De school waar ik inval is een LIST-school, dus gewapend met een boek en een bedachte leesvraag startte ik de mini leesles. Ik vertel de kinderen over mijn favoriete boek van Michael Reefs: Bram en het Zoldermysterie. Ik lees een paar bladzijden voor waaruit blijkt dat de schrijver de dingen zo heeft beschreven dat je ze in je hoofd voor je kunt zien. Dit noem ik ‘filmische aspecten’. En ik vraag de kinderen of ze tijdens het lezen eens na willen denken of de teksten in hun boek ook uit filmische aspecten bestaan of dat ze meer aan je eigen verbeelding over laten.
De kinderen duiken in hun eigen boek en een meisje vlak bij het bureau aast op mijn boek. Ik geef haar het boek en laat haar hier lekker in lezen. Zelf zie ik bij haar buurvrouw Niet thuis van Jacques Vriens liggen. Naar dat boek was ik nog nieuwsgierig, dus leen ik het om lekker zelf in te gaan lezen.
Zo’n 80% van de kinderen verdwijnt in hun boek en begint heerlijk te lezen, een aantal kinderen vinden het nog wat lastig om in hun verhaal te verdwijnen. Met één kind voer ik een kort leesgesprek over haar ongelofelijk dikke boek en hoe filmisch die stukken tekst daarin zijn beschreven. En daarna plof ik op de stoel tussen een paar andere kinderen in, zodat ‘ik me beter kon concentreren’.
Naderhand vertellen enkele leerlingen heel enthousiast over welke antwoorden ze hebben gevonden in hun boeken. Ik geef ook twee andere kinderen de beurt. Zo ontdekken we dat Het leven van een loser het vooral van de plaatjes moet hebben en van een ander boek dacht een kind dat het niet uit zulke teksten bestond, maar na het voorlezen van vijf regels uit het boek denken we daar als klas toch anders over. Dit blijft toch een van mijn favoriete mini leeslessen.
En dat doet me gelijk denken aan de opmerking van een LIST-collega die ik een tijdje geleden kreeg. Zij sprak een school die ze coacht en die ook met de filmdienst Lezen met Kinderboekenjuf werkt. In de filmdienst heb ik een mini leesles opgenomen waarin ik ook vertel over die filmische aspecten. Deze leerkracht gaf deze mini leesles uit De Gorgels aan haar groep 5 en ze vertelde me dat ze het zo leuk vond dat die jonge kinderen naderhand samen aan het praten waren over de filmische aspecten in hun boek.
Het geven van zo’n mini leesles is heel makkelijk, je kunt enorm veel vragen bedenken bij alle kinderboeken die er maar zijn. Maar daarin zit juist ook een valkuil. Het lijkt zo makkelijk, dat het ook heel snel oppervlakkig blijft. Leesvragen blijven over personages gaan in plaats van over de stijl van het boek, zoals met mijn vraag over filmische aspecten. Of de leesvragen gaan helemaal niet over het boek, maar blijven bij een gesprek of het voorgelezen boek hangen. Zo vertelde een leerkracht mij heel enthousiast over de mini leesles waarbij aan de kinderen werd gevraagd om samen te vatten wat er net was voorgelezen.
Om je te behoeden voor deze valkuilen, voor de oppervlakkigheid in leesvragen en om je wat meer diepgang in de mini leeslessen aan te bieden, besloot ik een online Masterclass Mini Leeslessen vorm te geven. In 60 minuten leg ik je alles uit over de basis van een mini leesles en krijg je aan de hand van praktische voorbeelden de handvatten om zelf een mini leesles te geven.
Iets voor jou? Schaf de masterclass aan en bekijk direct na aanschaf de vooraf opgenomen video. Heb je naderhand nog vragen? Dan kun je die mailen via info@kinderboekenjuf.nl. Tevens ontvang je naderhand de hand-out en een cadeautje per e-mail.
