke leerlingen welke boeken lezen, zodat je met hen in gesprek kunt gaan: vonden ze het boek leuk? Waarom wel of niet? Dit geeft zicht op hun leesvoorkeuren en helpt bij het stimuleren van hun leesplezier.
Op schoolniveau levert het uitleensysteem ook nuttige data op: hoeveel boeken zijn er in een schooljaar uitgeleend, welke titels zijn het populairst? Deze informatie helpt bij het monitoren en versterken van het leesgedrag binnen de school.
Eén voorbeeld van zo’n systeem is Aura online, een softwareprogramma om je collectie te organiseren, stickers mee te printen en uiteraard het bijhouden van de uitleningen van de boeken. Andere mogelijkheden zijn Colibris, Schoolwise, BoekMee en de Leesapp.
Het uitlenen kan één van de taken van een leescoördinator zijn, maar betrek daar ook zeker leerlingen bij. Zij vinden het vaak erg leuk om verantwoordelijkheid te krijgen over het netjes houden van de schoolbibliotheek. Tip: geef duidelijk in je schoolbibliotheek aan waar ingeleverde boeken verzameld mogen worden. Werk je met een online systeem, dan moeten boeken namelijk eerst weer in het syteem ingescand worden vóór ze terug in de kasten gaan. Anders lijkt het net of je boeken ‘kwijt’ bent terwijl ze vaak ongescand in de kast zijn beland. Uiteraard is dit gedeelte ook een mooi stukje om aan ouderbetrokkenheid te doen. In veel scholen zijn al hulpouders actief als biebvrijwilliger.
Een schooljaar vol leesplezier
Als leescoördinator zorg je dat het leesplezier een heel schooljaar aandacht krijgt op school. Doe bijvoorbeeld mee aan verschillende landelijke campagnes zoals de Kinderboekenweek, Nederland Leest Junior en Voorleesdagen. Wat goed werkt is per 2 tot 3 maanden een leesbevorderende activiteit inplannen, naast je reguliere aanbod in de klas. Denk daarbij aan een schrijversbezoek, een bezoek aan de plaatselijke bieb, een verhalenwedstrijd en dat soort ideeën.

Niet alleen de leerlingen maar ook de leerkrachten moeten meegenomen in dat schooljaar vol leesplezier. Zorg er als leescoördinator voor dat je regelmatig tijdens studiedagen of schoolbrede vergadering het leesonderwijs weer op de kaart zet. Bespreek aankomende campagnes, deel passende boekentips met lesideeën uit of zet ze aan het lezen. Organiseer een eigen leesclub voor leerkrachten. Lees met je collega’s hetzelfde boek en bespreek daarna wat ze ervan vonden. Een mooie manier om dat de collectieve boekenkennis uit te breiden en zelf te ervaren hoe leuk praten over boeken kan zijn. Gekoppeld daaraan is het ook een idee om vakantieleestasjes in te zetten. Geef de leerkrachten bij één van de schoolvakanties een tasje mee. Daarin kan zo’n leesclubboek zitten, maar ook hun volgende voorleesboek, een boek dat past bij hun thema van WO /Taal.
Veel succes met het opzetten van jouw schoolbibliotheek!